Russische opinieleiders die het opnemen voor Vladimir Poetin zijn een zeldzaam verschijnsel in de Westerse media. Dmitry Babich, een zelfverklaarde ‘linkse conservatief’, behoort tot dit illustere gezelschap. Als politiek analist van Sputnik International (voorheen radiozender Voice Of Russia) is hij te zien geweest bij de BBC, CNN, Al Jazeera en ook de NOS, in actualiteitenrubriek Nieuwsuur. Babich zegt dat hij zijn meerderen nooit vooraf op de hoogte stelt van zijn buitenlandse tv-optredens. Ook gaat hij er prat op dat hij nooit met dubbele tong spreekt. Russen of niet-Russen, hij stemt zijn opinies niet af op zijn gehoor.
Novini nodigde Dmitry Babich uit voor een gesprek over de Russische media, met als deelonderwerpen: Russisch nepnieuws; de maatregelen die de VS hebben getroffen tegen RT en Sputnik; het geweld tegen Russische journalisten; en de blijvend lage ranking van Rusland in de persvrijheidsindexen.
U staat op de loonlijst van Sputnik. Zowel Sputnik als RT ontvangen financiering van de Russische staat. Ze worden in het Westen beschuldigd van propaganda. Hoe kijkt u daar tegenaan? [1]
De reden dat invloedrijke personen in het Westen zo kwaad zijn op RT en Sputnik is dat wij de westerse media te kijk zetten, meestal ook nog gebruik makend van citaten opgetekend uit diezelfde westerse media. In feite observeren wij de observator. En wij zetten die observator te kijk als vooringenomen en misleidend.
Verder moeten degenen die ons beschuldigen van propaganda eerst maar eens met bewijzen komen dat wij de zaak bedriegen.
Misschien zetten RT en Sputnik de werkelijkheid een beetje naar hun hand door sommige zaken consequent wel te melden en andere niet?
Elk nieuwsmedium is in zekere zin selectief, en dat kan ook niet anders omdat je niet al het nieuws en alle opinies kunt brengen die er zijn. Maar RT is duidelijk minder selectief dan de Westerse media. Zo worden representanten van het pro-Amerikaanse Moscow Carnegie Center wel aan het woord gelaten bij RT, terwijl het onvoorstelbaar is dat CNN zendtijd geeft aan Rusland-sympathisanten uit de VS.
Maar u bent wel op CNN te zien geweest.
Ik ben geen Rusland-sympathisant uit de VS. Ik ben een Rus, wonend in Rusland, geen Amerikaan. Maar inderdaad, ik ben op CNN geweest. Eén keer. Vier jaar gelden, en niet als iemand die de andere kant van het verhaal mocht belichten.
Hoe was het om te gast te zijn in het programma Nieuwsuur?
De eerste keer was één of twee dagen na de ramp met MH17. De interviewer sprak daarover alsof het 100 procent zeker was dat het vliegtuig was neergehaald door Russen of hun handlangers in het gebied, en dat het allemaal de schuld was van Poetin. Mijn pogingen hem er op te wijzen dat het niet alleen de schuld kon zijn van Rusland werden afgedaan als ‘pro-Poetin talk’. Ik was bijna in tranen toen. Niet alleen vanwege de manier waarop ik werd aangesproken, maar ook omdat de ramp zelf mij heel erg aangreep.
Toen de redactie mij daarna nog een keer vroeg, heb ik toegezegd op voorwaarde dat ik op een beleefde manier bejegend zou worden.
Terug naar RT en Sputnik. RT wordt in de Westerse media vaak genoemd in verband met nepnieuws over een Russische jongen die gekruisigd zou zijn in Oekraïne, en een Russisch meisje dat verkracht zou zijn in Duitsland door vluchtelingen.
Ten eerste zijn die verhalen niet de wereld ingeholpen door RT, maar door de Russische tv-zender Kanaal 1. En ten tweede heeft Kanaal 1 die verhalen niet gebracht met de bedoeling het publiek te misleiden, maar omdat ze dachten dat ze echt waren.
