Er is sinds een week in de Nederlandse media, en in andere West-Europese landen zoals Engeland, veel te doen over een Russische wet die mediabreed als ‘antihomowet’ getypeerd wordt. Wat is er aan de hand? Heeft de ‘ex-KGB-agent’ Vladimir Poetin per decreet alle homoseksuelen uit zijn autoritair bestuurde kiem van de herrijzende Sovjet-Unie verbannen? Of heeft de Doema een wet aangenomen die sodomie opnieuw verbiedt?
Niets van dat alles. Er is geen antihomowet, toch nemen alle media, inclusief de christelijke, klakkeloos deze term over. Homoseksuelen zijn in de Russische Federatie gewoon vrij om homoseksueel te zijn. Waar wel sprake van is, is een wet die kinderen beoogt te beschermen tegen propaganda voor homoseksualiteit, transseksualiteit en wat dies meer zij. In de Russische samenleving wordt de traditionele visie op seksualiteit breed gedeeld en de wet om kinderen te beschermen tegen promotie van niet-traditionele vormen van seksualiteit is daar een weerslag van.
Om de orde van grootte te schetsen: propaganda voor homoseksualisme onder minderjarigen is onder de onlangs aangenomen wet (art. 6.13.1) strafbaar met een boete van vier à vijfduizend roebel, oftewel ongeveer honderd euro. Ter vergelijking: in Nederland kan belediging of discriminatie van homoseksuelen leiden tot een gevangenisstraf van 1 jaar of een geldboete van 7.800 euro (137c (1) en 137d (1) Sr) of 2 jaar gevangenisstraf of een boete van 19.500 euro (137c (2) en 137d (2) Sr).
Ontegenzeggelijk bestaat er ook homofobie in Rusland, zoals die overigens overal ter wereld bestaat. Het begrip homofobie wordt door de homobeweging echter dikwijls nogal expansief gebruikt. Dat iemand een homoseksuele levensstijl afwijst, maakt hem of haar nog niet tot homofoob. Het gaat ook niet aan om de Russische autoriteiten van homofobie te beschuldigen. Hiervoor is feitelijk geen grond. Toch nemen alle mainstream media de term antihomowet over. Het heeft er alle schijn van dat bij deze ongenuanceerdheid, blindheid voor de feiten zelfs, weer eens de al eerder geconstateerde vooringenomenheid jegens Poetin en zijn regering meespeelt. Overigens wordt ook buiten de mainstream niet veel anders over deze kwestie gesproken. Zo werd er op GeenStijl/Dumpert lacherig gedaan over parachutisten die er in hun uniforms ‘gay’ uit zouden zien.
Wat in feite te zien is in dit filmpje is hoe een homoactivist bewust met zijn regenboogvlag naar een locatie gaat waar leden van de Russische luchtmobiele brigade de Dag van de Parachutist vieren om te provoceren. De parachutisten laten zich inderdaad provoceren, zoals te verwachten was. Slaan ze hem in elkaar? Nee, ze gaan met hem in discussie, praten op hem in. Ze sluiten hem wel in, maar dat had hij kunnen weten, hij zoekt zelf de confrontatie, is er op uit te provoceren. Vervolgens komt de politie tussen beide en neemt de homoactivist mee. Moeten we hier dan uit concluderen dat de parachutisten potenrammers zijn of dat de Russische politie homofoob is? Als dat zo was, dan zou de homoactivist er niet ongeschonden afgekomen zijn en zou de politie niet ingegrepen hebben.
Olympische Winterspelen
Een belangrijke reden dat de zogenaamde antihomowet zo in de belangstelling staat van de media, is dat de Olympische Winterspelen komende winter in Sotsji, aan de oostkust van de Zwarte Zee, plaats vinden, in de Russische Federatie dus. Het NOC-NSF maakte zich, ondanks toezeggingen van de Russische autoriteiten, zorgen dat homoseksuele atleten in de problemen zouden komen door uitspraken over hun seksualiteit. Voor de Britse acteur en schrijver Stephen Fry was het zelfs aanleiding om er voor te pleiten dat de spelen ergens anders gehouden zouden moeten worden en om de zogenaamde antihomowet te vergelijken met de Holocaust. Het pleidooi van Fry ontbeert niet alleen ieder gevoel voor proportie, maar roept ook de vraag op waaraan landen zoal moeten voldoen om aan de Olympische Spelen mee te mogen doen. Zo vraagt columnist Brendan O’Neill zich in de Daily Telegraph naar aanleiding van Fry’s pleidooi af waarom uit de vermeende verkeerde behandeling van homoseksuelen zou moeten volgen dat de spelen niet in Rusland gehouden worden, “while Britain’s various massive political cock-ups of recent years – let’s take its disastrous and bloody invasion of Iraq as just one example – are not a block to its holding of Olympic events?” O’Neill constateert kortom een meten met twee maten: “Mr Fry says the Winter Olympics should be held anywhere but Russia. ‘Stage them in Utah’, he says. So it is okay for nations which invade and occupy other countries, which launch drone attacks on Pakistanis, to host Olympic events, but not countries which pass laws forbidding the mention of homosexuality in schools? On what basis are these judgments being made? Why is it worse to silence homosexuals than to kill Pakistanis? Who decides what is a respectable country and what isn’t? Stephen Fry?”
O’Neill ziet er gezien de culturele vooringenomenheid die meespeelt bij dit soort morele oordelen weinig in en is dan ook van mening dat je politiek en sport beter niet kunt mengen: “The whole debacle shows what a mess you get into when you mix politics and sport. If we forbade countries that did wicked things – whether to their own peoples or to others – from hosting the Olympic Games the entire thing would come to a grinding halt. Or maybe take place in Switzerland every year. And who would want that? Politics should keep its nose out of sport; and luvvies like Mr Fry should keep their snouts out of politics, because they always end up exposing their own shrillness and prejudices more than they do the nastiness of foreign regimes.”
De Russische regering heeft inmiddels het Internationaal Olympisch Comité er nogmaals van verzekerd dat de wet tegen propaganda van homoseksualisme onder minderjarigen geen gevolgen zal hebben voor atleten of bezoekers van de spelen die zich daarover uitspreken. Tegelijk vraagt de regering om respect voor de Russische tradities en spreekt ze de hoop uit dat de Winterspelen niet gepolitiseerd worden.