Ernst Hillebrand is de chef van het bureau voor internationale politieke analyse van de aan de Duitse SPD gelieerde Friedrich Ebert Stiftung, eerder leidde hij de bureau’s van diezelfde organisatie in Parijs, Rome, Londen en Santiago de Chile. Er is een “spook” dat hem bezighoudt, namelijk het “rechts-populisme in Europa”. Zo luidt dan ook de titel van Hillebrands nieuwste boek, waarin hij de vraag nagaat, of de zegetocht van rechtse ‘populisten’ de democratie schaadt. Die vraagt wordt natuurlijk bevestigend beantwoord, waarbij het er echter alle schijn van heeft dat de auteur eerder bezorgd is om de toekomst van de SPD dan om die van de democratie. Want zoals bekend verliest zijn partij aanzienlijke aantallen kiezers aan de ‘populisten’ van de Alternative für Deutschland (AfD).
Bovendien is de keuze voor dit begrip misplaatst. Zoals de politicologe Karin Priester in de meest lezenswaardige bijdrage aan de bundel schrijft, wordt het stigmatiserend bedoelde begrip ‘populist’ door politici en media inmiddels dermate inflationair gebruikt cq misbruikt, dan men nog slechts van plompe propaganda kan spreken. Desalniettemin tapt het leeuwendeel van de andere bijdrages uit hetzelfde vaatje als de media. Daarbij komt het vaak niet verder dan gemeenplaatsen over extremisme dat aangekomen is in het midden van de samenleving en islamofobie die zou voortkomen uit een gevoel van culturele superioriteit en angst voor het vreemde en waarvoor vooral provincialen (lees: achterlijken) uit het oosten van Duitsland cq Europa vatbaar zouden zijn. Over superioriteitsgevoel gesproken…
Naast het analytische deel, waarin het gaat om het ‘rechts-populisme’ als politiek fenomeen, bevat de bundel tien zogenaamde case studies, waarin auteurs uit Denemarken, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië, Oostenrijk, Polen, Tsjechië, Hongarije, Zwitserland en Nederland stuk voor stuk de ‘populistische’ beweging in hun land presenteren. Daarbij gaat het natuurlijk zonder uitzondering negatief toe.
De bundel brengt echter goed in beeld hoe zeer het ‘rechts-populisme’ aan populariteit wint. Zo is het toch de moeite waard om te lezen, al heeft Hillebrand het vast niet zo bedoeld. Het ging hem er natuurlijk om het rechts-populisme te ‘ontmaskeren’ en strategieën te bespreken om het ‘spook’ te lijf te gaan.
De case studies komen eigenlijk stuk voor stuk nogal hulpeloos over, ongeacht of ze nu van Hillebrand zelf of van René Cuperus (van de aan de PvdA gelieerde Wiardi Beckman Stichting), David Goodhart (van de links-liberale denktank Demos in Londen) of de Oostenrijkse journalist Robert Misik komen.
Hillebrands berustende conclusie luidt dan ook dat het ‘rechts-populisme’ nog wel verder in kracht zal toenemen en ook het politieke landschap in Duitsland zal veranderen. En daarin zal hij vast gelijk krijgen, de vermeende schade voor de democratie wordt in zijn boek echter nergens aangetoond.
Cuperus gaf er eerder nog wel blijk van tenminste een deel van de reële zorgen van mensen die zich aangesproken voelen door ‘rechts-populisten’ te erkennen, maar inmiddels wordt getuige recente columns (waarin hij de zaak op zijn kop zet door populisten zaken te verwijten die eerder politici van gevestigde partijen te verwijten zijn) in de Volkskrant zijn begrip allengs minder. Cuperus komt daarmee meer op de koers van andere sociaaldemocraten in Nederland en de rest van Europa, die werkelijk geen flauwe notie hebben wat ze aanmoeten met de opkomende anti-establishment-partijen.
En dat terwijl het toch de normaalste zaak van de wereld zou moeten zijn om politiek te voeren voor de populus, voor het volk. Klassieke sociaaldemocraten hadden daar gevoel voor, kwamen op voor de economische belangen van de arbeidersklasse en de lagere middenklasse. Maar omdat men zelf opwaartse sociale mobiliteit gekend heeft en aangekomen is in het systeem, zijn sociaaldemocratische politici steeds meer elitair gaan denken, zodat men zich onderhand steeds moeilijker kan verplaatsen in ‘gewone mensen’ waarvoor dat niet opgaat.
N.a.v. Ernst Hillebrand (red.), Rechtspopulismus in Europa. Gefahr für die Demokratie? (Bonn, 2015), paperback, 189 p.