De Oekraïense minister van Economische Ontwikkeling en Handel, de Litouwer Aivaras Abromavicius, is opgestapt. Abromavicius werd in zijn bestrijding van de welig tierende corruptie bij Oekraïense overheden en staatsbedrijven naar eigen zeggen tegengewerkt door president Porosjenko.
“Ik noch mijn team heeft enig verlangen om als schaamlap te dienen voor de verhulde corruptie, of om marionetten te worden van hen die, net als de ‘oude’ regering, proberen controle uit te oefenen over de stroom van publieke middelen”, aldus de minister in een persverklaring woensdag.
In het bestrijden van de corruptie is zijn ministerie volgens Abromavicius tegengewerkt door het “concrete handelen” van bepaalde functionarissen en groepen. Ook werd er door het kabinet van de president druk op hem uitgeoefend om “dubieuze individuen” aan te stellen in zijn team of op sleutelposities in staatsbedrijven.
De minister noemde Igor Kononenko bij name als iemand die zich mengde in zijn werkzaamheden. Kononenko is een naaste bondgenoot van president Petro Porosjenko, lid van het parlement en oud-zakenpartner.
“Ik kan deze acties alleen maar interpreteren als een aanhoudende poging om controle uit te oefenen over de geldstromen die gegenereerd worden door de staatsbedrijven”, aldus de minister, waarbij hij in het bijzonder de defensie-industrie en het olie- en gasbedrijf Naftogaz noemt. “Ik weiger deel uit te maken van dit systeem.”
[contextly_sidebar id=”rxvybJcRNBRZoqdxj7YxhMDGnT7GbifX”]De Europese Unie, die forse leningen aan Kiev heeft verstrekt en er een Associatieverdrag mee heeft gesloten, verwacht dat de regering alles doet om de corruptie te bestrijden. De Europese Commissie stelde eerder dat er nog veel werk was, maar concrete vooruitgang werd geboekt. Abromavicius stelt echter dat “het duidelijk is geworden dat elke vorm van structurele hervorming beslissend wordt geblokkeerd.”
“Ik ben niet bereid om naar Davos af te reizen om internationale investeerders en partners te vertellen van onze successen, terwijl ik weet dat achter mijn rug om bepaalde individuen samenspannen om hun eigen belangen na te jagen”, aldus de minister.
Premier Jatsenjoek sprak in reactie op het opstappen van Abromavicius van een poging om “de regering en individuele kabinetsleden, die ik en mijn fractie steunen, in diskrediet te brengen”. Tegen Jatsenjoek zelf bestaan overigens ook verdenkingen van corruptie.