In de week dat duizenden boeren protesteerden in Den Haag bracht De Waarheidsvriend, het periodiek van de Gereformeerde Bond in de PKN, een themanummer uit over het klimaat. Waar is de tijd gebleven dat gereformeerde dominees zich bijzonder verbonden voelden met de boerenstand? In plaats van de aandacht te geven aan de invloed die het klimaatbeleid heeft op het leven van burgers, boeren en ondernemers, wordt de lezer een ronduit extreem klimaatscenario voorgeschoteld op grond waarvan alle maatregelen gerechtvaardigd lijken.
Als expert wordt prof. Blok opgevoerd, hoogleraar natuurkunde aan de TU Delft. Blok meent dat de toename van de CO2 in de atmosfeer verantwoordelijk is voor de stijging van de temperatuur en dat de modellen die klimaatwetenschappers gebruiken dat heel precies kunnen vaststellen. Wat Blok niet vermeldt is dat de snelheid waarmee deze opwarming gaat in de modellen van het IPCC stelselmatig te hoog wordt ingeschat. Marcel Crok schreef hier over: “Klimaatmodellen warmen gemiddeld meer dan drie graden op als de CO2-concentratie verdubbelt. De gemeten opwarming sinds 1850 gekoppeld aan onze kennis over het broeikaseffect van CO2 suggereert echter een klimaatgevoeligheid van tussen de 1,5 en 2 graden.”
In de week dat de media in de ban waren van het ‘klimaatmeisje’ Greta Thunberg, boden 500 wetenschappers een rapport aan waarin op bezonnen toon werd gewaarschuwd voor klimaatalarmisme. Blok lijkt geen boodschap te hebben aan de kritiek van klimaatsceptische wetenschappers. Hij suggereert dat die worden gefinancierd door de fossiele industrie en dat hun beweringen daarom onbetrouwbaar zijn. Het lijkt mij beter om een bewering inhoudelijk te corrigeren, dan te suggereren dat de onderzoekers onbetrouwbaar zijn. Bovendien kunnen we ook van veel wetenschappers en activisten die beweren dat de aarde opwarmt door menselijke CO2-uitstoot ook wel vaststellen dat ze daar ruime financiering voor ontvangen (of zou Al Gore het allemaal voor niks doen?). Ook de enorme groei van de handel in bijvoorbeeld ‘green bonds’, waarin al meer dan 500 biljoen dollar omgaat, doet vermoeden dat er nogal wat financiële belangen gemoeid zijn met een negatief klimaatscenario.
Ook suggereert Blok dat politieke partijen zoals de PVV en de FvD die bezwaar hebben tegen het klimaatbeleid van onze regering dat uit politiek opportunisme doen. Opnieuw beschuldigt Blok mensen die zijn visie niet delen van kwade intenties. Overigens is de uitspraak van Baudet, dat alle voorgenomen klimaatregelen slechts 0,0003 graden minder opwarming zullen opleveren vaak geridiculiseerd, maar nooit weerlegd.
Als het verband tussen CO2 en klimaatverandering eenmaal is geaccepteerd, lijkt het Blok ook zeker dat daardoor natuurverschijnselen zoals orkanen extremer worden en dat de zeespiegel stijgt. Hij noemt als mogelijk gevolg ook de afnemende landbouwproductie, terwijl algemeen wel bekend is dat een toename van CO2 in de atmosfeer de plantengroei juist stimuleert en dus een vergroenend effect heeft. Je zou dan ook kunnen aantekenen dat de toename van CO2 ook zijn voordelen heeft.
Blok vindt dat de kosten van klimaatbeleid eigenlijk wel meevallen: zo’n 1 à 2 procent van het wereldwijde BNP. De Volkskrant becijferde de kosten voor Nederland in de komende jaren overigens op 2 à 3 procent van het BNP, tussen de 500 en 700 miljard euro. Het gaat om honderden miljarden. En Blok lijkt ervan uit te gaan dat deze maatregelen ook allemaal zinvol zijn. Ik ben daar niet van overtuigd. Als CO2 inderdaad de grote boosdoener zou zijn, zou kernenergie natuurlijk een verbetering zijn. Maar in de huidige regelgeving is dat geen optie, en geldt het opstoken van Canadees hout als ‘groen’, terwijl het juist een hogere CO2 uitstoot oplevert en ook nog eens enorme schade toebrengt aan de natuur. De voorgenomen klimaatwetgeving staat bol van de dogma’s – met name de inzet op zon en wind ten koste van aardgas en kernenergie – die een effectieve en betaalbare reductie van CO2 uitstoot alleen maar belemmeren.
Belangrijker nog vind ik het levensbeschouwelijk en economisch kader waarin deze discussie wordt geplaatst. Blok vindt dat christenen ‘voorop moeten gaan’ in de strijd voor het redden van het klimaat. Ik denk dat we er goed aan doen die zorg om het klimaat met de nodige scepsis te benaderen. Met het economisch kader bedoel ik dat vanaf de Earth Summit in Rio de Janeiro in 1992, klimaatbeleid vergezeld ging van de wens om privaat kapitaal aan te trekken om de doelen te verwezenlijken. Ook professor Henk Jochemsen heeft erop gewezen dat klimaat- en milieubeleid begrepen kan worden in een neoliberaal paradigma, waarin de natuurlijke leefomgeving wordt ingezet om kapitaal te genereren. Ik zou daar als christen niet graag in voorop gaan.
Levensbeschouwelijk wordt de zaak zeker tekort gedaan als er alleen maar wordt verwezen naar ‘rentmeesterschap’. De enorme kapitaalvernietiging door zinloze beleidsmaatregelen kan ik nu eenmaal moeilijk als een vorm van rentmeesterschap zien. Bovendien komt het klimaatbeleid voort uit een nogal radicale politieke hoek. Linkse denkers en economen, zoals Naomi Klein, waarschuwden nog niet zo lang geleden (met name met het oog op de ‘war on terror’) voor de retoriek van crisis en ondergang, omdat die in feite was bedoeld om staatsingrijpen te legitimeren en de vrijheden van burgers te beperken. Ik vind het bijzonder opmerkelijk dat links zich nu zo gedwee achter het liberale vaandel van Ed Nijpels schaart om de ‘green new deal’ mogelijk te maken. Waar zijn de ‘linkse intellectuelen’ als je ze nodig hebt? Op dit moment wordt de burger door de politiek en de media, en helaas ook door de kerken, bijna onophoudelijk gebombardeerd met de retoriek van crisis en ondergang. Dit zal bedrijven en overheden in staat stellen om hun controle over de economie, het vrije ondernemerschap, de bestedingen van gezinnen et cetera aanmerkelijk te vergroten. Klimaatalarmisme zie ik als een ‘shock-doctrine’ (Klein) die de democratische cultuur nu al behoorlijk onder druk zet.
Burgers en boeren zullen het een tijdlang verdragen als wetenschappers, politici, predikanten en journalisten hen proberen te overtuigen van de onontkoombaarheid van een ingrijpend en discutabel beleid. Maar als ze merken dat ze vast komen te zitten in een web van regels en belastingen. Als ze merken dat de enorme kosten uiteindelijk toch door de belastingbetaler zullen moeten worden opgebracht, dan zal er een moment komen dat ze het niet meer pikken. En misschien waren die boeren met hun trekkers op het Malieveld daar wel een eerste teken van.