Ik vind het niettemin onprofessioneel van Kanaal 1 dat ze een verhaal zoals dat over de gekruisigde jongen niet hebben geverifieerd voordat ze het uitzonden. Maar in de Westerse pers wemelt het van dat soort verhalen. Neem Omran, het bloedbevlekte jongetje uit Aleppo. Er is geen tv-zender in het Westen die daar geen beelden van heeft uitgezonden, en steeds met de onderliggende boodschap: Kijk eens hoe barbaars de Syrische en Russische luchtmacht tekeer gaan boven Aleppo. RT spoorde Omran en zijn vader op en het bleek dat het hele verhaal nep was, en in scene was gezet door de grote favorieten van het Westen in Syrië, de zogenaamde Witte Helmen, die trouwens op zichzelf al een neporganisatie zijn.
Terwijl Rusland zich met RT en Sputnik richt op een Westers publiek zijn de VS na afloop van de Koude Oorlog nooit opgehouden met Voice Of America, Radio Free Europe en Radio Liberty.
Belastinggeld uit het Oosten en belastinggeld uit het Westen, een groot verschil nietwaar? Als ‘filantropen’ als George Soros bepaalde media financieren, dan kun je er ook zeker van zijn dat hij dit doet vanwege de belastingaftrek. Uiteindelijk wordt alles betaald uit de belastingkas.
De VS hebben recentelijk RT America aan banden gelegd, door ze onder meer te verplichten zich te laten registreren als ‘foreign agent’. Rusland heeft inmiddels tegenmaatregelen genomen.
De Russische Foreign Agent wetgeving uit 2012 is vooral een kopie van de American Foreign Agents Registration Act uit 1938. De wet wordt gebruikt voor niet-gouvernementele organisaties, NGO’s, die politieke doeleinden nastreven en gefinancierd worden vanuit het buitenland. De Russische wet is nooit bedoeld geweest voor de media, en is er ook nooit voor gebruikt. Maar in de VS hebben ze nu besloten dat ze hun wet uit 1938 gaan gebruiken tegen RT en Sputnik. Met het gevolg dus dat Rusland hetzelfde gaat doen.
In de Westerse media wordt veel en vaak gesproken over de zogenaamde trollenfabriek in Sint-Petersburg, van waaruit het Westen wordt bestookt met nepnieuws, en discussies op sociale media worden beïnvloed.
Ik geloof niet in Russische trollenfabrieken, omdat het gewoonweg onmogelijk is dat die verantwoordelijk kunnen zijn voor de stortvloed aan lezersreacties op anti-Rusland artikelen zoals te zien zijn op zoveel verschillende buitenlandse websites. In tientallen verschillende talen ook nog.
Ik ben goed bekend met mijn collega’s van de Poolse afdeling van Sputnik, en ik weet daarom hoe moeilijk het is om in Rusland mensen te vinden die fatsoenlijk Pools spreken en schrijven. Maar toch tref je steeds weer honderden of duizenden reacties aan van verontwaardigde Poolse lezers op artikelen in de Poolse pers waarin gewaarschuwd wordt voor ‘het Russische gevaar’ of waarin nepnieuws over Rusland wordt opgevoerd, bijvoorbeeld over Russen die in 2010 het ongeluk met het presidentiële vliegtuig zouden hebben veroorzaakt door het vliegveld van Smolensk in de mist te zetten.
De Westerse media zijn van zichzelf al zo vooringenomen, tegenstrijdig, en vaak ook gewoonweg nep, dat er geen Russische trollen nodig zijn om dat aan het licht te brengen. Dat doet het publiek in het Westen zelf al.
Oppositiejournalist Oleg Kashin schreef onlangs in The Moscow Times dat de Westerse media niet langer een rolmodel zijn voor de onafhankelijke media in Rusland, vanwege het vervormde beeld dat Westerse journalisten schetsen van Rusland sinds anderhalf jaar.
