Na eerder te hebben aangemeerd in de Oekraïense havenstad Odessa heeft het Nederlandse fregat Zr. Ms. De Ruyter deelgenomen aan een oefening waaraan ook de Oekraïense Marine deelnam. Het Nederlandse fregat maakte tijdens deze oefening deel uit van de Standing NATO Maritime Group 2 (SNMG2) waarvan ook Duitsland, Turkije en Roemenië deel uitmaakten.
Oekraïne, dat geen lid is van de NAVO, deed mee aan de oefening met haar fregat Hetman Sagaydachniy. Het doel van de oefening is om de interoperabiliteit te verbeteren en interactie te oefenen binnen een multinationale tactische eenheid volgens NAVO-standaarden. De oefening bestond uit een aantal manoeuvres en er werden artillerie-aanvallen uitgevoerd tegen gevechtseenheden van multi-purpose-schepen.
Hoewel de oefening van de SNMG2 en de Oekraïense marine al eerder was gepland, valt de oefening samen met oplopende spanningen tussen Oekraïne en Rusland in de Zee van Azov. In dit opzicht is het belangrijk te vermelden dat de Oekraïense marine van bescheiden formaat is. De Oekraïense marine bestaat, naast kleinere en ondersteunende schepen, uit één fregat en één korvet. Ter vergelijking: De Nederlandse Marine beschikt over vier korvetten en zes fregatten. Doordat de NAVO (inclusief Nederland) gezamenlijk oefent met Oekraïense schepen geeft NAVO Oekraïne een sterkere positie, ook in de Zee van Azov.
De aanwezigheid van marineschepen van niet-Zwarte Zeelanden in de Zwarte Zee ligt gevoelig. Dit heeft onder andere te maken met het Verdrag van Montreux dat uit de jaren ’30 stamt. Dit verdrag legt sterke beperkingen op aan de soort en hoeveelheid oorlogsschepen van niet-Zwarte Zee-landen en de duur van hun verblijf, ook indien er sprake is van een uitnodiging. Daarmee is het een soort binnenlandse zee van de verschillende Zwarte Zee-landen. De aanwezigheid van marineschepen van NAVO-landen van buiten de regio in de Zwarte Zee kan dan ook als een bedreiging voor Rusland gezien worden.