Retoriek over externe bedreigingen leidt af van echte problemen EU

door | 23 februari 2017

De aanvallen op Trump of Poetin dienen slechts om de aandacht af te leiden. De Europese Unie gaat te gronde aan problemen die ze zelf heeft voortgebracht.

Met het oog op de nieuwe machtsverhoudingen in Washington en de dreiging uit Moskou, moet de Europese Unie nu nog nauwer samenwerken. Zo klinkt het uit de monden van de leiders van de gevestigde partijen in Berlijn en diverse andere Europese hoofdsteden. Het vindt echter weinig weerklank. 

De vroegtijdige aankondiging van Jean-Claude Juncker, dat hij geen tweede ambtstermijn als voorzitter van de Europese Commissie nastreeft, wijst op een diepe ontmoediging aan de top van de EU. Zijn ambtstermijn loopt per slot van rekening pas in 2019 af.

In werkelijkheid steekt achter de verwijzing naar de “uitdagingen” van de andere kant van de Atlantische Oceaan en van Rusland een poging om het snelle verlies aan interne samenhang van de EU te overbieden met mobilisatie tegen externe (vermeende) bedreigingen.

Komende zomer zou de Unie al keihard met de neus op de door haar zelf gemaakte fouten gedrukt kunnen worden, wanneer de Griekse crisis zijn nieuwe hoogtepunt bereikt. Op het moment proberen de partijen in Brussel, Athene en andere Europese hoofdsteden nog een beeld van standvastigheid in hun onderscheiden standpunten ten toon te spreiden. Zo ook Berlijn, waar minister van Financiën Wolfgang Schäuble weer eens – puur hypothetisch uiteraard – de mogelijkheid van een Grexit ter sprake bracht. En zelfs München doet een duit in het zakje. De Beierse minister van Financiën Markus Söder, eist, met een schuin oog op de belabberde peilingen voor CDU-CSU, dat tegenover nieuwe ‘hulp’ aan Griekenland een onderpand “in de vorm van contant geld, goud of vastgoed” staat.

Söders eis mag dan niet onterecht zijn en Schäubles gedachte-experiment over een Grexit niets te vroeg, we weten nu al dat het er niet van komt. In plaats daarvan zullen de betrokkenen nog maar eens een compromis zoeken en vinden. Een compromis dat niets oplost, maar alleen alles op een nog langere baan schuift, in de hoop dat die baan eindeloos is. Maar dat bestaat natuurlijk niet: Iedere verkeerde ontwikkeling moet op een gegeven moment tot een ontknoping komen. Als dat te lang vooruitgeschoven wordt, komt het alsnog, maar dan met een knal.

Hieraan en niet aan Trump, Poetin of de ‘populisten’ kan de EU te gronde gaan. Maar de verantwoordelijke politici lijken er niet eens meer op uit te zijn om de neergang te stuiten, zoals het wanbeleid in het geval van Griekenland laat zien. Het gaat de politici in Brussel, Den Haag, Berlijn of Athene er alleen nog maar om dat ze zichzelf nog een poos buiten schot kunnen houden, om hun “gezicht bewaren” voor de kiezers thuis, dat is alles.

Als nu kandidaat-bondskanselier Martin Schulz (SPD) waarschuwt voor een nieuwe escalatie van de Griekse crisis, wil hij verhullen hoe groot zijn aandeel als EU-leider in deze ramp is. Wie zoals hij de vergemeenschappelijking van de staatsschulden in de EU voorstaat, heeft juist die politieke onverantwoordelijkheid aangeblazen, die uiteindelijk de hele EU kan doen instorten. Juncker heeft wel zo’n voorgevoel van wat komen gaat en zoekt vast zijn weg naar de uitgang.