Dat is zeker waar, maar de desillusie over de Westerse media ontstond al veel eerder. De Westerse verslaggeving van de oorlogen in Tsjetsjenië en Joegoslavië was zo bevooroordeeld en eenzijdig, dat journalisten en anderen in Rusland die in staat waren het Westerse nieuws te volgen teleurgesteld begonnen te raken. De openlijke steun van de Westerse pers aan de gewapende opstand in Syrië en aan het wrede nationalistische regime in Oekraïne heeft inmiddels voor iedereen in Rusland die toegang heeft tot het internet duidelijk gemaakt hoe ‘objectief’ de Westerse pers in werkelijkheid is.
De Russische media zijn ‘niet vrij’, volgens twee toonaangevende organisaties die overal ter wereld de vrijheid van pers meten. Wat vindt u van die kwalificatie?
Het is onmogelijk de vrijheid van pers te meten. Het is nepwetenschap.
Maar de Russische media zijn erg divers in vergelijking met de Westerse media. Wij hebben bijvoorbeeld kranten die steun betuigen aan de Westerse interventie in Syrië en die de Russische hulp aan de Syrische regering afwijzen. Grote kranten als Vedomosti, Kommersant en Nezavisimaya hebben dat voortdurend gedaan. Noem mij in Frankrijk of Groot-Brittannië een krant die schrijft: “We hadden Assad met rust moeten laten. We hebben er verkeerd aan gedaan ons met Syrië te bemoeien want door onze inmenging zijn er vele levens verwoest.”
Ander voorbeeld: Er zijn Russische kranten die volledig op de hand zijn van het regime van Porosjenko in Oekraïne. Zo noemde het weekblad Sobesednik de Maidan-coup van 2014 een ‘waardige revolutie’ en de milities in Donbass ‘criminelen’. Sobesednik is geen marginale publicatie. Het is een grote krant die je overal hier in Moskou in de kiosk kunt kopen.
Het idee dat de Russische pers niet vrij is lijkt erg te worden bepaald door berichten in de Westerse pers over geweld tegen journalisten.
De meeste moorden op journalisten in Rusland hadden van doen met het aan de kaak stellen van onoorbare praktijken van machtige lokale oligarchen, burgemeesters en gouverneurs, die onder Jeltsin als koningen regeerden. Onder Poetin hebben ze veel van hun macht moeten inleveren. De gouverneurs, en ook de burgemeesters, weten nu dat zelfs het geringste vermoeden van betrokkenheid bij moord het einde kan betekenen van hun carrières.
Er zijn dit jaar twee journalisten vermoord. In 2016 nul. Maar toch lijkt het de goede kant uit te gaan. Uit de cijfers van het Amerikaanse Committee To Protect Journalists (CPJ) blijkt dat er onder Jeltsin dubbel zoveel werd gemoord als onder Poetin. In het Westen lijkt iedereen juist te geloven dat juist Poetin de boosdoener is. Dat hij een moordgolf in gang heeft gezet.
De moordgolf op journalisten nam een aanvang onder Gorbatsjov. In de laatste jaren van de Sovjet-Unie werd er een privatisering in gang gezet. Dit creëerde een ‘markt’ voor moorden. Machtige clans raakten met elkaar slaags in de strijd om de controle over eigendommen, waaronder mediaconcerns.
Waarom denkt u dat er zo weinig moorden zijn opgelost?
Er zijn wel degelijk veel moorden opgelost. Het probleem is dat de Westerse media er niet over berichten als ze zijn opgelost of tot een veroordeling hebben geleid. Dat zou teveel in tegenspraak zijn met de leidende verhaallijn van het ‘wetteloze Rusland’. De moord op Anna Politkovskaya is bijvoorbeeld opgelost, de moordenaars zijn veroordeeld tot lange gevangenisstraffen, maar in het Westen leek niemand werkelijk geïnteresseerd.
Maar de meerderheid van de zaken is niet opgelost.
