Een koptische-orthodoxe kerk die in de brand staat of protesterende kopten die door militaire jeeps van het Egyptisch leger overreden worden. Het zijn beelden die nog vers in ons geheugen staan gegrift. Hoe is het mogelijk dat de rechten van deze Kopten op zo’n beestachtige wijze vertreden worden? De situatie van christenen wereldwijd schreeuwt om het nog verder afdwingen van mensenrechten. Juist christenen zouden fanatieke voorstanders moeten zijn van universele mensenrechten.
Religieuze vrijheid
Afgelopen week overleed de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-Il. Het zal niemand ontgaan zijn dat er onder zijn bewind weinig werk is gemaakt van mensenrechten. Recht op vrijheid van godsdienst en het recht op vrijheid van meningsuiting zijn slechts twee voorbeelden waar de Noord-Koreaanse bevolking geen enkele aanspraak op kon maken. Een dictatuur als Noord-Korea laat ons zien dat mensenrechten een positieve kant hebben. Wereldwijd zijn religieuze groeperingen gebaat bij mensenrechten die hen beschermen tegen onderdrukking en uitsluiting. Wij leven in een land waar geloof, ras of politieke overtuiging geen angst voor vervolging oproepen. Bovendien zijn vele mensenrechten in Nederland grondwettelijk vastgelegd.
Seculiere meerderheid
Toch krijgen veel christenen direct een vieze smaak in hun mond als het woord ‘mensenrechten’ valt. Dit omdat mensenrechten vaak gebruikt worden om postmoderne normen en waarden aan gelovigen op te leggen. Bekend voorbeeld is het proces van het Clara Wichmann Instituut over de rechtspositie van vrouwen binnen de SGP. Ander voorbeeld is het recht op zelfbeschikking met daaruit voortvloeiend allerlei wetgeving op het gebied van bijv. abortus en kinderopvang. Op die wijze ontstond vorig jaar de hostierel toen de homoseksuele ’Prins Carnaval’ de hostie geweigerd werd. Deze voorbeelden laten juist zien dat religieuze vrijheid onder het mom van mensenrechten aan banden wordt gelegd ten behoeve van de seculiere meerderheid.
Christelijk denken
Er is een diepe misvatting die leeft onder veel christenen dat de mensenrechten verzonnen zijn door een seculiere meerderheid. Echter, mensenrechten hebben juist hun oorsprong in het christelijke denken over recht en rechtvaardigheid. In veel mensenrechten zijn dan ook duidelijk christelijke thema`s terug te vinden zoals vrijheid en barmhartigheid. De christelijke traditie heeft altijd geprobeerd om vanuit de morele wet een antwoord te geven op het onrecht in de wereld. Een belangrijke denker over mensenrechten is Thomas van Aquino geweest. Mensen hebben volgens Aquino onvervreemdbare rechten als deel van Gods recht. Dit idee van natuurrecht gaat ervan uit dat de mens van nature rechten heeft, die in de menselijke natuur besloten liggen. Ook de jurist Johannes Calvijn neemt een positieve houding aan tegen het idee van natuurrecht als uitgangspunt van fundamentele rechtsregels. Ondanks de verdorvenheid van de mens en de verduistering van het menselijk verstand is het algemene genade dat er een besef van goed en kwaad is overgebleven onder de mensen. (Institutie II, 2.12)
De omwenteling
De huidige mensenrechten zoals vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens zijn een geseculariseerd aftreksel van het christelijk denken over mensenrechten. In de christelijke traditie is het denken over mensenrechten altijd gezien in de context van Gods recht, Zijn voorzienigheid en de verdorvenheid van de mens. Haaks op dit christelijke mensbeeld staat dan ook het moderne mensbeeld waarin de autonomie van de mens centraal staat. Hierin wordt de mens gezien als een goed en verstandig wezen dat het recht heeft om zijn geluk op aarde te vestigen. De mens zit in een progressieve evolutionaire spiraal. Waar deze in uitmondt is nog onzeker, maar als we sommigen moeten geloven is een wereldvrede haalbaar. Het hoeft ons dan ook niet verwonderen dat seculiere partijen hun mond vol hebben van mensenrechten. Mensenrechten is de taal waardoor de moderne mens iets probeert te zeggen over recht, terwijl het de God van recht en gerechtigheid loochent.
Christelijke interpretatie
Het is overduidelijk dat de huidige inbreng van mensenrechten een moderne geest ademt, die christenen tegen de borst stuit. Toch moeten we in ons pessimisme niet blijven steken. Veel christenen doen uit pragmatische overweging een beroep op bepaalde mensenrechten. Als mens hebben we verantwoordelijkheden gekregen om ons leven goed te in te richten en zorg voor elkaar te dragen. Mensenrechten kunnen hier een belangrijke rol in spelen. Christenen en christelijke partijen zouden veel meer moeten investeren in een christelijke interpretatie en toepassing van mensenrechten. De menselijke waardigheid moet als uitgangspunt worden genomen in het debat rondom mensenrechten. Mensenrechten die gegrond zijn op menselijke waardigheid, waarbij de mens beschouwd wordt als schepsel van God en geschapen naar Zijn beeld. Een christelijke interpretatie van de mensenrechten kan zo bijdragen aan gelijkwaardigheid, respect en (geloofs)vrijheid. Tegelijk biedt dit voor christenen de mogelijkheid om met een duidelijke boodschap het publieke debat aan te gaan in plaats van aan de zijlijn toe te kijken Alleen zo zijn we als christenen in staat om het seculiere mensbeeld te ontmaskeren en tegelijkertijd de menselijke waardigheid hoog te houden.
Een samenvatting van dit artikel is gepubliceerd in het Reformatorisch Dagblad.