Noem wat Armeniërs overkwam niet te snel ‘genocide’

door | 24 april 2018

Niemand ontkent dat Armeniërs zeer geleden hebben onder gruwelijkheden in de jaren 1915-16. Toch heeft de recente keuze van het Nederlandse Parlement om vanaf nu te spreken over ‘Armeense genocide’ in plaats van ‘Armeense genocide kwestie’ mij verbaasd en teleurgesteld.

Voor een evenwichtige beoordeling van de vraag of er in die jaren al dan niet sprake is geweest van genocide is het nodig om van meerdere zijden de situatie te belichten. Genocide is een juridisch zeer zwaar woord waar niet licht mee mag worden omgegaan. Niet voor niets stemde de Israëlische regering eerder dit jaar nog tegen deze benaming.

Bij de afweging in ons Parlement is de historische context echter achterwege gebleven en is eenzijdig geluisterd naar Armeense organisaties. Turkse organisaties waren niet uitgenodigd voor de extra Commissie Buitenland.
Ten aanzien van de gebeurtenissen in Oost-Anatolië in 1915 is de rol van Armeniërs zelf, evenals de rol van Engeland, Frankrijk en Rusland (de grote imperialisten uit die tijd) buiten beschouwing gelaten.
De keuze van ons parlement is daardoor gestoeld op eenzijdige en onvoldoende informatie en valt feitelijk moeilijk serieus te nemen.

Historische context

De overplaatsingen van Armeniërs door het Osmaanse Rijk kwamen niet uit de lucht vallen. Het Osmaanse Rijk werd van diverse zijden aangevallen omdat het onder de sultan ernstig verzwakt was geraakt. In het Oosten viel Rusland het rijk aan rond het begin van WOI. De Russen bewapenden Armeniërs en zetten hen op tegen de Osmaanse overheid. Armeense milities werden gevormd, gekleed in Russische uniformen. Zij plunderden dorpen, brandden deze plat en verkrachtten en vermoordden vrouwen. Ook kinderen werden gedood. Armeniërs, die niet wilden meewerken, werden zelf slachtoffer. Communicatie- en transportlijnen van de Osmaanse regering naar dit front werden door Armeniërs gesaboteerd.

Hierop is besloten de Armeense bevolking uit dit gebied over te plaatsen naar andere delen van het rijk. In die tijd hebben er ook zeer ernstige gewelddadigheden tegen de Armeniërs plaatsgevonden.
De transporten kennen veel dramatische gevolgen. Na de oorlog zijn er processen geweest waarna o.a. de gouverneur uit Midden Anatolië is opgehangen wegens nalatigheid en het onvoldoende hulp en bescherming bieden aan de Armeniërs.

Archieven openen

Tot nu toe zijn er geen bewijzen gevonden in de geopende Osmaanse- en wereldwijde archieven, dat er opdracht zou zijn gegeven om het Armeense volk uit te roeien. En tot nu toe mogen internationale wetenschappers niet de belangrijkste Armeense archieven inzien en bestuderen.
De Armeense archieven die geopend dienen te worden, en liefst zo spoedig mogelijk i.v.m. het achteruitgaan van de kwaliteit van sommige ervan, zijn:

  • Het Nationale Staatsarchief van Armenië (niet te verwarren met het Armeense museumarchief met persoonlijke verhalen van/over slachtoffers, waar Armeniërs in Nederland op wijzen en waar bv. ook bij de film de Bloedbroeders gebruik van is gemaakt.)
  • de Dashnak Archieven in Boston en
  • het archief van de Armeense Patriarch in Jeruzalem.

Nog enkele ontbrekende feiten

  • Op internet is vrijwel alleen pro-Armeense informatie te vinden.
  • Boeken van K.S. Papazian: ‘Patriotism Perverted’ en van Hovhannes Kajaznouni: ‘The ARF Has Nothing To Do Anymore’ zijn uit bijv. Amerikaanse bibliotheken verwijderd en vernietigd.
  • Tientallen, wereldwijd verspreide historici van universiteiten als Yale, Princeton, Harvard, Oxford en Cambridge zijn van mening dat de term ‘genocide’ niet toepasbaar is bij de gebeurtenissen in 1915. O.a. Gwynne Dyer, Norman Stone, Bertil Dunér, Jeremy Salt, Gilles Veinstein, Andrew Mango, Justin McCarthy, Malcolm Yapp en vele anderen;
  • Veel jonge Turken hebben deels Armeense wortels, door vroegere huwelijken tussen Armeniërs en Turken en zoeken de volledige waarheid;
  • In het Turkije van nu gaan Turken en Armeniërs veelal als goede buren met elkaar om;
  • Er hebben zich de laatste jaren meer dan 100.000 Armeense gastarbeiders in Turkije gevestigd.

Internationaal Strafhof
Om op een verantwoorde wijze te kunnen beoordelen wat zich nu precies heeft afgespeeld in het noordoostelijk deel van het Osmaanse Rijk, meer dan een eeuw geleden, en of de juridische term ‘genocide’ hierbij van toepassing is, dient er een commissie te worden ingesteld door de VN, die bestaat uit internationale, objectieve, wetenschappelijke onderzoekers en onbevooroordeelde historici, die alle archieven over deze periode in het Osmaanse Rijk kunnen bestuderen, waarna het Internationaal Strafhof een oordeel velt over de bevindingen. Pas dan kan er met recht gesproken worden van een verantwoord oordeel.

Volledige waarheid
Zolang een deel van wat er heeft plaats gevonden niet gekend, laat staan erkend wordt, zal blijven wringen dat de herinnering van velen ontkend wordt.

Zoeken naar de volledige waarheid is voor iedereen een uiterst moeilijke weg, maar tevens de enige mogelijkheid om te kunnen komen tot een duurzame verwerking. Daarvoor is nodig dat recht wordt gedaan aan íedereen die wonden heeft door leed, dat meer dan honderd jaar geleden is veroorzaakt. Wanneer recht wordt gedaan kan een klimaat ontstaan waarbinnen vergeving mogelijk is en waar rust en vrede kan komen.