De ambtstermijn van de president van de Europese Centrale bank (ECB), Mario Draghi, loopt weliswaar pas in 2019 af. Maar nu al wordt er over mogelijke opvolgers gespeculeerd. Goede kansen worden toegeschreven aan Jens Weidmann. Of Weidmann daar blij mee moet zijn, is een tweede vraag. Voor een Duitser is een toppositie bij de ECB namelijk geen pretje.
Vooral vanuit CDU/CSU is de sterke wens te horen geweest dat er na Mario Draghi een Duitser de leiding van de ECB zou krijgen. Na acht jaar eindigt in 2019 Draghi’s termijn, een verlenging is niet mogelijk. Bondskanselier Angela Merkel en minister van Financiën Wolfgang Schäuble (beiden CDU) hadden het er in mei over dat ze bij de bezetting van de ECB-leiderspositie Duitse aanspraken wilden doen gelden. CSU-politici hadden daar al eerder toe opgeroepen. Draghi’s opvolger zou een Duitser moeten zijn “die zich verplicht voelt aan de traditie van monetaire stabiliteit van de Duitse Bundesbank”, aldus de vice-voorzitter van de CDU/CSU-fractie, Hans-Peter Friedrich (CSU), in het voorjaar van 2016.
Als verdere mogelijke kandidaten gelden naast Jens Weidmann momenteel ook François Villeroy de Galhau van de Banque de France en de Nederlander Klaas Knot. In Weidmanns voordeel spreekt dat met Wim Duisenberg en Jean-Claude Trichet reeds een Nederlander en een Fransman aan het hoofd van de ECB gestaan hebben. Ook is het moeilijk voor te stellen dat Draghi door een Italiaan opgevolgd zou worden. Tegen deze achtergrond zou een Spanjaard of Portugees nog een gooi naar de positie kunnen wagen, als Jens Weidmann niet zou kandideren.
Jens Weidmann maakt dus goede kans om de opvolger van Mario Draghi te worden, maar het is de vraag of hij daar blij mee moet zijn. Het risico dat de door Draghi en deels al door zijn voorganger Trichet in gang gezette expansieve geldpolitiek faalt is al enorm, en het risico neemt alleen nog verder toe. Na de omstreden aankoop van staatsobligaties door de ECB, komt nu steeds meer het probleem van diep in de schulden stekende ondernemingen in beeld, die dreigen failliet te gaan als de ECB zijn nul-rentebeleid zou beëindigen.
De Bank of America schaalt rond de negen procent van de grootste beursgenoteerde ondernemingen in Europa als zogenaamde ‘zombie-firma’s’ in. Bedrijven met andere woorden, die door het beleid van de centrale bank naar het voorbeeld van Japan kunstmatig in leven gehouden worden, hoewel ze zich op eigen kracht eigenlijk niet meer overeind zouden kunnen houden op de markt. Klinisch dood, zou je ook kunnen zeggen. In de Neue Zürcher Zeitung waarschuwde de consultant Markus Krall voor de gevolgen van de tien jaar aanhoudende goedkope rentepolitiek van de ECB: “In essentie stuwen een grote faillissementsgolf voor ons uit, die des te groter wordt, naarmate we hem verder doorschuiven.”
Krall, die bedrijven en banken al 25 jaar van advies dient in de inschatting van risico’s, wees verder op het grote volume aan slechte kredieten in de boeken van Europese banken. Het Europese banktoezicht becijferde de som van de kredieten met een hoog uitvalsrisico bij Europese banken eind 2016 op rond een biljoen euro, meer dan het drievoud van de Duitse federale begroting. Een EU-brede golf van bedrijfsfaillissementen, ingeleid door een renteverhoging van de ECB, zou de berg noodlijdende kredieten snel verder opdrijven. Gevaar dreigt ook op de aandelenmarkten en bij de vastgoedprijzen, als de vloed van het goedkope geld wegebt.
Iedere opvolger van Draghi, vooral echter een Duitse kandidaat, dreigt daarmee in een zwickmühle terecht te komen. Houdt de ECB aan de ultralosse geldpolitiek vast, kan ze daarmee staten en ondernemingen met teveel schulden weliswaar nog wat langer lucht geven, maar vooral de Duitsers moeten de lasten van deze geldpolitiek dragen: door achterblijvende rente op spaartegoeden, hoge vastgoedprijzen en huren en merkbare prijsopdrijving in het leven van alledag. Als het uiteindelijk tot een crash komt, krijgt de Bundesbank als grootste lidbank de grootste verliezen door de obligatieaankopen van de ECB voor de kiezen.
Maar dat is nog niet alles. Want Duitsland dreigt nadat het een groot deel van de financiële lasten van de pogingen tot redding van de euro voor zijn rekening heeft genomen, uiteindelijk ook nog de rol van zondebok toegeschoven te krijgen.
Mocht het namelijk een Duitser zijn die als ECB-chef de geldsluizen in de eurozone weer sluiten moet, dan rolt een faillissementsgolf van zombie-ondernemingen en diep in de schulden stekende staten als Griekenland en Italië door Europa. Een Duitser aan het hoofd van de ECB is in zo’n situatie de ideale zondebok.