Afgelopen weekend was ik met een vriend bij het Haags literatuurfestival “Winternachten”, georganiseerd door Writers Unlimited; hier komen schrijvers en dichters over hun vak spreken, vaak in relatie tot de actualiteiten. In het verleden had dit festival een breed profiel, Portugees-Afrikaanse muziek en diepte-interviews met onderzoeksjournalisten werden afgewisseld met documentaires over PUAs en cocktails. Tegenwoordig ligt de nadruk meer op opinie.
In het eerste evenement ging Tommy Wieringa op de bank bij de Vlaamse psychiater Damiaan Denys. De crux was dat Wieringa niet zichzelf uitbeeldde, maar Nederland: Nederland lag op de sofa. Volgens Wieringa was Nederland neerslachtig, en stond het een diepe depressie “zoals aan de overkant van de oceaan” te wachten – daarmee doelend op Trump. Voor ik naar Winternachten ging, vreesde ik al dat dit festival volledig in het teken van Trump zou staan, omdat het festival een wat linkse-signatuur heeft en Trump is – na de val van de Berlijnse muur in 1989 – de grootste, ideologische schok, die naoorlogs links ooit heeft doorgemaakt. Juist om die reden was het festival erg interessant. Wieringa stelde dat Nederland zich in een leegte waant, net als het hele Westen eigenlijk. Hij refereerde aan de voor hem merkwaardige D66 verkiezingsslogan “En nu vooruit!” “Maar waarheen dan?”, aldus Wieringa tot groot vermaak van de zaal. Dit was de eerste les van de avond: er is maar één weg naar vooruitgang en die loopt i.i.g. niet via types als Trump (of populisten). Het staat voor Wieringa vast, dat Trump tot achteruitgang zal leiden: “archaïsch regressieve krachten”.
Vervolgens was Bas Heijne aan het woord, met het groepsgesprek “The return of Sultans & Tsars?”. Hierin werden de Turkse journaliste Ece Temelkuran en de Russische schrijvers Michaïl Sjisjkin en Sana Valiulina geïnterviewd over het intellectuele leven onder autoritaire leiders. Allen waren woonachtig in Europa. Volgens Sjisjkin en Valiulina is Poetin een dictatoriaal figuur en zijn Russen doodsbang om tegen hem in te gaan. Temelkuran ging opvallend weinig in op Turkije en Erdogan, ze richtte haar peilen vooral op Trumps verkiezing. Erg jammer, omdat je zou denken dat de islamisering van Turkije toch een van de beste voorbeelden is van wat Wieringa eerder op de avond “archaïsch regressieve krachten” noemde. Temelkuran merkte wel op dat er in de mens een oer-behoefte lijkt te zijn om achter een sterke leider aan te lopen. Zelfs als buitenstaanders waarschuwen, dat die sterke leider een natie naar de vernieling zal helpen. Het appèl aan de stam maakt een tribalisme los waar weinig mensen tegen bestand zijn, behalve intellectuelen natuurlijk. Temelkuran insinueerde dat dit nu ook in de VS gaande is.
Sjisjkin reageerde instemmend. “Mijn vader leefde tot 1989 in een wereldmacht die het fascisme overwonnen had”, vervolgens “kreeg hij brood van de Duitsers tijdens de Russische Hongerwinter”; “hij moest huilen van vernedering”. Sjisjkin stelde dat mensen als zijn vader de nationale grootsheid prefereerden boven vrijheid, zelfs als dat armoede betekent. De interessantste observatie werd overigens door Heijne zelf gemaakt. Heijne stelde de vraag: “het lijkt wel alsof identiteit, nationalisme, groepsgevoel, etc. boven universalisme gaan”. Heijne herontdekte hiermee Huntingtons observatie van botsende beschavingen, en scherpte die deels aan. Huntington stelde slechts, dat universalistische claims van de Westerse beschaving niet gedeeld worden door de andere grote beschavingen; islam, orthodoxie, China, Japan, India en Afrika. Heijne bemerkt dat bij Trump en Europese populisten universalisme ook afwezig is: ze willen opkomen voor hun eigen land, aan grote idealen hebben ze geen boodschap. De tweede les van de avond: politieke vooruitgang gaat via abstracties en progressieve idealen, niet via het nastreven van cohesie of nationale belangen.
