Nog eenmaal een ‘grote coalitie’

door | 7 februari 2018

Net nu uit een peiling blijkt dat CDU/CSU en SPD bij nieuwe verkiezingen geen meerderheid meer zouden halen, hebben de partijen een akkoord bereikt over een regering op basis van een zogenaamde ‘grote coalitie’, waarvan de naam verwijst naar de voorbije vanzelfsprekendheid dat christendemocraten en sociaaldemocraten gezamenlijk altijd een meerderheid hebben.

Voor de Duitsers is het hele gebeuren een leerrijke ervaring. De Duitsers zijn immers een volgzaam volk, dat het zijn heersende klasse over het algemeen niet moeilijk maakt. Omdat de Duitser niets zo zeer vreest als chaos, heeft hij iedere regering, zelfs de meest miserabele, liever dan het vooruitzicht van chaos zonder leiderschap. Deze houding verleent Duitsland een door andere landen vaak bewonderde stabiliteit.

Deze volgzaamheid van de Duitsers nodigt echter ook tot misbruik uit. Met de vrees voor chaos laat het volk zich immers in het gareel brengen. Deze natuurlijke houding van de Duitser is dan ook alles behalve behulpzaam bij de ontwikkeling van democratisch zelfbewustzijn tegenover de machthebbers.

Zo bezien hebben de Duitsers in de afgelopen tijd een paar waardevolle ervaringen opgedaan: Hoewel de politieke klasse er een half jaar over deed om een regering tot stand te brengen – elders niet ongebruikelijk, maar ongewoon lang voor Duitse begrippen, is het land daardoor niet in chaos verzonken. Van de andere kant konden ze in 2015 beleven hoe regeringen geenszins altijd voor orde en veiligheid garant staan, maar ook wanorde kunnen stichten. Zonder missionaire regering hadden de bevoegde diensten die zomer automatisch de geldende wetten en verdragen toegepast, wat miljoenen illegale binnenkomsten had voorkomen. De regering Merkel moest er aan te pas komen om dit terzijde te stellen, met alle gevolgen van dien.

Wind of change

Dezer dagen kunnen de Duitsers gadeslaan hoe een zootje versleten politici aan de macht blijft hangen. Een weinig verheffende aanblik, maar mogelijk toch een leerrijke. Het zou de Deutscher Michel aanleiding kunnen geven om zijn trouwhartige, dikwijls blinde vertrouwen in zijn politieke elites over boord te zetten.

Dat in de meest recente peiling van INSA SPD en AfD met respectievelijk 17 en 15 procent nog slechts twee procentpunten uit elkaar lagen, toont aan hoeveel dit – maar al te vaak ongefundeerde – vertrouwen al te lijden heeft gehad. Ook aan de basis van de gevestigde partijen kalft het vertrouwen af, de hang aan de ‘eigen’ partij waarop men altijd gestemd heeft, wordt steeds losser.

Deze (niet meer zo) grote coalitie is een oudbakken verbond voor de laatste meters van een afgeleefde politieke klasse. Merkel en Schulz hebben hiermee de voltrekking van hun politieke lot weer een poos voor zich uit weten te schuiven. Maar als hun tijd straks alsnog gekomen is, zal het meer betekenen dan alleen het einde van een bepaalde coalitie.

Er hangt in Duitsland een meer fundamentele verandering van het politieke landschap en het politieke denken in de lucht. Vooral voor de Duitsers in de voormalige DDR is de aansluiting van hun deelstaten bij Bondsrepubliek als markant politiek  moment in herinnering gebleven, voor de oude Bondsrepubliek was het simpelweg ‘verder zo’. Het tijdperk van ‘simpelweg verder zo’ lijkt echter ten einde te lopen.