Verbazing zal afgelopen verkiezingsavond hebben overheerst in beide politieke kampen. Niet zozeer de overwinning, maar vooral de wijze waarop deze werd behaald was niet voorzien. Een niet gering aantal commentatoren had Mitt Romney een goede kans op de overwinning gegeven. Als Obama won dan zou het met een zeer kleine marge gebeuren na een lange verkiezingsnacht. Niets bleek minder waar. De eerste uitslagen duidden al vrij vroeg op een overwinning voor de Democraat. Dat het zo lang duurde voordat Romney zijn verlies toegaf, had wellicht met oprecht ongeloof te maken. Anders dan vier jaar geleden geloofde de Republikeinse campagne dit jaar heilig in de overwinning.
In mijn vorige artikel over de Amerikaanse verkiezingen betoogde ik dat Mitt Romney de beste kansen had op de overwinning. Dit voornamelijk gezien zijn steun onder independents en een enthousiastere Republikeinse achterban die volgens onderzoeken het gat van vier jaar daarvoor had gedicht. De enige kanttekening was een scenario waarin de opkomst onder Democraten en minderheden zo groot zou zijn dat de verhoudingen zouden lijken op die van 2008. Onder meer op basis van lagere opkomst onder Democraten in staten waar vroeg gestemd kon worden en door algemene teleurstelling met het presidentschap van Obama, leek dit onwaarschijnlijk. Daadwerkelijk betrouwbare data uit belangrijke staten laat nog even op zich wachten, maar uit ‘exit polls’ blijkt dat dit scenario zich vermoedelijk toch heeft uitgespeeld. Vooral latino’s zijn in groten getale opgekomen en stemden ditmaal met een nog grotere meerderheid op Obama dan vier jaar geleden. Daar staat tegenover dat Romney maar kleine winsten heeft geboekt ten opzichte van stemaantallen voor John McCain, de Republikeinse kandidaat in 2008. De totale opkomst zal naar verwachting ook ruim onder het record van toen zijn gebleven. Uit eerste analyses van de verkiezingsuitslag blijkt dat vooral de blanke stem massaal thuisgebleven is. Er zijn vermoedelijk tot wel zeven miljoen minder blanke stemmers dan in 2008, ondanks groei van die bevolkingsgroep, niet opgekomen. De winst voor Romney onder onafhankelijke kiezers werd dus goeddeels ongedaan gemaakt door het wegblijven van deze kiezersgroep. Waren deze kiezers wel komen stemmen – zoals breed de verwachting was – dan was Romney verkozen tot president. Opvallend is ook dat uit onderzoek van CNN blijkt dat kiezers die zeer laat hun keuze hebben gemaakt, met een significante marge voor de president zijn gegaan. Dit druist in tegen de conventionele wijsheid dat late kiezers in meerderheid voor de uitdager zouden kiezen. Wellicht heeft de storm Sandy en de beelden van een president die aan het eind van een vuile campagne zich nog presidentieel kon presenteren hier iets aan bijgedragen. Een vroege conclusie is dat ondanks winst onder onafhankelijke kiezers er simpelweg niet genoeg Republikeinse stemmers zijn opgekomen om het voordeel van de Democraten te overbruggen. Welk vermeend enthousiasme er ook onder Republikeinen bestond, het was onvoldoende om op te kunnen tegen de Democratische machine die ook ditmaal kiezers zeer effectief naar de stembus wist te krijgen.
Waar dit toe heeft geleid is een overwinning voor Obama die groter is dan de meest optimistische ramingen. Zijn voorsprong in de popular vote is ten opzichte van 2008 dan wel stevig geslonken van ruim zeven naar een schamele twee procent, staten als Virginia, Ohio en Colorado zijn toch met veilige marges in de kolom van de Democraat beland. Met name de uitslag in Florida doet verbazen. Een aanhanger van Romney merkte cynisch op dat de Republikeinse campagne een miljard dollar heeft uitgegeven om slechts Indiana en North Carolina te heroveren – staten die zekerheden zouden moeten zijn voor de Republikeinen.
