Ons schuldig verleden

door | 20 januari 2021

De beschuldiging van de zwarte slavernij van vroeger, aan de West-Europese en Amerikaanse blanken van nu, is het soort verwijt dat vergeleken kan worden met de beschuldiging van de kruisiging van Christus aan de Joden. In alle tweeduizend jaren die dat verwijt omspant, heeft – bij mijn weten – geen Jood zich verlaagd tot een excuus. In dat opzicht lijken de knieën van de hedendaagse blanke Europeanen en Amerikanen toch beduidend slapper: De roep om excuses voor ons slavernijverleden wordt in onze pers en media steeds consequenter gesteund: Onze geschiedenis moet worden geherwaardeerd en herschreven. Straten en pleinen moeten worden hernoemd. Standbeelden worden besmeurd of omvergetrokken. Monumenten en musea voor het slavernijverleden zijn de rage van deze tijd. Instituten als NiNsee en KITLV worden de nieuwe centra voor een politiek correcte geschiedschrijving waarin geen gewogen oordeel over slavernij en kolonialisme meer is toegestaan en onze koloniale geschiedenis enkel nog in verwijtende en beschuldigende termen besproken mag worden. Vrijheid van onderzoek is uit, politiek correcte gewetensdwang is het nieuwe normaal.

Wie meent dat ik nu overdrijf leze het Elsevier artikel over de wederwaardigheden van de Amerikaanse historicus Bruce Gilley die meende een wetenschappelijk artikel met een evaluatie van de positieve effecten van het late kolonialisme (19e – 20e eeuw) te kunnen publiceren in een gerenommeerd internationaal historisch tijdschrift. Hij heeft het geweten.

Wie meent dat ik nu overdrijf had ook jl. zondagavond (12.7.2020) kunnen kijken naar het door Jort Kelder voorgezeten publieke debat in “De stelling van Nederland” over de stelling dat ‘Het huidige racismedebat ons uit elkaar drijft’. Een op politieke correctheid geselecteerd etnisch divers gezelschap met voor de representativiteit ook een paar gewone Nederlanders, mocht aangeven dat er in ons land toch wel heel veel te verbeteren valt als het gaat over racisme en discriminatie. Met de onuitgesproken intenties: Laat wit Nederland nu alsjeblieft de wijste en meest tolerante partij zijn en maak van die Zwarte Piet een roetveegpiet. En laat ons (de witte meerderheid) dan ook maar toegeven dat onze samenleving toch eigenlijk wel “systemisch” racistisch is. Geef die bekeerde Braboneger zijn gelijk, erkennen wij dat hij meer dan twee middagen les had moeten krijgen over 400 jaren slavernij van 1666 tot 1863 (nou vooruit 1873 dan). En komen wij dan ook maar met excuses, voor die eeuwen van zwarte slavernij in onze West-Indische koloniën: Sorry dat onze voorouders jullie voorouders niet gewoon lieten leven in sub-Sahara Afrika. En sorry dat jullie er nu economisch zoveel beter voorstaan dan je parallelle personae in een alternatieve historie zonder zwarte slavernij er voor gestaan zouden hebben.

Zwarte Piet is ooit bedacht als de Nederlandse bijdrage in de ‘lief-zijn-voor-negers’ rage uit de tijd van “De Negerhut van Oom Tom” (rond 1850). Zwarte Piets bedenker, de Amsterdamse onderwijzer Schenkman, had waarschijnlijk liefst de goedheiligman zelf getransformeerd in een neger maar begreep dat dat voor de publieke acceptatie een brug te ver zou zijn en benoemde daarom een zwarte tot Sint ’s eerste assistent: de man die alles bijhoudt, alles in de gaten heeft en zonder wie het feest niet mogelijk zou zijn. En uitgerekend die uit genegenheid en compassie geboren figuur wordt nu opgevoerd als onze publieke schande: “Zwarte Piet is racisme”.

Weet u, een publiek dat zich wijs laat maken dat Zwarte Piet racisme is, kun je ook wijs maken dat Joden onbetrouwbaar zijn, dat ‘den Ollander op den eersten plaats zijn centen telt’, en dat de Belgen wat minder slim zijn. Als stof voor lullige grappen allemaal best geschikt en sommige Belgenmoppen zijn in hun soort ook best wel geslaagd – Jodenmoppen mogen allang niet meer – maar je moet dat soort bijgeloof natuurlijk niet serieus gaan nemen. Bedenk hoe het de Duitsers is vergaan met hun Führer.

