De handicaps van de immigrant
“Het probleem is dat witte mensen door het negeren van hun privileges een machtsongelijkheid in stand houden” aldus Gloria Wekker volgens haar exegeet Marian Donner (De Groene, 19.4.2018, pag. 24). Je macht in stand houden door van je voorrechten af te zien? Hm. Als ik het goed begrijp is mijn ‘witte privilege’ hierin gelegen dat ik, blanke Nederlander, geboren en getogen in de blanke samenleving die ik erfde van blanke voorgaande generaties – moreel laakbaar ben omdat die condities mij bevoordelen jegens immigranten, vooral die met een andere huidskleur. Dit verwijt doet denken aan het verwijt van ‘progressieve’ Arabieren in de jaren ’50 die Israël haar socio-economische voorsprong voorhielden als oorzaak van de vijandschap van haar Arabische buurlanden en eisten dat Israël zich socio-economisch negatief ontwikkelen zou tot het niveau van haar buurlanden: een eendere blinde onredelijkheid. In elke samenleving heeft de immigrant de handicap van ontwortelde inburgeraar jegens de gewortelde ingeburgerde autochtoon, en van het moeten opgeven van sociale status voor economisch gewin. Zoals een Surinaamse immigrant het eind jaren ’70 in een TV-uitzending verwoordde : Joe las’ joe fesi foe bere foeroe (je verliest je gezicht voor een volle maag). Zo’n immigratiehandicap is een psychosociale onvermijdelijkheid die in principe universeel is en met huidskleur niets van doen heeft. Ook de stadscreool in Paramaribo heeft zijn ‘privilege’ jegens de inwijkende bosneger of districtkoeli. Tenslotte staat het elke immigrant vrij terug te keren naar zijn land van herkomst om daar zijn autochtone privileges en onschuld weer op te nemen.