De westerse media brengen regelmatig berichten over Russische gevechtsvliegtuigen die door vliegtuigen van NAVO-lidstaten uit het ‘NAVO-luchtruim’ geëscorteerd zijn, waarbij steeds in het midden gelaten wordt of het om het luchtruim van een lidstaat of om het internationale luchtruim tussen NAVO-lidstaten ging. We vernemen echter niets over provocaties in de andere richting, terwijl die wel degelijk plaats vinden.
Zo maakte onlangs de Amerikaanse generaal-consul in Vladivostok in het Verre Oosten van de Russische Federatie, Mary Gunn een uitstapje met twee van haar medewerkers door een militair gebied met beperkte toegang op het schiereiland Kamtsjatka. Toen de consul vervolgens door agenten van een Russische veiligheidsdienst werd onderschept, liep de zaak met een sisser af, doordat ze verklaarde dat het slechts om een privé-uitstapje ging. Het consulaat deed geen uitlatingen over het incident.
Dit was een relatief onschuldig incident, maar ondertussen nemen de spionage-activiteiten van de Verenigde Staten ten aanzien van Rusland toe, tegelijk met de toename van NAVO-activiteiten in Oost-Europa. Het zou natuurlijk naïef zijn om te klagen over spionage, daar maakt immers iedere grootmacht zich schuldig aan. Wat echter opvalt is hoe weinig verholen de Amerikanen opereren.
Alleen aan de Oostzeekust waren er de laatste tijd al diverse incidenten. Op 10 mei stegen Russische gevechtsvliegtuigen op omdat een Amerikaans verkenningsvliegtuig gevaarlijk op de luchtmachtbasis Kaliningrad afkoerste. Vergelijkbare incidenten vonden op andere locaties plaats op 15,16, 18 en 23 mei. Steeds volgens het zelfde stramien, een Amerikaans vliegtuig van het type RC 135 dat een Russische basis nadert, Russische gevechtsvliegtuigen die het toestel onderscheppen en de Amerikanen die vervolgens klagen over gevaarlijk gedrag van de Russen.
Het gaat echter zeker niet alleen om het Oostzeegebied. Van de Noordelijke IJszee tot de Zwarte Zee en ook in het Verre Oosten vinden dergelijke incidenten plaats. Kamtsjatka en de Koerillen worden evengoed bespioneerd. Daar bevinden zich wapenfabrieken en testgronden voor ballistische raketten. Ook in het hoge noorden van Rusland, waar nieuwe raketafweersystemen geïnstalleerd worden, spioneren de Amerikanen. In sommige gevallen treffen de spionagevliegtuigen zelfs tanktoestellen in het Russische luchtruim, omdat ze anders niet genoeg brandstof hebben.
Normaliter probeert men bij spionage-activiteiten zo onopvallend mogelijk te opereren. Dat geldt echter niet voor de Amerikaanse spionagevluchten, die vinden openlijk plaats en men neemt geen enkele moeite om ze te verhullen.
De spionagevluchten dienen dan ook niet uitsluitend tot het vergaren van informatie. Ze dienen ook als demonstratie van de Amerikaanse dominantie en om aanhoudende politieke en militaire druk uit te oefenen op Rusland. De incidenten horen daar bij, want zo kan men de Russen wellicht verleiden tot een impulsieve reactie die vervolgens tegen hen gebruikt kan worden.
In dit verband is ook de uitspraak van secretaris-generaal Jens Stoltenberg op de recente NAVO-top in Warschau, dat de NAVO in de toekomst ook cyberaanvallen op één van haar leden als een aanval op het bondgenootschap kan beschouwen, veelzeggend. Dergelijke cyberaanvallen kunnen immers plaats vinden als afweerreactie op een spionageaanval. Hiermee vergroot de NAVO de kans op een openlijk gewapend conflict dus aanzienlijk.
Ook diplomatiek heeft het provocerende, agressieve gedrag van de Amerikanen inmiddels gevolgen gekregen. Zo riep het Russische ministerie van Defensie onlangs de Amerikaanse militaire attaché in Moskou op het matje in verband met onprofessioneel en roekeloos gedrag van een Amerikaans spionagevliegtuig. Dat vliegtuig had zich namelijk op 22 mei boven de Japanse zee op een hoogte van 11.000 meter opgehouden, die gebruikt wordt door het reguliere burgerluchtvaartverkeer. De luchtverkeersleiding was hiervan niet op de hoogte en de transponder van het vliegtuig stond uit. Om ongelukken te voorkomen moesten twee vluchtroutes, van KLM en Swissair die op weg waren naar hun respectievelijke thuishavens, op stel en sprong omgeleid worden.
De toestellen van het type RC 135, gebaseerd op een viermotorig transportvliegtuig van Boeing, vervullen een centrale rol in de Amerikaanse strategische luchtverkenning. De vliegtuigen zijn uitgerust met een breed scala aan apparatuur voor het verzamelen van beelden van de grond en het afluisteren van radio- en telefoonverkeer. De verzamelde gegevens kan men direct vanuit een dergelijk vliegtuig aan president Obama, minister van Defensie Ashton Carter of hoge militairen doen toekomen. Van deze machines worden er 32 regelmatig in het Russische luchtruim ingezet.