Turkse campagne tegen Moeder Teresa in Macedonië

door | 4 september 2018

Met een reeks bekladdingen op de Moeder Teresa-gedenktekens en acties met strooibiljetten probeert de Turkse ambassade in Macedonië onder de etnische Albanezen de geliefde christelijke symboolfiguren Moeder Teresa en Gjergj Kastrioti ‘Skanderbeg’ van hun sokkel te stoten.

Moeder Teresa, de heilige van de armen van Calcutta, drager van de Nobelprijs voor de Vrede van 1979, geniet wereldwijd groot aanzien bij mensen van allerlei godsdiensten en kerken. Bijzonder vereerd wordt ze echter door de Macedonische Albanezen, want de uit een katholieke familie uit Noord-Albanië stammende Anjeze Gonxha Bojaxhu werd in 1910 in de huidige hoofdstad van Macedonië geboren.

Toen Moeder Teresa voor haar weergaloze inzet in Calcutta de Nobelprijs voor de Vrede ontving, verkeerden de door Albanezen bewoonde gebieden in Macedonië, Kosovo en Abanië nog onder communistische heerschappij. Niemand was destijds geïnteresseerd in haar Albanese afkomst. Dat veranderde vanaf de jaren ’90 echter, toen de landen en bevolkingsgroepen in kwestie nieuwe symboolfiguren nodig hadden.

Haar dood 21 jaar geleden, op 5 september 1997, haar zaligverklaring op 19 oktober 2003 en haar heiligverklaring op 4 september 2016, grepen alle Albanezen aan, ongeacht waar ze woonden. De datum van haar zaligverklaring werd in Albanië tot nationale feestdag verklaard, de luchthaven van Tirana werd naar haar vernoemd. In de hoofdstad van Kosovo, Pristina werd in 2010 een Moeder Teresa-kathedraal geopend en in haar geboorteland Macedonië herinneren in Skopje een Moeder Teresa-gedenkteken en een gedenkhuis aan haar en zijn er in zo ongeveer alle door Albanezen bewoonde plaatsen wel gedenktekens voor haar.

Juist in haar geboorteland Macedonië zijn er echter toenemende aanwijzingen van een campagne tegen de ‘Moeder van alle Albanezen’. Sinds het voorjaar wordt haar gedenkteken in Skopje keer op keer bekladt met radicaal-islamitische leuzen. Als de bekladdingen verwijderd worden, wordt het gedenkteken steeds weer opnieuw besmeurd. Strooibiljetten die in Skopje verspreid werden, eisten dat het Moeder Teresa-huis in de Macedonische hoofdstad gesloopt wordt en dat de verering van deze “ongelovige” gestaakt wordt. “Alleen een islamitische Albanees is een ware Albanees”, zo heette het op aanplakbiljetten.

Turkse propaganda

De uit Kosovo stammende onderzoeksjournaliste Arbana Xharra heeft deze campagne na lang onderzoek weten te herleiden tot de Turkse ambassade en Turkse scholen in Macedonië. Deze verspreiden sinds enkele jaren onderhands propagandamateriaal tegen de Albanese christenen, die ongeveer een kwart van de bevolkingsgroep uitmaken. Turkse diplomaten en leraren propageren daarin de gedachte dat de Abanezen altijd islamitisch zouden zijn geweest. Hoewel historisch duidelijk is dat de Albanezen pas vanaf de Ottomaanse veroveringen in de 14e en 15 eeuw met de islam in aanraking kwamen. Voor het atheïstische bewind van Enver Hoxha goldt voor Albanië de vuistregel dat een derde van de bevolking katholiek, een derde orthodox en een derde islamitisch was.

De Turkse propagandisten lijken de Albanezen echter te willen gebruiken als een instrument voor het vergroten van de islamitische en Turkse invloed op de Balkan. De hetze tegen Moeder Teresa is zo bezien slechts het topje van de ijsberg.

Hoe sterk de Turks-islamitische invloed in Skopje reeds geworden is, merkte de onderzoeksjournaliste toen ze de uitkomsten van haar onderzoek in Macedonische media wilden publiceren. Geen enkele krant of radiozender wilde zich aan het onderwerp wagen. Zodoende werd het materiaal uiteindelijk door het Griekse dagblad Kathimerini gepubliceerd.

Skanderbeg

Naast Moeder Teresa richt de Turkse campagne zich ook tegen een andere nationale held van de Albanezen, Gjergj Kastrioti ‘Skanderbeg’. De van 1405 tot 1468 levende vorst uit het adellijke geslacht van de Kastrioti leidde in de 15e eeuw als eerste een opstand van de toen nog christelijke Albanezen tegen de Ottomaanse overheersers en gold zelfs in de communistische tijd nog als een Albanese nationale held. Radicaal-islamitische Albanezen in Macedonië willen echter niets van hem weten, omdat hij slecht aansluit bij hun ideaal van totale islamisering van de Albanezen.

Wat de Albanezen in Macedonië in 2001 met een korte burgeroorlog niet konden bereiken, namelijk meer rechten voor hun minderheid die een kwart tot dertig procent van de bevolking uitmaakt, lukt nu langs democratische weg alsnog. Ze waren namelijk nodig om de sociaaldemocraten aan een regeringsmeerderheid te helpen. Zo is het Albanees sinds mei 2018 de tweede officiële taal in geheel Macedonië.