Twee politiek-religieuze figuren, de één politieker dan religieuzer en vice versa, weerspiegelen een opmerkelijke trend. Waar de één op handen wordt gedragen door de links-liberale media en hun klapvee, maar zijn gedrag aanleiding geeft tot serieuze zorgen over de geestelijke gesteldheid van de persoon in kwestie, valt de ander ten prooi aan off-line pseudo-psychologische analyses en on-line beschouwingen waar het vitriool vanaf druipt. Ik heb het over paus Franciscus, pontifex, en Donald Trump, president.
Het is opvallend hoe deze twee personen, die iedere dag de media halen, elkaars spiegelbeeld vormen in de berichtgeving over hun handelen én hun karakter. Het progressieve deel van de media juicht nagenoeg alles wat paus Franciscus zegt en doet toe. Ieder interview, iedere toespraak, zelfs bijna iedere preek wordt met applaus ontvangen. Foto’s waarop Franciscus een vluchteling in de armen sluit of een peuter in de arm krijgt geduwd, vinden hun weg naar de voorpagina’s van seculiere kranten en webzines. Het kan hun niet gek genoeg wezen en alles wordt kritiekloos omarmd. De media en hun volgelingen stellen echter geen vragen bij het soms ridicule en warrige optreden van de pontifex. Geen off-line psychologische analyses vanachter het beeldscherm of interviews met psychiaters die vanaf het Sint Pieter-plein de paus onderwerpen aan een analyse. Terwijl daar best wel redenen voor zijn (los van de beroepszonde dat geen enkel persoon zonder een onder-vier-ogen-gesprek geanalyseerd mag en kan worden). Neem bijvoorbeeld het grillige gedrag tijdens zijn laatste reis naar Peru en Chili. In dat laatste land ligt de katholieke kerk vanwege een aantal ernstige misbruikschandalen zwaar onder vuur. De kerk in één van de meest katholieke landen in Latijns-Amerika ziet de dagelijkse misgang sterk teruglopen. Maar de paus knuffelt een paar inheemse indianen en neemt een zeer omstreden Chileense bisschop in bescherming. Franciscus lijkt bij tijd en wijle op een dronken kardinaal in een monstransen-tentoonstelling.
Het beeld dat de media schetsen van Donald Trump is precies het tegenovergestelde. De Amerikaanse president is razend populair onder cartoonisten en stand-up comedians en gepubliceerde foto’s laten hem vooral op zijn onvoordeligst zien. Iedere stap en iedere ademtocht van Trump volgen de media kritisch. De president wordt door wannabe-psychiaters en psychoanalytici op afstanden van honderden tot duizenden kilometers geanalyseerd. Openlijk stellen journalisten activisten met een perskaart het verstandelijk vermogen van Trump ter discussie. En de Trump-stemmers zijn vooral angstige mannen. Het zijn kortom geen rationeel denkende personen (en hoewel het seculiere journaille dat ook van christenen denkt, zal men dat niet snel in combinatie met paus Franciscus opschrijven). Maar er is nauwelijks een gedegen politieke analyse in de progressieve media te vinden van het presidentiele beleid. Over welke politieke successen hij heeft geboekt in zijn eerste jaar. Bijvoorbeeld de enorme belastinghervorming die hij door het Congres wist te krijgen. Nee, liever weer het zoveelste satirische columpje over een tweet van Trump of over een aankoop die zijn vrouw deed.
De pontifex en de president leven in het spiegelpaleis van de progressieve media. Waar de één door de seculiere journalisten al heilig is verklaard – hij mag in het pantheon zijn plaats innemen naast Sint Obama – wordt de ander verketterd en tot het hulpje van Satan genomineerd. Serieus is het allemaal niet.