Metro 2033 – Een dystopische toekomst met kenmerken van het Russische verleden

door | 20 september 2017

In 2002 verscheen op de website van Dmitry Glukhovsky het boek Metro 2033 in delen online. Het boek was volledig gratis te lezen, en is dat in het Russisch nog steeds. De spelontwikkelaars 4A Games maakten er een succesvolle tweedelige spellenreeks van (Metro 2033 en Metro: Last Light). Naar aanleiding van deze spellen werd het boek in het Engels vertaald, waardoor het beschikbaar werd voor de niet-Russischtaligen onder ons. Voor velen in het Westen geeft het een inzicht in de Russische psyche en visie op mens en maatschappij.

Het boek speelt zich af in het jaar 2033, zoals de titel al aangeeft, en is een dystopische roman. Vaak kan men via utopieën en dystopiëen een inzicht krijgen in het tijdperk waarin ze geschreven zijn. In de Angelsaksische wereld is uit het Warhammer 40 K universum de term “grimdark” ontstaan om de dystopieën te beschrijven die zodanig grimmig en duister zijn dat er een nieuwe samengestelde term voor nodig was. Om Metro 2033 ten volle te begrijpen, kan het echter geen kwaad om de Russische geschiedenis en cultuur al wat te kennen. Rusland heeft vele totalitaire onderdrukkingen en bijna-vernietigingen gekend. Gaande van het Mongoolse juk en Timoer Lenk die op het punt stond Moskou te vernietigen tot het verstikkende etatisme van Brezjnev e.d. Daarnaast kenden ze ook periodes van complete chaos waarin het leek alsof Rusland verzwolgen zou worden door de krachten die het land verscheurden. Denk daarbij aan de Tijd der Troebelen, de Russische Burgeroorlog,  de vervolging der oudgelovigen, etc. De voetafdrukken van die elementen zijn duidelijk terug te vinden in Metro 2033.

Het is geen pretje in het Rusland van 2033. Twintig jaar voor aanvang van het boek, in 2013, vond een kernoorlog plaats die de beschaving wegvaagde. Althans, dat is toch blijkbaar het geval. De mensheid in Moskou vluchtte ondergronds in de metro om te overleven. Meerdere metrostations werden omgebouwd in sloppenwijken van enkele verdiepingen hoog waar mensen proberen te overleven. Het basisvoedsel is champignons geworden aangezien die nog kunnen gedijen in de duisternis van de Moskovische metro. Tussen de metrostations lopen er handelsroutes over de sporen, die in variërende staat zijn. De rijke stations hebben vaak toegang tot routes die volledig met trolleys afgelegd kunnen worden, andere gebieden moeten te voet bezocht worden.

Metro 2033 volgt de belevenissen van Artyom, geboren in 2013 in een Russisch metrostation. Een horde agressieve, gemuteerde ratten vielen het station aan en doodden iedereen. Artyom overleefde enkel doordat een Russische militair, Sukhoi, hem kon redden en meebracht naar het station VDNKh, waar de roman begint. De duisternis die vanaf het begin de protagonist en zijn omgeving omringt, is tastbaar. Er is geen vreugde in het leven, enkel een grote zwaarmoedigheid die de overlevenden allen torsen. Levensplezier is goedkope sigaretten roken en een vieze alcoholische drank naar binnen gieten terwijl men op wacht staat aan de ingang van het station. De enige verlichting daar een brandende ton. Gemuteerde of gewone hongerige, wilde dieren proberen regelmatig de verdediging van stations te testen. Er zijn verhalen over mutanten die vanaf de oppervlakte zouden proberen de metro binnen te dringen. Verhalen over karavanen die verdwijnen in de onmetelijke tunnels zijn legio. Af en toe verdwijnt alle communicatie met sommige stations, die daarna vernietigd of verlaten blijken te zijn (bijv. Smolenskaya). Kortom: meer dan overleven zit er niet in voor Artyom en zijn lotgenoten.

Er volgt een avontuur door de tunnels dat tevens een reis is door de Russische geschiedenis en psyche. In de centrale ring die de Moskouse metrolijnen met elkaar verbindt, hebben de stations een confederatie gevormd die ze de Hansa noemen. Dit zijn de rijkste stations aangezien zij de handelslijnen tussen de meeste stations controleren. Zij zijn de rijksten en de enige met uitgebreide toegang tot licht en stromend water. Hun bestuur is nog het meest democratische van al de stations, maar is ook duidelijk oligarchisch. In tegenstelling tot andere politea in de Moskovische metro, hebben zij geen andere idealen dan rijkdom vergaren. Men ziet hierin de hedendaagse oligarchen die weinig gaven om de rest van Rusland en die qua idealen flexibel genoeg waren om met alles en iedereen te handelen om zo, zonder scrupules, hun eigen luxe te veilig te stellen. Waarbij zij blind waren, of arrogant, om de gevolgen van zo’n houding in te zien. Tevens ziet men hierin de Republiek Novgorod die destijds met Moskovië streed om het primaat in Rusland, en indirect ook de mal waarin de Russische ziel zou gegoten worden. Het absolutisme van Moskovië won van het westers gerichte handelsimperium van Novgorod, dat overigens nooit het Mongoolse juk kende zoals Moskovië.

