Er zijn mensen die vinden dat seks dient voor de voortplanting. En biologisch bekeken hebben die mensen ook gelijk. De morele kant van die uitspraak is even niet interessant in dit verhaal, maar de praktische uitwerking van een dergelijk uitspraak is meestal een significante aanslag op het libido.
Dat brengt je in de wonderlijke situatie dat het beamen van een biologisch feit het biologische proces in kwestie schade toebrengt of zelfs in een onwaarheid verandert wanneer iemand door het overwegen van het feit de liefdeslust geheel vergaat. Sterker nog, de voortplanting is enkel mogelijk als de zich voortplantende mens dat soort biologische en morele waarheden buiten zijn bewustzijn weet te houden.
Nu is dat fenomeen niet uniek. De liefde maakt op meerdere terreinen blind voor de meest basale logica en objectieve realiteit. Zelfs de meest lelijke geliefden in de wereld vinden elkaar de mooiste en de liefste op aarde. En ook dat is maar goed, anders zou het snel gedaan zijn met de menselijke soort.
Geliefden zijn doodsbenauwd dat de prettige cocon van je geliefd, gewild en begeerd voelen, scheuren gaat vertonen. We doen er alles aan in onze omgeving om te zorgen dat de betovering niet verbroken wordt en de (ge)liefde gevierd en verzwolgen kan blijven worden. Niets is op die momenten zo storend als in het koude licht van een hal of toilet naar je eigen verwilderde gelaat te moeten koekeloeren. Terug in de warme ruimte nemen we een fikse slok en accepteren ieder compliment dat de verrukking en vervoering terugbrengt.
En hetzelfde fenomeen doet zich voor in de politiek. We willen horen en zien hoe goed we zijn, hoe deugdelijk. Hoe goed en hoe deugdelijk men ons in de rest van de wereld vindt. We vullen deugdzame kranten met scharen aan ‘dissidenten’, ‘oppositieleiders’ en ‘activisten’ uit den vreemde die onze deugdelijkheid bevestigen en die de morele verderfelijkheid van de leiders in de concurrerende invloedssferen bevestigen.
En ook in de vervoering van ons eigen politieke of ideologische narratief is niets zo hinderlijk en ergerlijk als een heldere spiegel bij koud licht die ons herinnert aan de objectieve waarheid omtrent ons doen en laten als land of volk. Niets is ergerlijker dan kranten of mensen die hun best doen om feitelijke objectieve waarheid te zoeken. Die verbreken het narratief van de deugdzame natie. Als we weer veilig achter onze kijkbuis zitten laten we ons maar al te graag vertellen dat die hinderlijke feiten ‘fake news’ zijn en dat we ‘vertrouwen’ moeten hebben in onze eigen overheden en media.
Hoe wreder en onrechtvaardiger een natie moet zijn om haar voortbestaan of invloedssfeer veilig te stellen des te moreler men zich naar binnen en buiten moet kunnen opstellen. Want uiteindelijk heeft de natie die in een oorlog de grootste meedogenloosheid en wreedheid kan verkopen aan de eigen bevolking de grootste kans een oorlog te winnen en dus haar voortbestaan te waarborgen.
In onze tijden van de continue “wereldoorlog in stukjes”, zoals paus Fransiscus het onlangs noemde, is het de taak van politici om steeds maar weer de voortdurende ‘kleine’ oorlogjes en regime-changes en andere ‘incidenten’ van het westen richting het oosten en het midden-oosten als voorbeelden van eerbaarheid, humaniteit en vredelievendheid aan de eigen bevolking te verkopen.
En wij als moderne feminiene samenlevingen zullen blijven vallen voor de Obama’s en Macrons van deze wereld, die ons met een messiaans aureool om het hoofd achter ideologische fata morgana’s laten aanjagen, en dat maatschappelijk momentum steeds maar weer verkopen aan de hoogste corporate bieders. Zoals vrouwen die keer op keer in de mooie praatjes van foute mannen trappen. Of andersom natuurlijk. We kunnen niet leven zonder de zoete leugens.