Rutte schaft zich af

door | 14 januari 2021

De door KOZP georganiseerde Damdemonstratie op de jl. Eerste Pinksterdag lokte tegenstrijdige reacties uit. In eerste instantie concentreerde het debat zich op de mogelijke gevaren voor de volksgezondheid. Pas later, in de Kamerdebatten, werd het gebeuren in zijn ideologische context geplaatst.

Mijn eerste reactie gaf ik jl. woensdag in het hier volgende ingezonden stuk aan de Telegraaf waar ik verder niets op terug hoorde:

DE KRITIEK OP HALSEMA

Door onvoorziene omstandigheden werd burgemeester Halsema mikpunt van onterechte kritiek. Realistisch gezien: Het schoonvegen van de Dam met de lange lat zou zelfs Annabel Nanninga te ver zijn gegaan. Dus moest de Damdemonstratie zijn beloop hebben. Halsema was daarbij dupe van afspraken met een onbekwame of onbetrouwbare organiserende partij: KOZP meldde hooguit 300 deelnemers maar was gelijktijdig via WhatsApp en Facebook druk bezig om zoveel mogelijk mensen naar de Dam te halen. Die overvolle Dam was voor Halsema totaal onvoorzien maar was hun werk. Burgemeester Halsema had echter oog moeten hebben voor een heel ander aspect van deze aangevraagde demonstratie: Een demonstratie tegen een racistische moord georganiseerd door de actiegroep Kick Out Zwarte Piet is een grove ongerijmdheid, is net zoiets als een demonstratie tegen kindermishandeling georganiseerd door de anti-abortusorganisatie Schreeuw om Leven: belachelijk, ongeloofwaardig en ongepast. Burgemeester Halsema had beter moeten nadenken en had zich moeten realiseren dat zij ook burgemeester is voor al die Amsterdamse kindertjes die hun Sinterklaas willen vieren mèt Zwarte Piet.

Omdat ik het ingezonden stuk kort wilde houden ben ik op de morele aspecten van de KOZP-actie niet dieper ingegaan. Laat ik daarover nu duidelijk zijn:

Het is kwalijk, intens gemeen en lasterlijk, dat KOZP op die manier een link heeft gelegd tussen een racistische politiemoord (formeel doodslag, op George Floyd) in de VS en de Nederlandse zwartepiettraditie die, hoe je het ook keert of wendt, met racisme niets van doen heeft (geen enkele raciale groep wordt door het verschijnsel Zwarte Piet op enigerlei wijze materieel of immaterieel benadeeld). De uitspraak “Zwarte Piet is racisme” is dan ook in de eerste plaats een lasterlijke leugen. Dat die uitspraak daarnaast ook een vrije meningsuiting is, is geen excuus. Fatsoen en respect voor de tegenpartij horen ook te gelden bij meningsuitingen.

Het was apert vals spel om een al jaren lopend conflict dat via politiek correcte publiciteit werd uitgelokt en geforceerd is opgespeeld, zo volstrekt opportunistisch op lasterlijke wijze te koppelen aan die racistische moordpartij in de VS.

Je kunt nog aannemen dat Halsema in een moeilijke situatie die haar boven het hoofd groeide dit soort samenhangen over het hoofd heeft gezien. Maar dat Rutte na afloop bij rustige bezinning tijdens het Kamerdebat het nodig vond te gaan getuigen van zijn ‘change of heart’ betreffende Zwarte Piet, getuigt van een minachting voor de kiezer die binnen ons land uitzonderlijk genoemd mag worden. Ik weet niet of Rutte het zelf door had maar in feite heeft hij, door zich in dat debat aan te sluiten bij het KOZP-standpunt, de overgrote meerderheid van het Nederlandse volk waaronder ook de meerderheid van de VVD-stemmers, weg gezet als eigenlijk toch wel een stel racisten.

Onze premier is mensen tegengekomen die ‘zich ongelofelijk gediscrimineerd voelen omdat die Piet zwart is’ (een duidelijk gevalletje aanstellerij vanuit een boosaardige opzet, lijkt mij) ‘en dat is toch wel het laatste wat je wilt bij het Sinterklaasfeest’. Langs die motivatielijn zou je dus ook de Gay Parade niet moeten willen, of kun je in feite elke publieke (politieke, sociale of godsdienstige) manifestatie afwijzen zodra er lieden naar voren komen die verklaren zich daardoor gediscrimineerd of gekwetst te voelen. Ik herinner mij te hebben gelezen dat in de eerste helft van de vorige eeuw van dit soort tactieken ampel gebruik is gemaakt door het publieke antisemitisme (af en toe rispt dat nog op, bijvoorbeeld in het debat over ‘kosher’ slachten).

Onze premier heeft dus een soort ‘bekering’ meegemaakt waardoor hij niet meer de politicus is waarop de kiezers in maart 2017 hebben kunnen stemmen en door wie de VVD de grootste partij werd. Dit soort bekeringen is niet courant maar wel bekend uit onze staatkundige geschiedenis: Henri Marchant, vrijzinnig hervormd, was leider van de Vrijzinnig Democratische Bond (een vooroorlogse voorloper van de VVD – een partij voor nette buitenkerkelijken en vrijzinnig hervormden, met voor die tijd progressieve ideeën maar wars van het socialisme). Die VDB werd in 1933 coalitiepartner in het tweede kabinet Colijn waarbij Marchant de onderwijsportefeuille toegewezen kreeg. In 1934 werd bekend dat minister Marchant zich heimelijk bekeerd had en was overgegaan naar de Rooms Katholieke kerk. Dit dwong hem tot aftreden. In die tijd gold in de RK gezindte als geloofsfeit dat de ongelovige na zijn dood zou branden. Die voorziene hellevaart voor een groot deel van zijn kiezers, sloot voor Marchant een voortgezette politieke geloofwaardigheid uit. Voor Rutte geldt nu een soortgelijk dilemma: zijn ideologische bekering tot de KOZP-visie bestempelt een belangrijk deel van zijn kiezers nu tot racisten (een soort ideologische hellevaart).

Rutte zou de eer aan zich kunnen houden en aftreden. In het andere geval zou de Tweede Kamer via een motie het vertrouwen in zijn persoon als premier van Nederland moeten opzeggen.