Een verdere wettelijke verscherping van de omgang van Kiev met de etnische minderheden in de Oekraïne dreigt, zo meldt de Hongaarstalige nieuwssite KárpátHír. Het gaat om een wetsvoorstel van 33 parlementsleden uit verschillende fracties, dat onlangs werd ingediend. Het wetsvoorstel wil het gebruik van de Oekraïense taal verplichten op alle politieke niveaus, tot aan het gemeentebestuur en de wijkraden toe.
Er is zelfs sprake van om dit niet alleen te beperken tot ambtenaren en (lokale) politici, maar ook de pers ertoe te verplichten al hun publicaties in de Oekraïense taal uit te voeren. Websites die in andere talen, zoals Russisch, Hongaars, Pools en Roemeens, berichten, kunnen gedwongen worden, al hun kopij eveneens in het Oekraïens uit te voeren. Ook televisie- en radiouitzendingen zouden in het Oekraïens uitgezonden moeten worden.
Maar dat is nog niet alles. Het wetsvoorstel bevat zelfs een bepaling over het culturele leven van de minderheden. Zo zou bij toneelstukken en dergelijke van minderheden aan de rand van het toneel een tolk de uitvoering simultaan in het Oekraïens moeten vertalen.
Het wetsvoorstel zou ook een massieve inbreuk in het onderwijssysteem betekenen. Van de kleuterschool tot de universiteit zou uitsluitend de Oekraïense taal toegestaan zijn. Kinderen van minderheden zouden een theoretische mogelijkheid hebben om facultatief hun moedertaal te leren, maar dan alleen op de basisschool. In het voortgezet onderwijs is er sprake van een absolute voorrang van de Oekraïense taal.
De 33 parlementsleden voorzien verder een in het leven te roepen ‘taalpolitie’. Taalcontroleurs zouden de uitvoering van de wet moeten bewaken. Bij overtredingen van de wet zouden die boetes van 3400 tot 8500 Hrivna (zo’n 100 à 300 euro) op kunnen leggen. Zware gevallen zouden tot strafrechtelijke vervolging kunnen leiden.
Het Oekraïense grondwettelijk hof zou reeds deze week over het lot van de bestaande taalwet kunnen beslissen, die de regionale status voor de Oekraïne levende minderheden garandeert. De bestaande taalwet stamt nog van voor de staatsgreep in het kielzog van de zogenaamde Euromaidan. Direct na de staatsgreep werd door het Oekraïense parlement reeds, in afwezigheid van een aanzienlijk deel van de leden, reeds een wet aangenomen die de bestaande taalwet introk. Dit leidde echter tot verontrustte reacties van de Raad van Europa, de OVSE en de ministers van Buitenlandse Zaken van landen zoals Polen en Roemenië. Ook was de intrekking van de taalrechten een van de motieven voor de secessie van de Krim. Waarnemend president Oleksandr Toertsjinov besloot vervolgens onder druk van binnenlandse weerstand en de internationale gemeenschap om de wet die de bestaande taalwet introk niet te ondertekenen tot het parlement een vervangende wet aangenomen heeft.