Bijna twee jaar nadat hij door de Poolse Binnenlandse Veiligheidsdienst ABW ontvoerd en in hechtenis genomen werd, is vorige week eindelijk een formele beschuldiging gepubliceerd tegen de oppositiepoliticus Mateusz Piskorski.
Piskorski was van 2005 tot 2007 lid van het Poolse parlement voor de populistisch-agrarische en eurosceptische partij ‘Samoobrona RP’ (Zelfverdediging van de Republiek Polen). In 2015 richtte hij een nieuwe politieke partij ‘Zmiana’ (Verandering) op, die zich uitsprak voor samenwerking met Rusland in Europees continentaal verband en zich zodoende tegen het NAVO-lidmaatschap van Polen keerde, militaire interventies in het Midden-Oosten en Noord-Afrika en de westerse rol in de Oekraïense crisis en bekritiseerde.
Dit was tegen het been van zowel de liberale oppositie als de conservatieve regering en op 18 mei 2016 werd Piskorski dan ook ontvoerd door agenten van de binnenlandse veiligheidsdienst ABW en gevangen gezet. Hoewel er tot vorige week officiële aanklacht tegen hem was, werd zijn naam intussen wel door het slijk gehaald in de Poolse pers. Zo zou hij gespioneerd hebben voor Rusland en China.
Keer op keer werd zijn tijdelijke hechtenis verlengd en pas vorige week, bijna twee jaar na zijn ontvoering door de geheime dienst, is hij formeel in beschuldiging gesteld. In de tussentijd konden zijn familie, vrienden en politieke partij juridisch vrijwel niets voor hem doen. Nu wordt hij er formeel van beschuldigd voor de Russische en Chinese geheime diensten te hebben gewerkt en “tegen de belangen van Polen”, in feite lijkt het er vooral om te gaan dat Piskorski politiek en publicitair ageerde tegen het buitenlandbeleid van de Poolse regering inzake de NAVO, Oekraïne en de verhouding met Rusland. Eén ding staat vast, door de leider van een onwelgevallige nieuwe politieke partij gevangen te zetten en een rechtszaak op de lange baan te schuiven, heeft het Poolse establishment zich voor jaren weten te ontdoen van een echte luis in de pels op het vlak van het Poolse buitenlandbeleid.