Jozef Pieper ~ Rust en beschaving

24,95

In de moderne wereld zijn de rust en de verwondering in het gedrang geraakt. In ons alledaagse bestaan verschijnen de dingen en de ander slechts als een grondstof voor ons handelen. Het primair gratuite gegeven van de werkelijkheid is verworden tot het lijdend voorwerp van de keuzes en projecties die wij daarop los willen laten. Het leven wordt beheerst door een hectische bedrijvigheid; alsof het zonder al die manipulaties en constructies niet ook een eigen waarde heeft. Zèlfs de vrije tijd is er nog slechts om besteed te worden, zèlfs de natuur (de schepping) is nog slechts ter re-creatie. Dit is Josef Piepers dringende cultuurkritische analyse, die nu zelfs actueler is dan op het moment dat hij zijn werk schreef.

Josef Pieper (1904-1997) heeft in zijn lange leven in een hele reeks fraaie, kleine boeken, het denken van Plato, Aristoteles en omas van Aquino vertaald voor onze tijd. De beide essays ‘Muße und Kult’ en ‘Was heißt Philosophieren?’ die hier in vertaling zijn opgenomen, zijn onafhankelijk van elkaar verschenen in het Duitsland van net na de Tweede Wereldoorlog en zijn zowel bij onze oosterburen als in de Angelsaksische wereld beroemd geworden. In Nederland zijn ze tot nog toe vrijwel geheel veronachtzaamd. De essays horen bij elkaar omdat ze beide aan dezelfde grondgedachte zijn ontsproten: de bestaansvoorwaarde van cultuur is gelegen, niet in de ingespannen werkzaamheid, maar in de rust. De rust is een gelaten ontvankelijke toestand van de ziel. Deze contemplatieve ontvankelijkheid ligt ten grond lag aan alle hogere levensuitingen van de mens (bij zijn orientatie op het Goede, het Schone en het Ware); zij komt bij uitstek tot uitdrukking in de beschouwelijke verwondering over het geheim van de werkelijkheid.