Men ziet hierin een visie die bij veel Russen is terug te vinden: het plaats geven van het lijden van de mens. Wie geen juk gekend heeft en geen kruis gedragen, zal worden gecorrumpeerd door luxe en de valse beloften van vrijheid (democratie de facto gecontroleerd door oligarchie). Om uiteindelijk ten val gebracht te worden door hen waarmee je handel hebt gedreven.

Daarnaast heb je ook de Rode Lijn en het Vierde Rijk.  Zij vormen de uitersten in de Russische politieke geschiedenis. Zij zijn beide spiegels van elkaar. Het zijn totalitaire systemen waarbij de partijlijn alles bepaalt. Met als verschil dat de auteur, vanuit de Russische historische ervaringen, het communistische gedeelte ziet als dan wel enorm machtig, maar log en inefficiënt, maar het Vierde Rijk bekijkt door de Russische bril. De “fascisten” van het Vierde Rijk, een term die in Rusland een andere connotatie heeft dan in het Westen, zijn tevens een totalitaire entiteit, maar bijna anarchistisch in hun daden. Ze volgen een Führer-figuur, maar al hun acties lijken volledig op impuls te zijn gedreven. Aleksander Doegin schrijft over deze visie op communisme en fascisme in “De Vierde Politieke Theorie”. Hij stelt dat het communisme is gestorven als een oude man, ingestort door een opeenstapeling van gebreken inherent aan het systeem. Dit in tegenstelling tot het fascisme, dat volgens Doegin in zijn wilde jonge jaren ten onder is gegaan, Europa meetrekkende, in een explosie van energetisch, door technologische vooruitgang gedreven, geweld dat men tevens in het futurisme al zag. Het totalitarisme van de Rode Lijn wordt in het boek dan ook eerder afgedaan met een houding “Uiteraard zijn ze totalitair, het zijn de Sovjets van Stalin” terwijl het Vierde Rijk meer als een karikatuur bestaande uit impulsieve beestmensen wordt bekeken.

Daarnaast heeft men ook nog de Revolutionairen. Zij drijven handel met de Rode Lijn en voeren oorlog met het Vierde Rijk. Zij zitten meer op de lijn van Che Guevara en zijn een spiegel van Sovjet-bondgenoten als Cuba. Revolutionair, vol met communistisch vuur om de wereld rood te kleuren en bewapend door de Sovjets, maar tevens onvoorspelbaar en eerder anarchistisch ingesteld. Je voelt aan dat het enige dat de beiden verbindt de dreiging van het Vierde Rijk is, maar dat de Rode Lijn uiteindelijk wel orde wenst op te bouwen in tegenstelling tot het dromerige utopisme van de Revolutionairen.

Daarmee is de Russische politieke geschiedenis voor een aanzienlijk deel neergezet (je hebt ook nog de intelligentsia van het universiteitsdistrict e.d.), maar er is ook tegen het einde een interessante uitstap naar de spirituele wereld van de Russen. Met de instorting van de beschaving is de Russische Orthodoxe Kerk qua structuren volledig weggeblazen. In het boek wordt duidelijk gemaakt dat op religieus vlak enkel de volledig gekken de overhand hebben. En wie is voor de Russen vaak hét toonbeeld van religieuze onzin en gekheid (en uiteraard met het westen verbonden)? De Jehova’s Getuigen. Zij komen voor in een vorm waarbij zij een mengeling vormen van de Jehova’s Getuigen met hun bizarre geloofsbeginselen, het fanatisme van de Oud-Gelovigen en de bizarre verhalen die soms opduiken in de Russische geschiedenis over gesloten religieuze gemeenschappen en hun rare rituelen. Denk bij dat laatste dan vooral aan de Chlysten van de 17de eeuw. Ook dwalen in de tunnels gemeenschappen van satanisten rond. Zij zijn een mengeling van de karikatuur van satanisten en vampiers. De satanisten ontvoeren mensen om hen als slaven te laten werken in een groot graafproject om zo de hel te kunnen bereiken. Verder wordt niet ingegaan op deze satanisten, maar zij vormen een zoveelste toevoeging aan het idee dat voor sommige mensen het lijden pas genoeg zal zijn wanneer ze de hel zelf hebben kunnen bereiken.

Deze spirituele uithoek van het verhaal vindt zijn hoogtepunt in Artyom die denkt een gigantische tunnelworm te zien die voorbij raast, meerdere meters breed en tientallen meters lang. Zelf stelt hij zich vragen of hij het nu gezien heeft of niet waarbij hij zich duidelijk afvraagt in wat voor compleet absurde situatie hij terecht is gekomen. De wereld was gek geworden, heeft zichzelf vernietigd, maar het enige dat eruit is voortgekomen, lijkt wel te zijn dat de mens besluit om het allemaal nog eens op kleinere schaal over te doen.

Een uitstekend boek dus waarin de protagonist meerdere keren reisgenoten kwijtraakt. Niet is immers definitief, behalve het verval van de mens en het lijden en juk dat daaruit volgt. Een aanrader voor iedereen die eens een “goede” dystopie wenst te lezen die evenveel zegt over een mogelijke toekomst als over het verleden. Wie de Russische geschiedenis en mentaliteit al kent, zal veel rode draden zien.