Toon als volksvertegenwoordigers voor de verandering eens karakter en besluit tot het handhaven van publiek fatsoen en publieke keuzevrijheid:

  • Zwarte Piet blijft gewoon zwart voor alle lokale intochtorganisaties en alle particulieren, die dat wensen.
  • De taak van de overheid daarbij is beperkt tot het beschermen van de feestvierders tegen politiek correct hooliganisme:
    Vrijheid van meningsuiting is geen vrijbrief om andermans feest te verpesten met boosaardige scheldpartijen, laat staan met fysieke agressie.

En overigens zou u zich hard kunnen maken voor de handhaving van het gezond verstand aan de openbare universiteiten:

  • Geschiedenis is niet bedoelt om mensen lastig te vallen over, of excuses te eisen voor, de misdaden van verre voorouders. De hedendaagse Spanjaarden zijn ons geen excuses schuldig voor Alva’s moordcampagnes. Wij zijn de hedendaagse Surinamers geen excuses schuldig voor de plantageslavernij.
  • Geschiedenis is evenmin bedoeld als een verdienmodel om het aan voorouders aangedane onrecht en leed te gelde te kunnen maken. Zouden we daar aan beginnen dan is het einde zoek en moet het begin gezocht worden in de prehistorie.

Het gedoe rond straatnamen, standbeelden etc. kunt u overlaten aan de bevoegde lokale autoriteiten en de lokale politiek.

Eigenlijk is dit een simpele kwestie: Wie geen gelijk heeft hoort ook geen gelijk te krijgen. Gun je dat toch dan geef je een verkeerd signaal af: Namelijk dat het verschil tussen waarheid en leugen, tussen feit en fictie, maar een kwestie zou zijn van perceptie, en dus in principe onderhandelbaar. Zoiets als: Wie als man geboren is (XY-chromosomenpaar, penis, testikels en heel de bijbehorende masculiene fysieke en hormonale organisatie van het lichaam) mag zich best inbeelden dat hij eigenlijk vrouw is en dus eigenlijk geen hij maar een zij; en dat moet dan ook in zijn/haar paspoort kunnen staan en zo’n complexe leugen behoort de samenleving te accepteren en te bevorderen. Dit, waarde parlementariërs, is een vorm van morele en bestuurlijke corruptie. Zo ook de acceptatie dat zwarte piet racisme zou zijn.

U dient zich ook helder te realiseren dat slavernij geen historische exoot is maar een reeds van vóór de geschreven geschiedenis in alle culturen voorkomend endemisch stelsel binnen de economie. Lees de Bijbel: Abraham hield slaven, Potifar had ze, Christus veroordeelt de slavernij nergens maar laat de slaven in zijn gelijkenissen optreden als viel aan hun meesters in dat opzicht niets te verwijten. En Paulus maant de christenslaven hun meesters in alles onderdanig te zijn zoals de meesters onderdanig behoren te zijn aan God. Zo binnen het historisch christendom, zo binnen de historische Islam, zo binnen alle historische godsdiensten en culturen die de moeite van het benoemen waard zijn, en dat vanaf de oertijd tot en met het einde van de 18e eeuw.

Het bijzondere van onze voorouders s.l. (de blanke Europeanen en Amerikanen) van twee eeuwen terug is nu juist dat zij dat stelsel hebben afgeschaft. En dat zij, omdat hun wereldwijde koloniale dominantie daartoe de machtsmiddelen bood, dat verbod op slavernij ook wereldwijd hebben kunnen afdwingen.

Daarom: Leve de Verlichting, tellen wij onze zegeningen, en laten de afstammelingen van de zwarte slaven onder ons eveneens die zegeningen tellen en zich realiseren dat diezelfde slavernij die voor hun voorouders een zware last was voor hen de historische brug is geweest naar hun burgerschap van nog altijd en ondanks de puinhopen van drie kabinetten Rutte, een van de rijkste landen ter wereld.