Als de peilingen er niet gigantisch naast zitten, is het een uitgemaakte zaak. De SPD ligt dermate achter op CDU/CSU, dat zelfs in het Willy Brandt-huis, het partijbureau van de sociaaldemocraten, alleen de meest verstokte optimisten nog in een goede verkiezingsuitslag geloven.
Aangezien een linkse minderheid bij lange na niet haalbaar lijkt, ziet de SPD zich met de vraag geconfronteerd wat ze na de verkiezingen voor de Bondsdag op 24 september aanstaande doen zal. De grote coalitie met CDU/CSU onder leiding van bondskanselier Angela Merkel heeft de SPD murw gemaakt. Haast bezwerend wijst fractieleider Thomas Oppermann er op dat zijn partij veel punten uit haar verkiezingsprogramma gerealiseerd heeft. Het lijkt de kiezer echter niet te interesseren. “We strijden tot het eind voor een eigen meerderheid”, zei Martin Schulz onlangs. In de afgelopen weken heeft de uitdager de bondskanselier herhaaldelijk aangevallen. “Hij brengt zich in stelling”, zeggen ze in de SPD.
Buitenlandse Zaken
Duidelijk is evenwel dat Schulz in het geval van een hernieuwde grote coalitie graag minister van Buitenlandse Zaken wil worden. Op deze post zit momenteel zijn voorganger als partijvoorzitter van de SPD, Sigmar Gabriel. Als Schulz er voor de verkiezingen nog in slaagt een paar procentpunten te winnen en in de buurt te komen van de 26 procent die Peer Steinbrück in 2013 haalde, dan staan alle opties voor hem open. Als hij Gabriel uit de ministerraad stoot, dan is diens politieke carrière voorbij.
Maar wat gebeurt er als de CDU voor een coalitie met de FDP en eventueel de Groenen kiest? Dan ziet de SPD zich naar de oppositiebankjes verwezen. De huidige fractievoorzitter Thomas Oppermann geldt intern als versleten. Hij heeft veel Bondsdagleden tegen de haren in gestreken en geldt daarbij niet als vertrouweling van Schulz.
Fractievoorzitterschap
In de fractie kan men zich nog goed heugen hoe de verslagen kandidaat-bondskanselier Frank Walter Steinmeier in september 2009 de chaos van de verkiezingsavond gebruikte en meteen verklaarde er aan bij te willen dragen dat de SPD weer zijn “oude kracht” zou hervinden en dat hij bereid was dat als “oppositieleider in de Bondsdag” te doen. “Het was de putsch van een verliezer en hij slaagde”, becommentarieerde de nieuwszender NTV deze coup destijds. Van Schulz is een dergelijke move ook wel te verwachten. Hij zou het argument kunnen gebruiken dat, zolang de mogelijkheid bestaat dat de SPD aan de regeringscoalitie deel zal nemen, het beter is dat het partijvoorzitterschap en het fractievoorzitterschap in de Bondsdag in één hand zijn.
Maar Schulz heeft geduchte concurrenten voor het fractievoorzitterschap, met een goed netwerk in Berlijn. De nieuwe partijsecretaris Hubertus Heil bijvoorbeeld. Over hem wordt gezegd dat door zijn ingrijpen de zwakke campagne van de SPD toch nog een beetje schwung heeft gekregen. De belangrijkste rivaal van Schulz is echter de huidige minister van Arbeid en Sociale Zaken Andrea Nahles. De kandidaat-bondskanselier sprak zich er al vroeg voor uit dat zij ook in de komende regering op die post blijft. Daarmee zou Schulz natuurlijk ook een concurrent minder hebben. Nahles zelf laat zich niet uit over haar ambities na de verkiezingen. Onder het partijkader gaan echter de nodige stemmen op die zeggen dat Nahles de beste keus zou zijn om de SPD in de oppositie weer een links profiel te geven.