Johan Almekinders: Radicale politiek geeft ‘kleine luyden’ een stem

door | 12 november 2020

Door Johan Almekinders

Als ervaren ondernemer kwam ik in maart 2019 als onervaren volksvertegenwoordiger in de Provinciale Staten van Overijssel. In de afgelopen anderhalf jaar ben ik de ervaring rijker dat er veel verwarring en onbegrip heerst over de beschuldiging van radicaliteit waarmee het kartel Forum voor Democratie in de hoek wil zetten. In dit artikel betoog ik waarom radicale politiek nodig is om onze democratische rechtsstaat te versterken.

Het begon al direct met het samenstellen van een nieuwe coalitie. In de onderhandelingen wist FVD vertrouwen te verwerven, zodat de formatie met ons van start ging. Maar op advies van de landelijke partijtop – naar verluidt heeft zelfs eurocommissaris Frans Timmermans zijn gewicht ingezet om zijn partijgenoten in de provincie onder druk te zetten – haakte de PvdA af. Bij de ChristenUnie van Gert-Jan Segers, voor wie samenwerken met D66 en GroenLinks geen enkel probleem is, was dezelfde huiver merkbaar. fvd zou te radicaal zijn om mee samen te werken.

Het mantra van de kartelpartijen is meer gebaseerd op ongefundeerde oneliners dan op een gedegen onderbouwing. Als bewijs voor de zogenaamde radicaliteit wordt vooral verwezen naar de vermeende afwijzing van de democratische rechtsstaat. Deze wordt vereenzelvigd met de afwijzing door FVD van de met cultuurrelativisme doordrenkte multiculturele samenleving.

Een bizarre beschuldiging, omdat FVD bij uitstek is opgericht om de falende rechtsstaat te versterken. Een falende rechtsstaat? Daarvan kun je spreken wanneer een kartel van circa slechts tienduizend actieve leden van een machtsblok gevestigde partijen onderling de banen en functies verdeelt binnen de overheid, adviesorganen, rechterlijke macht, publieke omroep, zorg, onderwijs, woningcorporaties en andere instellingen. Dit cliëntelisme corrumpeert en ondergraaft onze democratische rechtsstaat. Als het radicale politiek is om de belangen van dit partijkartel te doorbreken en te bouwen aan een democratischer Nederland met behulp van referenda, gekozen ambtsdragers, het inperken van de dikastocratie en het terugdringen van de macht van de Europese Unie en de almaar uitdijende invloedssfeer van internationale verdragen, is fvd radicaal. Het herstellen en versterken van onze democratische rechtsstaat vraagt dan blijkbaar om radicale politiek.

Bij deze radicale politiek hoort ook het inzicht dat er een maatschappelijke en politieke elite bestaat die steeds meer onthecht raakt van gewone mensen die geen deel uitmaken van de bevoorrechte club. Deze elite heeft lang geprobeerd te ontkennen dat ze er is. Alsof het bestaan van een elite een verzinsel is, zodat FVD populisme kan worden verweten. Inmiddels wijzen diepgravende artikelen in kranten als Trouw en Volkskrant, klassieke media en spreekbuizen van het kartel, uit dat er daadwerkelijk een internationaal georiënteerde elite bestaat van hoogopgeleide, goedverdienende mensen die de dienst uitmaken in de samenleving. Daartegenover staan de middenklasse en de arbeiders die zich het beleid en de keuzes van de elite moeten laten welgevallen.

Over radicaliteit gesproken, deze elite maakt keuzes voor de huidige en komende generaties die zeer ingrijpend zijn, maar waarvan de democratische legitimiteit zwaar mag worden betwijfeld. Het gaat om keuzes over het bevorderen van massale immigratie, over het ondergeschikt maken van nationale belangen aan een web van internationale instellingen en verdragen en over een klimaatbeleid met hallucinante doelstellingen dat ons land lelijk maakt, verarmt en onder het mom van solidariteit ons kapitaal en pensioenen overhevelt naar andere landen.

Voor de elite is deze koers vanzelfsprekend. Zelfs het ter discussie stellen alleen al van klimaatdoelen, vraagstukken van soevereiniteit en migratiebeleid leidt al tot de beschuldiging van politieke radicaliteit. Alsof onze bevolking op enig moment heeft kunnen kiezen voor een dertigjarenplan à la communisme om het klimaat met een verwaarloosbare 0,0003 graden Celsius te beïnvloeden. Als de mens dat al kan. Bij de verkiezingen in 2017 voor de Tweede Kamer was het geen verkiezingsthema om ons landschap te industrialiseren met onafzienbare zonnevelden en clusters windturbines zo hoog als wolkenkrabbers. Zonder draagvlak (afgezien van symbolische afkoopsommen), zonder oog voor haalbaarheid en betaalbaarheid zoveel geld en landschap opofferen aan symboolpolitiek om ‘onze verantwoordelijkheid te nemen’, dat is wat kiezers wordt opgelegd. Een maatschappelijk debat over deze Haagse keuze is niet gevoerd. Of het moeten de klimaattafels zijn, waar alleen de voorstanders van- en belanghebbenden bij de klimaatdoelen welkom waren.

