De laatste dagen van president Assad van Syrië zijn aangebroken, zo lijkt het. De stad Aleppo – een van de laatste bolwerken van de overheid – ligt al weken onder vuur. Steeds minder burgers steunen het beleid van Assad. Het gaat niet lang meer duren of hij zal moeten vluchten.
Het einde is in zicht. Moeten we nu euforisch zijn? Hoe eerder Assad weg is, hoe beter? Dat is de publieke opinie. Het regime moet omver, de oppositie heeft onze steun. En daarna? Dat zien we dan wel weer…
Het is opvallend hoe de media spreken over de oorlog in Syrië. De regering van Assad noemen we “regime” of “dictatuur”. De oppositie benoemen we als “opstandelingen” of “vrijheidsstrijders”. Dat heeft haast iets romantisch en creëert heel duidelijk een beeld van heldhaftige mensen die in opstand komen tegen een dodelijk nietsontziend regime. Wij – als Westen – steunen die vrijheidsstrijders. Het regime moet verantwoording afleggen van oorlogsmisdaden aan het Internationaal Strafhof.
In werkelijkheid ligt het niet zo makkelijk. Er is een bloedige burgeroorlog aan de gang in Syrië. Er is geen sprake van een simpel goed-foutschema wanneer we naar regering en oppositie kijken. Assad is een dictator en bij de oppositie zijn islamitische extremisten aangesloten. Terroristen zo u wilt. Beide partijen hebben bloed aan hun handen. Sterker nog, kunnen baden in bloed van duizenden slachtoffers.
Het is niet duidelijk (nog steeds niet) welke partijen nu precies strijden met wie. Christelijke en andere kleine minderheden steunen Assad uit vrees voor de islamitische extremisten in de oppositie. De sjiitische Hezbollah steunt Assad uit strategische overwegingen. Al Qaeda kiest de zijde van de oppositie en propageert hun boodschap van “zuivering”.
Wat doet het Westen? Roepen van de zijlijn. Een romantisch beeld scheppen van een burgeroorlog. Een oorlog die niet ontstaan is door de roep om (westerse) vrijheid. Maar een roep om “terug te keren naar de sharia”. En wij maar denken dat de Lente op komst is.
Hebben we dan helemaal niets geleerd de afgelopen jaren? De Arabische Lente begon met de dood van een Tunesiër. Duizenden doden verder is het nog steeds winter in de Arabische wereld. Waar is de lente in Egypte? Gestolen door de Moslimbroederschap en Morsi. Hoeveel doden moeten er nog vallen?
Het wegsturen van Assad lost het conflict in Syrië niet op. Op dat moment komt er slechts een nieuwe onderdrukker, een nieuw regime. Als die het voorbeeld volgen van Egypte komen minderheden nog meer onder druk te staan en zal ook in Syrië de sharia worden ingevoerd.
Is er een alternatief? Wellicht, maar niet zolang wij als westen de ogen sluiten voor die akelige werkelijkheid. Wanneer wij steun geven aan extremistische rebellen en die in het zadel helpen, zijn wij even schuldig aan misdaden en onderdrukking die we Assad verwijten. Er kleeft ook bloed aan onze handen. Het is naïef om te veronderstellen dat democratie altijd leidt tot meer vrijheid. In sommige gevallen is een seculiere dictator zelfs verkieslijk.
Er moet een overeenkomst komen waarin alle – nu strijdende partijen – zich kunnen vinden. Dat vraagt verregaande samenwerking en respect voor elkaar. Dat laat geen ruimte voor islamitische wetgeving die minderheden onderdrukt. Als we er dan toch iets van willen zeggen, laten we daar dan op wijzen.
Dit artikel verscheen ook in het Reformatorisch Dagblad.