In Litouwen heeft zondag de Unie van Boeren en Groenen verrassend de tweede ronde van parlementsverkiezingen gewonnen. In de eerste ronde was de centrumrechtse Vaderland-Unie nog aan kop gegaan.
In de eerste ronde kiezen de Litouwers met behulp van landelijke kandidatenlijsten 70 leden van het parlement, onder een systeem van evenredige vertegenwoordiging en met een kiesdrempel van 5%. In de tweede ronde worden middels een districtenstelsel de overige 71 leden van het parlement gekozen, voor zover de districten in de eerste ronde niet al gewonnen waren.
In de eerste ronde van de verkiezingen, die twee weken geleden plaats vond, had de kiezer al afgerekend met de regerende partijen, die verantwoordelijk worden gehouden voor de teleurstellende economische situatie van het land.
De sociaaldemocraten van premier Algirdas Butkevicius verloren in de eerste ronde vier procentpunten en kwamen op 14,4% van de stemmen. Maar de links-liberale Arbeidspartij moest er vooral aan geloven. Waar deze in 2012 nog met 19,8% van de stemmen de eerste ronde van de verkiezingen won, valt deze nu met slechts 4,7% van de stemmen onder de kiesdrempel. In de tweede ronde wist de Arbeidspartij dan toch nog twee districtszetels te veroveren. Ook de kleinere coalitiepartners boetten enige steun in. Zo ging de nationaal-conservatieve partij ‘Orde en Gerechtigheid’ terug van 7,3 naar 5,3 procent, en de partij van de Poolse minderheid van 5,8 naar 5,5 procent.
De centrumrechtse Vaderland-Unie deed het in de eerste ronde van de verkiezingen met 21,7 procent van de stemmen niet alleen beter dan in 2012 (15,1%), maar ook dan in 2008, toen het met 19,72% van de stemmen de grootste partij werd en een regering kon vormen met medewerking van diverse liberale partijen.
Gezien het goede resultaat voor de conservatieven in de eerste ronde, leefde alom de verwachting dat zij opnieuw de regering zouden gaan leiden. De conservatieven waren echter niet de enige winnaars in de eerste ronde, want de Unie van Boeren en Groenen, die in 2012 niet verder kwam dan 3,9% van de stemmen, haalde nu maar liefst 21,5% en zat daarmee de Vaderland-Unie op de hielen.
De boerenpartij won vervolgens afgelopen zondag de tweede ronde van de verkiezingen, zodat de Vaderland-Unie het nu ondanks de verkiezingswinst met twee zetels minder moet doen dan in de vorige zittingsperiode. De boerenpartij groeit daarentegen van 1 naar maar liefst 54 zetels.
De Unie van Boeren en Groenen deed het overigens al langer goed in de peilingen en in lokale en regionale verkiezingen, niettemin is het een verrassing dat de partij het in de landelijke verkiezingen zo goed doet, dat ze zelfs de volgende regering kan gaan leiden. Daar zit ook een aanzienlijke proteststem bij.
Het Litouwse electoraat is sowieso tamelijk volatiel, zodat het niet ongebruikelijk is dat partijen kelderen of ineens de grootste worden. De uitwerking van het gemengde kiesstelsel versterkt deze electorale aardverschuivingen vaak nog. In de tweede ronde kwamen ook nog een paar vertegenwoordigers van kleine partijen in het parlement, zoals een kandidaat van de ‘Litouwse Lijst’ die zich vooral tegen het bezuinigingsbeleid richt en een kandidaat van de eurosceptische Centrumpartij.
De Unie van Boeren en Groenen gaat nu zowel met de Vaderland-Unie als de Sociaal Democratische Partij over een te vormen regeringscoalitie spreken. De boerenpartij en de sociaaldemocraten zouden samen echter slechts een minimale meerderheid hebben, zodat een centrumlinkse coalitie minder voor de hand ligt.
Of Litouwen het onder een nieuwe regering economisch wezenlijk beter zal doen, valt intussen te betwijfelen. Zo spelen de gefrustreerde economische relaties met Rusland, als gevolg van de sancties van de Europese Unie en de Russische embargo’s in reactie daarop, een belangrijke rol in de vertraging van de economische groei van de Baltische staat. Onder een nieuwe regering valt in Litouwen echter geen andere opstelling tegenover Rusland te verwachten. Daarnaast speelt ook het wegtrekken van hogeropgeleiden de Litouwse economie parten. Met name omdat de lonen in Litouwen veel geringer zijn dan in West-Europa, zijn sinds het land in 2004 lid werd van de Europese Unie maar liefst 370.000 mensen vertrokken (Ter vergelijking: Er hebben in de eerste ronde van de parlementsverkiezingen zo’n 1,27 miljoen mensen hun stem uitgebracht). Het hoeft dus geen verbazing te wekken als bij de volgende parlementsverkiezingen de Unie van Boeren en Groenen net zo hard weer afgaat als ze nu is opgekomen.