Alsof onze bevolking ooit heeft ingestemd met de grootscheepse immigratie die de gevestigde partijen toestaan. Het migratiesaldo breekt het ene record na het andere. Onder de vlag van vluchteling halen we scheepsladingen economische gelukszoekers binnen. Problematische integratie, de druk op onze sociale voorzieningen, criminaliteit, het zijn allemaal onderwerpen die de elite koste wat het kost uit de weg wil gaan. Het zijn ook thema’s waarover niemand zich ooit bij het invullen van een stembiljet heeft kunnen uitspreken. In de Haagse wereld waar het kartel onderling zaken doet, worden deals gesloten die vergaande gevolgen hebben voor onze samenleving. De radicale politiek van fvd houdt in dat wij onze bevolking daarover zeggenschap willen geven.

Alsof onze bevolking anders op enig moment een kans zou krijgen zich effectief uit te spreken over de eu-integratie. Hoewel, in 2005 heeft bijna twee derde van de kiezers zich uitgesproken tegen het vormen van een Europese superstaat met een eigen grondwet. De elite heeft de grondwet hernoemd naar een verdrag en gewoon ingevoerd. De overheveling van bevoegdheden, de sluipende verweving van ons beleid met datgene wat bureaucraten in Brussel bedenken, het vormgeven van een Frans-Duitse transferunie die onze welvaart naar met name Zuid-Europa pompt, gebeurt buiten de invloed van de kiezer om. Vanuit rechtstatelijk perspectief is het fundamenteel fout dat het rode vakje op het stembiljet weinig meer is dan een draai aan het roulettewiel. Een democratie waarbij de invloed van het volk op het beleid dermate indirect wordt dat het een schijninvloed wordt, ondermijnt zichzelf. FVD staat een radicale politiek voor die Nederlanders invloed geeft op wat Nederlanders zelf willen. Dat is radicaal anders dan het kartel deals te laten sluiten die een internationaal gezinde elite goed uitkomen.

Bij de koers die FVD voorstaat, een koers waarover de kiezers zich kunnen uitspreken, past een visie. FVD heeft een herkenbaar verhaal over trots op onze nationaliteit, over gedeelde waarden en normen, over ondernemingszin, over verbinding in tradities, over een samenleving die vrijheid koestert, over ondermijnende identiteitspolitiek. Hoe minder andere partijen zelf een inspirerend Groot Verhaal hebben, hoe armoediger het eigen gedachtegoed is, hoe meer het eigen programma een kopie lijkt van dat van de electorale concurrenten in het midden, en hoe groter de neiging is om het alternatief voor de kiezer als radicaal weg te zetten. Het is een machteloze uiting van geestelijke armoede. Het verhult ook dat de kartelpartijen ondanks een gebrek aan inspirerende ideeën tegelijk pragmatisch en technocratisch radicale keuzes maken.

De partijen die vooraan staan wat betreft de beschuldigingen van radicaliteit, en daarin een reden zien om fvd uit te sluiten, zijn GroenLinks, D66, PvdA en ChristenUnie. Het zijn stuk voor stuk partijen waarvan de ontstaansgeschiedenis radicaal is gekleurd. Die radicaliteit werkt in negatieve vorm door tot op de dag van vandaag. Zo wordt GroenLinks vertegenwoordigd door prominente politici die niet alleen met de meest gruwelijke communistische regimes hebben gesympathiseerd, maar die zich bovendien daar nooit van hebben gedistantieerd.

De politieke radicaliteit die FVD wordt verweten, kan toch in de geschiedenis van deze partijen geen onbekende zijn. In de jaren tachtig van de twintigste eeuw spraken vertegenwoordigers van het huidige GroenLinks over een ‘parlementaire schijndemocratie’, die slechts een ‘karikatuur’ is van de ‘ware volksmacht’. De ‘kapitalistische bazendemocratie’ waarin beroepspolitici alles bij het oude willen laten en de burger slechts het recht heeft ‘af en toe een stembiljet in te vullen’, moest worden vervangen door ‘een echte democratie voor het hele volk’. Dat klinkt heel wat anders dan de gouvernementele opstelling waarmee deze partij de laatste tijd de SGP naar de kroon probeert te steken.

