In de 17e eeuw joeg Frankrijk een van vaders van de stoommachine haar land uit. In 2018 heeft Frankrijk wederom succesvol op een succesvolle industriële ontwikkeling gejaagd. Met het EU-verbod op pulsvisserij wordt jaren onderzoek de nek omgedraaid. Belangrijker nog, het toont een fundamenteel probleem van de EU. Het is en blijft een staat op zoek naar een volk. Er is slechts een verbond van volkeren waarboven belangengroepen staan. Deze belangengroepen zorgen voor zichzelf in naam van de rest. Dit ligt ten eerste aan de aard van het Europese continent, en ten tweede aan een van de basisgedachten van de Europese Unie.
Geografie en de ontwikkeling van volken
Het Europese continent is uiterst divers in haar geografie. Het ene land heeft uitgebreide vlakten waar graan welig kan tieren, terwijl diezelfde vlakte bij een ander onbruikbare toendra’s zijn. Bergen dwingen een andere ontwikkeling af dan moerasgebieden. Zo ook is het met de volken die zich in al deze verschillende gebieden gevestigd hebben. Op vele ontelbare kleine manieren ontstonden zo de verschillen in gebruik van de omgeving. Net als in de verwoording daarvan en zo in het taalgebruik. Het eindigt met het ontstaan van verschillende gebruiken die een onderdeel vormen van een volk, groot of klein. Daaruit is mede ook de gedachte ontstaan dat de eigen mensen, het eigen volk, de natie, voor zichzelf dient te zorgen.
Tegenwoordig cultiveren overheden die gedachten om landen en diens stemmers te mobiliseren. “Geen cent meer naar Griekenland” in Nederland versus “Merkel is de nieuwe Hitler” in Griekenland. Het voeden van deze sentimenten wordt tegenwoordig versterkt door de EU.
Een monopolie als basisgedachte
De EU heeft als basisgedachte namelijk een douane unie. Dat veroorzaakt twee dingen. Allereerst bemoeilijkt het handel met de rest van de wereld. Ten tweede dwingt de EU, mede door die douane-unie, om de producten van ons omringende landen af te nemen. Daarmee is de EU niet voor vrije handel. De EU is voor controle op handel binnen de eigen douane-unie. Iedereen die daarbuiten valt is onderwerp van politiek. J.S. Mill had al bedacht dat internationale handel niet tot de economische vrijheid van het individu behoort. Het diende het exclusieve domein van overheden te zijn.
Wat heeft dit te maken met pulsvisserij? Zoals gezegd monopoliseert de EU een bepaald geografisch gebied. Dat betekent dat allen die zich daarbinnen bevinden concurrenten worden om die monopoliepositie. Wie de macht heeft kan de koers uitzetten. Landen zelf zijn niet sterk genoeg om die monopoliepositie te claimen. Dus worden er coalities gevormd. In die coalities tussen de vertegenwoordigers van landen spelen wederom op zijn minst twee aspecten een grote rol.
Gevolgen voor industriële ontwikkeling
Het eerste is dat de coalitie om beleidspunten moet gaan, dus om concrete zaken. Over ideeën kan men immers twisten, over uitruilbare stemmen niet. Het tweede heeft betrekking op de pulsvisserij. Voor Franse vissers is de pulsvisserij vooralsnog onbetaalbaar. Vissers uit Nederland verkrijgen een voordeel ten opzichte van die Franse vissers. Dat is niet in Frans, electoraal, belang. Dus mag een dergelijke ontwikkeling niet plaatsvinden. In Frankrijk zal dit als een overwinning gevierd worden. Voor de mensen in Nederland die hierin hebben geïnvesteerd betekent het een groot verlies.
Daarmee komt het fundamentele probleem van de EU naar voren. Nationale belangen worden behartigd in een kunstmatig afgesloten geografisch gebied. Daarbinnen moeten landen dezelfde wetten, regels, afspraken naleven. Iedereen moet gelijk behandeld worden. Alles moet hetzelfde zijn. Het gevolg is dat wanneer iemand voorop dreigt te gaan lopen deze teruggefloten zal worden door hen die niet de capaciteit hebben om mee te komen. Dat is het geval met de Franse vissers.
De oplossing is niet alle vissers dwingen hetzelfde te doen. De oplossing zou zijn hen te laten werken naar eigen kunnen, naar eigen inzicht en vermogen. Binnen de EU kán men echter niet anders fungeren. Om die macht moét gevochten worden, anders zal ‘de concurrent’ profiteren. Om mee te spelen moét men groot zijn. Nieuwe ontwikkelingen worden altijd de dupe van deze kunstmatige machtsspelletjes. Daadwerkelijke ontwikkeling vindt namelijk niet plaats in het bekende dat deze belangen vertegenwoordigen, maar in het nieuwe.
Vrije zee, vrije landen
Zonder de EU kunnen Nederlandse vissers de eigen territoriale wateren beheersen zoals zij dat willen. Als dat betekent dat door pulsvisserij de zeebodem er in de toekomst beter bijligt dan in de rest van het continent betekent dat twee dingen. Allereerst dat wij als Nederlanders er trots op mogen zijn zo’n bijdrage aan natuurbescherming én de visserij te kunnen leveren. Ten tweede dat die Nederlanders die daarin geïnvesteerd hebben hun producten kunnen gaan verkopen aan de rest van de wereld. Beide mogelijkheden zijn nu door de neuzen van honderden betrokkenen geboord.
Daarmee zijn geografie en volk nog steeds bepalend. Nederlanders zijn, om wat voor reden dan ook, blijkbaar meer werklustig in het zoeken naar oplossingen die mens en natuur verder brengen. Als riviermond bewoners zijn Nederlanders nog steeds verbonden met de oceaan en de wereld die daarbij hoort. Dat het onderzoek om met die wereld beter samen te kunnen bestaan onmogelijk wordt gemaakt door een geografisch construct dat EU heet is dan ook uiterst destructief. Dat Frankrijk de uitvinder van de voorlopers van de stoommachine uit eigen land wegjoeg is tot daar aan toe. Dat ze nu ook nog industriële ontwikkeling in andere landen gaan tegenhouden is helemaal verrückt. De Nederlandse regering zou er goed aan doen dit verbod te negeren.