Op 17 maart stemmen wij. Hoe gevaarlijk kan dat zijn? Heel gevaarlijk, denkt columnist Koldenhof van het Leidsch Dagblad: 10 miljoen mensen op één dag in beweging en in contact met elkaar. Ook OMT-lid Gommers gruwt bij de gedachte alleen. Koldenhof en Gommers zien een paar dingen over het hoofd. Die 10 miljoen mensen gaan niet tegelijk maar over de hele dag gespreid één voor één naar het stemhokje (de stembureaus zijn open van half acht ‘s ochtends tot negen uur ‘s avonds) – wie dat vaker deed weet dat het in stemlokalen gewoonlijk erg rustig is. De drie leden van het stembureau zullen achter plexiglas zitten en toezien op de anderhalve meter en op het mondkapje. Elke stemmer krijgt een leeg stemhokje. En die mensen gaan daarna natuurlijk ook naar hun supermarkten en overige essentiële winkels. Dat stemmen is slechts één extra activiteit buitenshuis en zo gereglementeerd dat het besmettingsrisico verwaarloosbaar is.
De modale Hollander lijkt psychologisch bijziend. Niet zolang geleden is er gestemd in de Verenigde Staten, met of zonder mondkapje. De mondkapjesdragers wonnen, vooral dankzij het schriftelijk stemmen vooraf, wat aan de einduitslag een ambiance van onbetrouwbaarheid gaf. Enfin, u heeft daar uitgebreid over kunnen lezen: nergens werd gewag gemaakt van een gevaar voor de volksgezondheid. Natuurlijk zou het beter zijn als op 17 maart alle corona-risicogroepen – waar Koldenhof (60 jaar) en Gommers (57 jaar) niet bij horen – inmiddels gevaccineerd zouden zijn.