Ook de PvdA had enkele decennia geleden plannen voor radicale democratisering op alle niveaus en meer inspraak voor de burger. Daarbij mag worden vermeld dat de radicaliteit voor de Nederlandse buitenlandpolitiek dwingend een positieve houding voorschreef tegenover linkse dictaturen en een negatieve tegenover de NAVO. Van het uitsluiten van andersdenkenden waren de sociaaldemocraten overigens reeds een halve eeuw voor de coalitievorming in Overijssel goed bekend, zoals de anti-KVP-motie van het partijcongres van 1969 aantoont.
Dan het vanuit het ideaal van radicale democratisering ontstane D66. De stelling van oprichter Hans van Mierlo was dat de democratieën in Europa aan het eind van hun Latijn zijn gekomen met aan de ene kant machthebbers met politiek als dagelijkse bezigheid, en aan andere kant burgers op grote afstand daarvan. Hij wilde het politieke bestel zelfs heel radicaal laten ‘ontploffen’. Zijn medeoprichter pleitte voor een totale stop op de toelating van asielzoekers. Veel immigranten zijn afkomstig uit landen waar weinig of geen cultuur bestaat. Als ze wat meenemen, zijn het slechte gewoonten, aldus Hans Gruyters.

De ChristenUnie is ontstaan vanuit een beweging tegen de gevestigde partijen die allemaal hetzelfde zouden voorstaan. Ze waren tegen Europese eenwording en tegen de multiculturele samenleving. Partijideoloog Bart Verbrugh wilde moslimmigranten het kiesrecht ontnemen en een beleid van remigratie voeren. Standpunten die de partij nu als huiveringwekkend radicaal beschouwt. Verder waren de voorgangers van ChristenUnie vóór de apartheid in Zuid-Afrika, en vóór goede contacten met het Oud-Strijders Legioen.

Laten we behalve het viertal linkse partijen die FVD op voorhand uitsluiten ook eens naar het CDA kijken. Ook bij deze partij is een stroming die het midden dermate verabsoluteert dat alles wat zich niet binnen de door de partijbonzen voorgeschreven bandbreedte beweegt, als onaanvaardbaar radicaal wordt afgeserveerd. Terug naar de geschiedenis. Abraham Kuyper was niet alleen de grondlegger van de christendemocratische politiek van het CDA, hij was tevens de eerste populist die de ‘kleine luyden’ een stem gaf. In de onlangs verschenen biografie staat treffend omschreven hoe radicaal-democratisch, ja zelfs revolutionair de ideeën van antirevolutionair Abraham de Geweldige voor zijn tijdgenoten waren.

Welnu, FVD ontpopt zich als de revolutionaire antirevolutionaire partij van vandaag. Het eigen gezicht van FVD vindt herkenning bij de kleine luyden van nu. Het geeft stem aan de kiezers die zich niet thuis voelen bij de links-liberale agenda van identiteitspolitiek, massa-immigratie, een EU-superstaat onder leiding van Parijs en Berlijn, het overaccentueren van gender, het aanbidden van het klimaat – zaken die alle gevestigde partijen min of meer omarmen. FVD biedt een alternatief voor deze feitelijk radicale koers van de kartelpartijen. Een inhoudelijk onderbouwd alternatief dat de werking van onze democratische rechtsstaat herstelt.

Of het in de Tweede Kamer is, in de Senaat, in het Europees Parlement, in de gemeenteraad van Amsterdam, in de Provinciale Staten, dit is de radicale politiek waarvoor FVD zich inzet. Zelf zet ik me als volksvertegenwoordiger in Overijssel in om de kleine luyden van nu, ongehoord Nederland, een stem te geven in het provinciehuis te Zwolle. Nederlanders horen zelf richting te kunnen geven aan de kant die ons land uitgaat. Niet het kartel, niet de elite, maar degenen die zij geacht worden te vertegenwoordigen horen te bepalen welke kan het uitgaat met soevereiniteit, immigratie en klimaat.

De provinciale politiek vervult daarin een bescheiden rol. Deze komt vooral tot uiting in de ruimtelijke ordening. Welke keuzes worden gemaakt voor de agrarische sector, hoe pakt de Regionale Energie Strategie uit, wat betekent het ruimtebeslag van zonnevelden en windturbines? De blinde vlekken van andere partijen voor de gevolgen van ondoordacht doorvoeren van kartelbeleid zijn gebaat bij de heldere blik van FVD. Een klein voorbeeld: in plaats van boeren als milieucriminelen weg te zetten, zou de overheid ze een rol kunnen geven als rentmeester van ons cultuurlandschap. Als dat radicale politiek is, uitstekend.

De democratische rechtsstaat is de moeite van het verdedigen waard. Het vormt het fundament van het platform waarop de ideeën en idealen botsen en samengaan. Er is radicale politiek voor nodig om dat platform open te stellen voor alle kiezers. Met deze radicale houding zet ik me als ondernemer politiek in voor de samenleving in Overijssel. Deze radicaliteit is nodig, in alle volksvertegenwoordigingen in Nederland.