Ook met maar één presidentstermijn lijkt Trump een maat te groot voor zijn tijdgenoten. Wie als solotwitteraar een onwillig publiek weet te overtuigen en daarbij het staande politieke gedachtengoed omver blaast (Midden-Oosten, klimaat, NATO, Noord-Korea, immigratiebeleid, fiscale hervorming, economische groei – tot de coronacrisis leek het niet op te kunnen) verdient onze bewondering. Het enige wat de Democraten daartegenover wisten te stellen was een mislukte ‘impeachment’ (een onterecht afzettingsvoorstel) en de recente geslaagde actie om Trump monddood te maken door zijn twitteraccount te sluiten (vals spel). Onze krant en de overige media berichten nu besmuikt over een tweede ‘impeachment’. Dat klinkt ernstiger dan het is. Impeachment is de eerste stap in een afzettingsprocedure, die inhoudt dat het Huis van Afgevaardigden bij gewone meerderheid de president in staat van beschuldiging stelt voor wangedrag dat ernstig genoeg is voor zijn afzetting. De geschiedenis van de VS kent vier impeachment-processen: Andrew Johnson, Nixon, Clinton en Trump. Nixon trad vóór de eerste stemming af. De drie andere afzettingspogingen sneuvelden in de Senaat die zo’n afzettingsvoorstel alleen met een tenminste tweederde meerderheid van stemmen kan overnemen. In Trump’s geval speelt tevens dat hij binnen drie weken aftreedt, waarmee deze impeachment verandert in een soort zelfbevredigings-act van zijn tegenstanders.
Maar er schuilt nog een adder onder het gras: het 25e amendement van de Amerikaanse grondwet voorziet in een buiten-functiestelling van de president (het woord afzetting wordt daar niet gebruikt), in het geval de vicepresident en een meerderheid van de kabinetsleden oordelen dat de president niet in staat is te functioneren (‘unable to discharge the powers and duties of his office’). De presidentsfunctie wordt dan onmiddellijk overgenomen door zijn vicepresident. Als echter vervolgens de president in een schriftelijke verklaring laat weten dat er geen sprake is van een ‘inability to function’ herneemt hij onmiddellijk het presidentschap. De vicepresident en de meerderheid van het kabinet kunnen dan binnen vier dagen in beroep gaan bij de voorzitters van de Senaat en het Huis van Afgevaardigden; die beslissen dan binnen 21 dagen ten gunste van de President of van zijn tegenstanders. In Trump’s geval kan ook dit proces nooit afgerond zijn voor de einddatum van zijn ambtstermijn (20 januari). Deze opzet van zijn tegenstanders (de leiding van de Democraten) is echter ingegeven door de wens om met zo’n ‘verklaring van arbeidsongeschiktheid’ Trump’s kandidaatstelling voor het presidentschap in 1924 te kunnen aanvechten.
De evidente vijandschap van de Democraten jegens Trump, zoals gedemonstreerd door Nancy Pelosi die een jaar geleden als voorzitter van het Huis van Afgevaardigden Trump’s laatste ‘State of the Union’ voor de draaiende TV-camera’s blad voor blad verscheurde, is welhaast psychopathisch. In plaats van Pelosi af te zetten reageerde haar partij met instemming. Trump trok als solotwitteraar zijn partij omhoog naar zijn niveau van lef en visie. Dat ook Biden en de Democraten op zo’n niveau zouden kunnen opereren blijft een vrome wens.