In Macedonië heeft de sociaaldemocratische SDSM met hangen en wurgen zijn zin gekregen. De partij kan gaan regeren zonder de verkiezingen gewonnen te hebben.
Na de recente parlementsverkiezingen waarin de conservatieve VMRO-DPMNE 51 van de 120 zetels behaalde en de sociaaldemocratische SDSM 49, slaagden de conservatieven er niet in een meerderheidscoalitie te vormen.
Dit werd vooral veroorzaakt door het feit dat de Albanese partijen hoge eisen stelden. Zo eisten ze dat Albanees een officiële landstaal van Macedonië wordt. Nu is het al zo dat Albanees officiële taal is in gemeentes waar Albanezen twintig procent of meer van de bevolking uit maken. De Albanese bevolking is sterk in het noordwesten van het land, aan de grens met Albanië en Kosovo, geconcentreerd. Daarnaast eisten de samenspannende Albanese partijen financiering voor allerlei specifiek Albanese projecten.
Anders dan de conservatieven hebben de sociaaldemocraten wel toe willen geven aan de hoge eisen van de Albanese partijen en zo is de SDSM nu toch in staat te gaan regeren.
In de afgelopen jaren had de SDSM herhaaldelijk het parlement geboycot, als de VMRO-DPMNE weer eens de verkiezingen had gewonnen. De sociaaldemocraten stelden namelijk steevast dat de verkiezingen vervalst waren, zonder daar echter overtuigend bewijs voor te hebben.
Nadat uitkwam dat de toenmalig premier Nikola Gruevski diverse politici af had laten luisteren, wisten de sociaaldemocraten echter door middel van demonstraties, en gesteund door de Europese Unie, de Verenigde Staten en diverse door George Soros gefinancierde ngo’s af te dwingen dat er een eenheidsregering kwam en er vervroegde verkiezingen gehouden werden.
In die vervroegde verkiezingen, die in december vorig jaar gehouden werden, deed de SDSM het wel beter dan voorheen, maar ondanks alle internationale steun wist ze de verkiezingen nog altijd niet te winnen. Door de partijen van de Albanese minderheid nu in alles hun zin te geven, kan SDSM-leider Zoran Zaev echter alsnog premier worden.