Ik ken de precieze statistieken niet. Over het algemeen is het moeilijk huurmoorden op te lossen. De moordenaars worden vaak weer door andere criminelen uitgeschakeld, en het is moeilijk te achterhalen wie opdracht heeft gegeven voor de moord. Zelfs als je de verdachte vindt, dan is het moeilijk diens schuld aan te tonen.
Radio-presentatrice en columniste Yulia Latynina, die onlangs uit Rusland is gevlucht omdat ze meermaals is aangevallen, verwijt de overheid een gebrek aan bescherming. Ze zegt: “Het is niet dat Poetin of het Kremlin achter dit soort aanvallen zitten. Ze knipogen naar degenen die ze organiseren.”
Yulia Latynina had het aan de stok met bepaalde criminele elementen, die haar met stront besmeurden, onder het motto van: ‘We imiteren Latyninas manier schrijven over Rusland”.
Ik vind het walgelijk; ik kan dit soort acties niet goedkeuren.
Maar anders dan Latynina zou ik niet willen beweren dat de staat oppositiejournalisten in het geheel niet beschermt. Er zijn vele gevallen waarbij de daders van soortgelijke acties tegen bekende leden van de oppositie in de gevangenis belandden.
Het zijn steeds liberale journalisten die worden aangevallen. Wat drijft burgers die hiervoor verantwoordelijk zijn? Yulia Latynina zegt dat ze denkt dat de mensen niet echt kwaad zijn op haar. “Hun motivatie is dat ze groot willen worden in de ogen van Poetin.”
Ik deel die mening niet. Mensen zijn wel degelijk boos. Als je Echo Moskou aanzet, het ulra-liberale radiostation waar Latynina nog steeds haar wekelijkse programma presenteert, dan hoor je daar dat de Sovjet-Unie erger was dan Hitlers Duitsland; dat het in de genen van de Russen zit om te leven onder een dictatuur; dat de Russische president optrekt met moordenaars. Zulke uitspraken maken mij kwaad, omdat ze onwaar zijn en oneerlijk.
Russische liberalen worden in eigen land wel uitgemaakt voor ‘landverrader’. Waarom is dat?
Russische liberalen, zoals Vladimir Kara-Murza, spreken zich in het buitenland vaak uit voor hardere sancties tegen Rusland, omdat, zoals ze zeggen, “Poetins regime geen andere taal begrijpt.”
Voor veel kwaadheid zorgden ook liberalen die de slachting goedkeurden die het Oekraïense leger aanrichtte in Donetsk en Loegansk. De krant Sobesednik is daar een voorbeeld van. Er waren zelfs liberalen die zich vrolijk maakten over gesneuvelde Donbass-soldaten.
U erkent dat zowel liberalen als conservatieven zich schuldig maken aan haatzaaïerij, en het verontrust u dat de kloof tussen beide partijen alleen maar groter is geworden. Wat moet er gebeuren?
De meeste haatdragende taal komt van de ultra-liberalen[2] of van voormalige ultra-liberalen die, na de gebeurtenissen in Libië, Syrië en Oekraïne, gewoonweg zijn overgelopen naar het patriottische kamp. Zoals Vladimir Solovjov. Hij werkte lange tijd voor het ultra-liberale tv-station NTV onder de pro-Westerese oligarch Vladimir Goesinski. Daar leerde hij hoe je weg kunt komen met de ergste beledigingen. Van iedereen die tekeer gaat tegen Echo Moskou is hij de grofste.
Er zijn onder Poetin veel maatregelen genomen om de media aan banden te leggen. We hadden het net al over de ‘foreign agents’ wetgeving. Er is nu ook een wet die het aandeel van buitenlandse eigenaren in Russische mediabedrijven beperkt tot 20 procent.
