De linkse protestpartij van Spanje, Podemos (‘We kunnen’), neemt in de meest recente peilingen fors af in kiezersgunst. Podemos had zich nadrukkelijk als Spaanse tegenhanger van de Griekse socialistische alliantie SYRIZA geprofileerd, zodat het voor de hand ligt dat de teruggang van Podemos samenhangt met de deconfiture van de Griekse partijleider en premier Alexis Tsipras die zijn beloften aan de kiezers niet gestand deed.
Slechts enkele maanden voor de parlementsverkiezingen in Spanje komt Podemos in twee op zondag gepubliceerde peilingen niet verder dan 15% van de stemmen. De gevestigde volkspartijen hebben beduidend meer steun, de conservatieve Partido Popular (PP) kan op 29,1% rekenen en de sociaaldemocratische PSOE op 25,1%. Een twee weken geleden gepubliceerde peiling voor het dagblad El Pais voorspelde nog een nek-aan-nek-race tussen de drie partijen.
In de regionale verkiezingen dit voorjaar en vooral in de recente lokale verkiezingen leden de twee grote gevestigde partijen pijnlijke verliezen. Zo wist Podemos onder ander de burgemeestersposten van Madrid en Barcelona binnen te halen. De PP van premier Rajoy komt voortdurend negatief in het nieuws vanwege haar bezuinigingsbeleid, maar ook vanwege verscheidene corruptieschandalen. Hoewel de economische groei aantrekt, heeft het land nog altijd te leiden onder grote werkloosheid.
In de recente peilingen is Podemos, dat op enig moment virtueel zelfs de grootste partij was, niet eens meer de derde partij, maar wordt ze voorbij gestreefd door de relatief jonge links-liberale ‘Partij van de Burgers’ (Ciutadans). Deze kon wel eens uit gaan maken wie er na de parlementsverkiezingen kan gaan regeren.