De regering en de oppositie van Albanië zijn, na een maanden voortslepende politieke crisis, tot een vergelijk gekomen.
De centrumrechtse oppositiepartij PD van Lulzim Basha boycotte het parlement en dreigde ook de aanstaande parlementsverkiezingen te boycotten. De PD had er geen vertrouwen in dat de regering vrije en eerlijke verkiezingen zou houden. Over sommige leden van de regering van premier Edi Rama, inclusief Rama zelf, gaan hardnekkige geruchten van corruptie en betrokkenheid in drugs- en mensenhandel. De oppositiepartij eiste daarom dat er een zakenkabinet zou komen.
De oppositionele PD protesteerde al maanden met een tent op het plein voor het parlementsgebouw, maar dreigde nu ook om niet aan de parlementsverkiezingen in juni deel te nemen. Daardoor zou een parlement ontstaan met een volstrekt scheef getrokken samenstelling.
Rama’s coalitiepartner LSI, onder leiding van Ilir Meta, stelde vervolgens onder die omstandigheden ook niet aan de parlementsverkiezingen te zullen deelnemen, omdat het een farce zou worden. Zou oefende de LSI druk uit op Rama op tegemoet te komen aan de eisen van de oppositie.
Rama koos echter echter eerst de verbale aanval. Nu, een maand voor de geplande verkiezingen gaat hij uiteindelijk dan toch door de pomp. De parlementsverkiezingen worden een week uitgesteld tot 25 juni en de PD mag 7 ministers aanwijzen, waaronder die van Binnenlandse Zaken, zodat de oppositie zelf toe kan zien op eerlijke verkiezingen. Ook mag de oppositie het hoofd van de kiescommissie aanwijzen en zal er onder andere kritisch naar het register van kiesgerechtigden gekeken worden.
De oppositie beëindigt nu ook haar boycot van het parlement, zodat een nieuwe wet aangenomen kan worden over de selectie van rechters en de aanpak van corrupte magistraten.