SGP stelt Kamervragen over Palestijnse ophitsing

door | 26 januari 2012

De Palestijnse autoriteit moet onmiddellijk afstand nemen van de ophitsende woorden van moefti Muhammad Hussein. Zo niet, dan moet Nederland snijden in de subsidie aan de Palestijnse autoriteit. Dat stelt SGP-fractievoorzitter Van der Staaij in schriftelijke vragen aan minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken.

De aanleiding van de vragen zijn de ophitsende woorden van moefti Muhammed Hussein op de Palestijnse staatstelevisie bij de 47e verjaardag van Fatah. Likoed Nederland plaatste hierover een persbericht op hun website.

De moefti, de belangrijkste geestelijke op de Westbank, citeerde islamitische geschriften: “De dag des oordeels zal niet komen totdat jij de Joden bevecht. De Joden zullen schuilen achter rotsen en bomen. Maar zij zullen roepen: ‘Oh moslim, dienaar van Allah, er is een Jood achter mij, kom en dood hem.”
____________________
Schriftelijke vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de minister van Buitenlandse zaken over Palestijnse ophitsing ten aanzien van de Joden

  • Heeft u kennis genomen van de oproep van de Moefti Muhammad Hussein – prominent uitgezonden door de Palestijnse staatstelevisie op de Westbank – tot het bevechten en doden van Joden? Hoe beoordeelt u deze oproep, die werd gedaan op een plechtigheid ter gelegenheid van de 47e verjaardag van Fatah?
  • Hoe beoordeelt u het feit dat deze oproep werd gedaan in een context waarin ronduit gesproken werd over een bestaande oorlogssituatie tussen Palestijnen en Joden (‘de afstammelingen van apen en varkens’) en werd gestaafd met een letterlijk beroep op de islamitische leer?
  • Is het bericht juist dat deze Moefti benoemd is door de Palestijnse autoriteit?
  • Vormt deze oproep geen flagrante schending van de Oslo-akkoorden, waarin de Palestijnse leiding zich verplicht ophitsing tegen de Joden actief te bestrijden?
  • Welke consequenties c.q. sancties verbindt u aan deze handelwijze van de Palestijnse autoriteit?
  • Bent u bereid om de Palestijnse Autoriteit te vragen om klip en klaar afstand te nemen van de gewraakte uitspraken van de Moefti en zo mogelijk te bevorderen dat de Palestijnse autoriteit haar banden met de betreffende Moefti verbreekt?
  • Bent u bereid – als de Palestijnse autoriteit niet onmiddellijk afstand neemt van deze ophitsing – de subsidie aan de Palestijnse autoriteit te beperken nu onvoldoende werk wordt gemaakt van het tegengaan van geweld en ophitsing (zoals onder meer is verzocht in de Kamermotie-Van der Staaij, 21501-02, nr. 1039)? Bent u tevens bereid dit ook op Europees niveau te bewerkstelligen?