Wenen – Hoewel er slechts een miljoen Tsjetsjenen zijn, vervullen zij steeds vaker belangrijke rollen in de strijd van islamistische groeperingen. En dat niet alleen in de Kaukasus, waar ze vandaan komen, maar ook in Europa, de Verenigde Staten en in Syrië en Irak.
De Ottomaanse Turken zagen de agressiviteit en het extremisme van de Kaukasische bergvolkeren, die zich langer dan wie dan ook hebben verzet tegen Russische overheersing, reeds en wisten dat ook te benutten in de strijd tegen Rusland. De Ottomanen zetten Tsjetsjenen en Cirkassiërs in allerlei opstandige provincies van hun rijk in, ze stonden bekend als extra felle strijders, omdat ze tegenover andere islamitische bevolkingsgroepen een minderwaardigheidscomplex hadden, vanwege hun relatief late bekering tot de islam.
Ook Adolf Hitler zou later Kaukasische vrijwilligersverbanden van de Wehrmacht inzetten in de oorlog tegen de Sovjet-Unie. Jozef Stalin deporteerde na de Tweede Wereldoorlog een groot deel van de Tsjetsjenen van de Kaukasus naar Centraal-Azië. Anders dan sommige andere gedeporteerde bevolkingsgroepen mochten de Tsjetsjenen echter in 1956 al weer terug keren naar Tsjetsjenië, waar ze al voor het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 als eersten de wapens opnamen tegen de Russen.
Deze onafhankelijkheidsstrijd was in eerste instantie nationalistisch gekleurd. De Tsjetsjeense islam had onder Stalin slechts ondergronds overleefd dankzij een oud broederschapsnetwerk. Onder invloed van wahabitische predikers uit Saoedi-Arabië ging de islam echter een grotere rol spelen. De nationalistische beweging onder de Tsjetsjenen werd geleidelijk overgenomen door een transnationale, religieus-ideologische beweging. Het feit dat de Tsjetsjenen islamieten waren, bood Al Qaida een bruggenhoofd voor het opzetten van operaties in de Kaukasus. Geleidelijk kreeg naast de traditionele, door de broederschappen in stand gehouden, gematigde islam, ook het extremistische salafisme een voet aan de grond onder de Tsjetsjenen. Heden ten dage zien we dan ook geen strijd meer tussen Russen en Tsjetsjenen, maar tussen verschillende Tsjetsjeense facties.
De voortdurende gewapende conflicten hebben in de afgelopen 25 jaar veel Tsjetsjenen doen vertrekken naar Europa en Amerika, waar ze asiel kregen, omdat het immers om vluchtelingen ging. Door hun broederschappen ontstonden er al snel ook in West-Europa en in de VS goed ingevoerde netwerken voor het salafisme en djihadisme. Zo hebben Tsjetsjeens djihadisten in de afgelopen jaren op het slagveld in landen als Afghanistan, Irak en Syrië een haast legendaire reputatie opgebouwd. Tsjetsjeen werd synoniem voor competente djihadist. De Tsjetsjenen hebben over de jaren een krijgscultuur ontwikkeld die eerder Russisch dan Arabisch aandoet. Zodoende hebben ze ook de reputatie dat ze op het slagveld effectiever zijn. Vooral in de ‘Islamitische Staat’ hebben Tsjetsjenen inmiddels leidersrollen op het slagveld opgenomen. Te denken valt aan Omar al-Shishani uit de Pankisivallei in Georgië, die in het Georgische leger het militaire handwerk geleerd heeft.
Niet alleen op het slagveld opereren Tsjetsjenen intelligenter en bedachtzamer dan bijvoorbeeld Arabieren of Turken. Ook op het gebied van terrorisme ontwikkelden ze zich, zoals bijvoorbeeld te zien is aan de mannen die een aanslag pleegden op de marathon van Boston, zij waren daarvoor nooit als islamisten naar buiten getreden en zeilden zo onder de radar door. Ook in West-Europa hebben Tsjetsjenen door hun internationale contacten en hun Europese voorkomen een leidende rol gekregen in djihadistische netwerken, vooral in België, Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk. Opvallend vaak zijn ze in grensgebieden te vinden, zoals de Elzas, het oosten van België of Oostenrijk. In Wenen alleen wonen 15.000 Tsjetsjenen en twee keer zoveel in Oostenrijk als geheel. Dat is de grootste concentratie Tsjetsjenen buiten Tsjetsjenië. Waar de Tsjetsjenen aanvankelijk bekend stonden als een groep die zeer tot integratie bereid was, is hun populariteit drastisch afgenomen, nadat ze eerst een bovengemiddelde criminele activiteit aan de dag legden en later door toenemende islamistische activiteit. Zo’n 100 Tsjetsjenen uit Oostenrijk zijn inmiddels naar Syrië of Irak getrokken om zich daar bij de strijders van IS te voegen. Daarbij ging het vrijwel uitsluitend om asielzoekers, waarvan de meesten reeds een verblijfsvergunning hadden.