De derde bijeenkomst “IS: Het Weerwoord” werd geleid door Hassnae Bouazza, Marokkaans-Nederlands publiciste. Zij had drie gasten uitgenodigd: schrijver Arnon Grunberg, oorlogscorrespondent Frank Westerman en de video-artieste Beri Shalmashi. Het ging er in dit gesprek om IS te ontmantelen, maar dan niet met legers en bommen. IS moest intellectueel verslagen worden; in Grunbergs woorden “ze zullen binnen 15 jaar inzien dat IS ze niets te bieden heeft, net als de Baader-Meinhof-Groep dat niet had”. Een vrij arrogant standpunt, aangezien islamitische fundamentalisten heilig overtuigd zijn van hun gelijk en bereid zijn daarvoor te sterven. Dat waren ze 16 jaar geleden ook al trouwens – zo lang is 9/11 inmiddels namelijk alweer geleden. Dat was weliswaar niet IS, maar al-Qaida, maar maakt dat wat uit? Islamitisch geweld komt uit dezelfde bron. Alhoewel Bouazza een in de basis interessant gesprek leidde, lukte het haar helaas niet om er een coherent groepsgesprek van te maken. Het gesprek leidde niet echt tot een conclusie.
Waarschijnlijk kwam dat door Frank Westerman, dikwijls nam hij het woord en kwam dan met allerlei persoonlijke verhalen op de proppen. Interessante verhalen wellicht, maar het voegde niet veel toe aan de kernvraag: hoe vernietig je IS-idealen? Arnon Grunberg vond ridiculisering een goede optie. Alhoewel dat een verstandig idee is, verbaast mij deze opmerking van Grunberg. Grunberg trekt namelijk dagelijks in zijn Volkskrant-minicolumn “Voetnoot” hard van leer tegen iedereen, die de islam ridiculiseert. Kritiek op de islam beschouwt Grunberg steevast als kritiek op moslims en kritiek op moslims staat voor hem gelijk aan discriminatie van minderheden. Om die reden ridiculiseert hij islamcritici veel vaker dan islamfanatici. Wellicht werpt Grunberg een rookgordijn op en wil hij op een cryptische manier islamcritici prikkelen om nóg betere islam-kritische argumenten te bedenken? Tot dusver kon geen enkele kritiek of criticus hem bekoren.
Beri Shalmashi wilde IS’ videoboodschappen zélf uithollen door al hun dreigende taal en symboliek te deconstrueren. Zo merkte ze op dat, nadat Mosoel strijders uit Europa verwelkomde, de potten pindakaas en Nutella al snel uitverkocht waren; “de Peshmerga strijden op water en brood”. De intentie is natuurlijk om Syriëgangers als verwesterder te omschrijven dan ze zich zelf realiseren. Jammer genoeg voor Shalmashi, het Nutella-verhaal is fakenews. Waarschijnlijk is dit Nutella-verhaal de wereld ingekomen, omdat mensen zich niet voor konden stellen, dat IS vrouwen aantrok. Vrouwen die zich vrijwillig bij IS aansluiten, dat staat zó haaks op het linkse wereldbeeld dat de waarheid niet waar mag zijn.
Frank Westerman stelde voor om de Nederlandse aanpak te gebruiken voor IS, zoals ten tijde van de Molukse treinkaping. In plaats van soldaten moeten er psychiaters gestuurd worden naar IS, want “die kunnen luisteren”. En psychiaters kunnen terroristen aanzetten “tot het maken van een grap”, wat leidt tot zelfspot; zelfspot zou dan weer leiden tot verminderde moordlust. Westerman contrasteerde de Nederlandse aanpak met “the Russian approach”, daarmee doelend op de “meedogenloze” aanpak van Poetin in Tsjetsjenië. Westerman gaf wel toe dat je hier niet alle terroristen mee kon bereiken. Dat is nogal een understatement, volgens de Vlaamse anti-terreurexpert Christophe Busch kun je van de 100 terroristen, er maar hooguit 10 tot 20 deradicaliseren. Aangezien dus 80-90 van de 100 terroristen niet bereikt kunnen worden met psychiaters, en Westerman de Russische aanpak expliciet afwijst, is het de vraag wat er dan nog voor opties over blijven. Soms blijft er simpelweg geen andere optie over dan geweld.
Derde les van de avond: beschavingsconflicten kunnen altijd geweldloos opgelost worden, als ze al niet vanzelf oplossen. Andere benaderingen spelen juist in op een verergering van het conflict, want die vergroten het wij-zij gevoel.
De lessen van de avond, opgesomd:
- Trump en populisme zijn regressieve krachten en zij staan vooruitgang in de weg;
- Politieke vooruitgang gaat via het nastreven van idealen en universalisme, in plaats van landsbelangen en cohesie;
- Beschavingsconflicten lossen met de tijd op, waarschijnlijk vanzelf; geweld is niet nodig.
Als ik die lessen zo eens op me in laat werken, begrijp ik waarom gevestigd links zo boos en ontredderd is na Brexit en Trump. Het ziet er naar uit dat er, figuurlijk, een tweede muur is gevallen. Ditmaal is er geen links bewind gevallen, maar is het linkse wereldbeeld stukgelopen op de realiteit. Dat laatste doet erg denken aan de hongerige Russen, die in 1990 huilend brood en kleding aannamen van de (vroeger vijandige) Duitsers. Alles waar ze in geloofden, bleek op drijfzand gebaseerd te zijn.