Met deze uitslag staat de Republikeinse partij voor een vergelijkbare vraag als CDA in Nederland. Hoe de nederlaag te verklaren? En net zoals er hier vergaande onenigheid onder christendemocraten bestaat, zo zullen de Republikeinen nog wel even doorruziën. Zo is er de vraag: lag het aan de kandidaat? Het algemene beeld was lange tijd dat Romney slechts de beste van een reeks matige kandidaten was. Gedurende de voorverkiezingen overheerste daarom ook de vraag waarom de partij geen goede kandidaten kon leveren. Een inherent imagoprobleem en de maandenlange smeercampagne van de Democraten maakten het een klein wonder dat er in de laatste weken zoveel enthousiasme voor Rommey werd gesignaleerd. Het is een hele prestatie van de campagne geweest dat Romney uiteindelijk qua favorability Obama iets overtrof. Tegelijk zou dat eigenlijk ook geen kunst moeten zijn gezien de brede ontevredenheid over de president, maar de al voor de zomer ingezette negatieve campagne op de persoon van Romney richtte aanzienlijke schade aan.
Dan is er de partij zelf. Wat buiten kijf staat is dat de Grand Old Party een demografisch probleem heeft. Een mogelijke verklaring voor de nederlaag van Romney is dat het niet aan een tekort aan enthousiasme onder Republikeinen heeft gelegen, maar aan het simpele feit dat het aantal betrouwbare stemmers teveel is afgenomen. Zoals een commentaar op het door de NOS veel aangehaalde links-progressieve blog The Huffington Post het stelde:
“President Barack Obama did not just win reelection tonight. His victory signaled the irreversible triumph of a new, 21st-century America: multiracial, multi-ethnic, global in outlook and moving beyond centuries of racial, sexual, marital and religious tradition.”
Terzijde schuivend dat hier een verwerpelijk progressivisme tentoongesteld wordt waarin racisme en religieuze traditie in één mond wordt veroordeeld – dit is het perspectief van een triomfantelijke liberal dat zeker niet een meerderheidspositie vertegenwoordigt – er worden hier twee trends benoemd die vergaande consequenties hebben voor de Republikeinse toekomst.
De eerste betreft de opkomst van latino’s en in mindere mate de groei van de zwarte bevolking. Deze laatste groep, vooral gecentreerd in de steden, is volledig ingepalmd door de Democraten. Dit geldt in mindere mate voor latino’s, maar er worden vanuit de Republikeinse partij weinig pogingen ondernomen om structureel stemmen onder deze sterk groeiende bevolkingsgroep te winnen. Omdat de blanke bevolking minder snel groeit, verkleint de partij bij elke verkiezing de groep met potentiële stemmers. Daar komt een tweede trend bij die laat zien dat nieuwe generaties toenemend minder aansluiting bij het conservatisme van de Republikeinse partij vinden. Zo kalft het aandeel van de overwegend Republikeins gezinde blanke bevolking steeds verder af, en zien we binnen die groep een gestaag toenemende vervreemding met de meer conservatieve vleugel van de partij. Een voor de hand liggend antwoord – schuif wat op naar het midden – brengt gevaren met zich mee. Het is denkbaar dat de nederlaag van Romney, enkel hamerend op de economie en in bepaalde kringen zeker niet bekend als een echte conservatief, ten dele te verklaren is door het thuisblijven van de ‘evangelicals’. Hier is het dilemma: hoe de jongere, minder conservatieve kiezer aan te spreken zonder andere traditioneel Republikeinse kiezersgroepen te demotiveren?
Lang zullen de Republikeinen niet hebben om hierover na te denken. De processen voor de verkiezingen van 2016 zullen al snel in gang worden gezet. Bovendien zullen in aanloop naar de tussenverkiezingen in 2014 de contouren van een nieuwe succesvolle strategie al zichtbaar moeten zijn willen de Republikeinen kans maken om in de nabije toekomst een kandidaat in het Witte Huis te krijgen.