Die wet is heel makkelijk te ontlopen, en dat gebeurt ook. Veel buitenlandse eigenaren maken nu gebruik van dekmantels. Ze betalen Russische bedrijven om zich voor te doen als eigenaar. Zo is het dagblad Vedomosti in Moskou begonnen als gezamenlijk project van The Wallstreet Journal en The Financial Times. Na de invoering van de nieuwe wet heb ik geen verschil waargenomen in de redactionele koers. Deze is nog steeds onversneden pro-Westers, en wie op dit moment de eigenaar ook moge zijn, de ultra-liberale invloed spreekt dagelijks uit de pagina’s.
The Moscow Times van Derk Sauer werk ook met een dekmantel. De krant staat geregistreerd in Nederland, maar wordt uitgegeven door het Russische Korsamedia.
Wat heeft de Russische overheid eigenlijk te vrezen van buitenlandse media-eigenaren? Vormen zij een bedreiging?
Het hangt er van af. Op dit moment niet. Maar in een bepaalde crisissituatie misschien wel. Het is nu al zo dat 80 procent van de Russische kwaliteitspers anti-Poetin is: Vedomosti, Kommersant, RBC, Nezavisimaya Gazeta, Novaya Gazeta, MK, Sobesednik, et cetera.
Op het moment dat president Viktor Janoekovitsj werd afgezet in Oekraïne, had hij 90 procent van de media tegen zich. Het probleem was dat Janoekovitsj zich nooit iets aantrok van wat de kranten over hem schreven. Hij dacht dat economie en diplomatie belangrijker waren. Dat was een grote vergissing.
De meeste Russen verkrijgen hun nieuws van tv-zenders die in eigendom zijn en onder controle staan van de staat. Dus wat valt er dan te vrezen van de oppositiekranten?
Ook op de staatszenders zijn er programma’s waarin kritisch gesproken wordt over de overheid en Poetin persoonlijk. De pro-westerse leider van de ultra-liberale partij Jabloko, Grigory Javlinski, sprak laatst nog 30 minuten aan een stuk op Kanaal 1 over zijn politieke programma en zijn kritiek op Poetins buitenlandpolitiek.
De staatszenders zijn wat dat betreft diverser dan de ultra-liberale pers, waar het anti-Poetin sentiment overheerst.
Verdenkt de Russische overheid buitenlandse NGO’s en media-eigenaren ervan aan te sturen op regime change?
De meeste oorlogen van de afgelopen twintig jaar begonnen als burgeroorlogen, die ontketend werden vanuit het buitenland. In zowel Syrië als Libië begon het met een opstand. Maar die opstanden van radicale soennieten waren aangezwengeld door Al Jazeera en werden daarna volop gesteund door de Westerse media. Met zulke voorbeelden voor ogen, moet je een idioot zijn om niet in te zien dat dezelfde tactieken van regime change ook op Rusland worden uitgetest.
Welke bewijs ziet u dat het Westen aanstuurt op regime change?
De voormalige Amerikaanse vice-president Joe Biden zei, tijdens zijn bezoek aan Moskou in 2010, dat hij niet wilde dat Poetin opnieuw president zou worden. Dit was een openlijke intentieverklaring. Tel daar de retoriek bij op van de Russische media die onder controle staan van Amerikaanse en Europese eigenaren. Alles wijst op regime change-intenties.
In 1996 werd president Boris Jeltsin herkozen met behulp van een Amerikaans campagneteam. Misschien dat dat nog een rol speelt in de argwanende manier waarop Russen kijken naar buitenlandse invloeden in hun land?
Het Russische volk is het niet vergeten, maar de belangrijkste rol werd gespeeld door corrupte Russen, de oligarchen die praktisch alle kranten in handen hadden. Jeltsin genoot in januari 1996 een waardering van 5 procent. Hij was zeer impopulair. De oligarchen besloten daarom hun krachten te bundelen en hun kranten aan het werk te zetten om Jeltsin herkozen te krijgen. En het lukte ze nog ook, met de hulp overigens van de buitenlandse media. Zoals een Franse journalist toen tegen mij zei: “In het Westen hebben we maar één kandidaat voor het Russische presidentschap: Jeltsin”.
Volgens hoofdredactrice Eva Hartog van The Moscow Times begeef je je in de gevarenzone als je aan de financiële belangen komt van Poetin en diens naasten. Toen journalisten van RBC een vriend van Poetin in verband brachten met de Panama Papers, kwam RBC in de problemen met de Belastingdienst, werd de hoofdredacteur ontslagen en werd directeur Derk Sauer opeens verdacht van aandelenfraude.
Het heeft RBC er niet van weerhouden door te gaan met het bekritiseren van Poetin. Als je kijkt naar RBC, maar ook naar Kommersant, Novaya Gazeta of Nezavisimaya Gazeta, dan zie zie je dat 50 procent van hun artikelen gaan over Big Money en Poetin of andere regeringsfunctionarissen. En dus is het wel degelijk mogelijk daar over te schrijven.
Kijk ook even wie de voormalige eigenaar is van RBC (de voormalige baas van Derk Sauer, EvdB): de miljardair Mikhail Prokhorov. Hij nam het op tegen Poetin tijdens de presidentsverkiezingen van 2012. Toch bleef de Westerse pers benadrukken dat RBC één van de laatste bastions was van de onafhankelijke journalistiek in Rusland.
Ik vind Prokhorov een cynische en verdorven man. U herinnert zich misschien dat hij in Frankrijk gearresteerd werd? Hij verkeerde in het gezelschap van zestien vrouwen. De politie verdacht hem ervan die vrouwen aan te bieden aan zijn vrienden. Na drie dagen werd hij weer op vrije voeten gesteld. Omdat hij tegen Poetin was, sloot de politie het onderzoek en werd hij door de Franse overheid onderscheiden met het Légion d’Honneur. Het zal waarschijnlijk de enige keer in de Franse geschiedenis zijn geweest dat iemand die er van verdacht werd pooier te zijn op zo’n manier werd geëerd.
Dus u denkt dat de publicatie over de Panama Papers niet heeft geleid tot de problemen bij RBC? Dat het allemaal toeval was?
De naam van Poetin komt helemaal niet voor in de Panama Papers. Alleen een vriend van Poetin, die cellist. Maar hij is niet dezelfde persoon als Poetin, en het is ook geen familielid van Poetin. Maar op de een of andere manier besteedde de Westerse pers, schrijvend over de Panama Papers, meer aandacht aan Poetin dan aan de Oekraïense president Porosjenko, wiens naam wel voorkomt in de Panama Papers omdat hij wel zijn geld op die rekeningen had staan. En niemand die hem vraagt wat hij doet met de pers in zijn land, die drastisch is veranderd onder Porosjenko. Het is in Oekraïne niet langer mogelijk iets positiefs te zeggen over Rusland. Ook is de journalistiek een gevaarlijk beroep geworden in Oekraïne. Maar de Westerse pers blijft liever gefocust op de positie van journalisten in Rusland. Het lijkt ze niks uit te maken dat sinds Porosjenko aan de macht is er jaarlijks journalisten worden vermoord in Oekraïne.
[1] Nieuwsuur-presentator Eelco Bosch van Rosenthal kondigde vorig jaar Dmitry Babich aan tijdens een bijeenkomst in De Balie door te zeggen dat het onzinnig was te beweren dat RT een ‘propaganda-middel’ is. Zie videoregistratie vanaf de 38ste minuut.
[2] Dmitry Babich verstaat onder ultra-liberalen: neoliberalen. Hij prefereert de term ultra-liberalen, omdat volgens hem het belangrijkste kenmerk van het ultra-liberalisme niet is dat het ‘nieuw’ is maar ‘ultra’, een extreme vorm van liberalisme.
Russische media en Nederlandse Ruslandverslaggeving
Dit interview is onderdeel van een reeks interviews en artikelen van Eric van de Beek over de Russische media en de verslaggeving van Nederlandse media over Rusland. Eveneens verschenen in deze reeks:
|