In Syrië en Irak delft de terreurorganisatie ‘Islamitische Staat’ (IS) steeds vaker het onderspit. IS heeft echter in Centraal-Azië een stevige basis om op terug te vallen.
IS is reeds actief in Centraal-Azië onder de naam IS Khorasan. IS zou in Centraal-Azië over zo’n 6.500 krijgers beschikken, die vanuit Afghanistan aangestuurd worden door Hafiz Saeed Khan, niet te verwarren met Hafiz Saeed, de leider van de Pakistaanse islamistische organisatie Lashkar-e Taiba. De Pathaan is door IS-leider al-Baghdadi tot emir van het kalifaat Khorasan benoemd.
Khorasan is een historische regio die delen van Iran, Afghanistan, Pakistan, Turkmenistan, Oezbekistan en Tadzjikistan omvat. Veel belangrijke islamitische geleerden kwamen uit Khorasan, zoals Ahmad ibn Hanbal, Abu Hanifa en Muhammad al-Bukhari.
Centraal-Azië is echter niet alleen een interessante regio voor IS vanwege het historische belang. Belangrijker is dat de islamistische ideologie van IS in Centraal-Azië een ideale voedingsbodem vindt. We moeten niet vergeten dat IS niet alleen een jihadistische terreurorganisatie is, maar ook een salafistische sociale beweging. De organisatie beoogt een revolutionaire verandering van de bestaande sociale en politieke orde. IS voert de pretentie van staatsvorming en dat krijgt gestalte in de vorm van kalifaten. Daarbij trekt ze zich niets aan van bestaande grenzen. IS kan zijn ideologie zodoende het beste verwezenlijken in gebieden waar de staat het af laat weten, en waar veel conflictpotentieel en religieuze polarisatie is. Zo bezien zijn de landen in Centraal-Azië ideaal.
Sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie is een groot deel van de bevolking opnieuw islamitisch geworden, zodat van de circa 57 miljoen mensen in de regio op het moment zo’n 52,8 miljoen tot de islam gerekend mogen worden, oftewel 92,6%. Dat percentage zal gezien de bevolkingsontwikkeling waarschijnlijk nog toenemen. IS kan zo rekenen op een brede maatschappelijke basis voor invoering van islamitisch recht en aan populariteit winnen met projecten of maatregelen ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting.
Volgens cijfers van de Wereldbank moet meer dan de helft van de mensen in Centraal-Azië rondkomen met minder dan USD 4,30 per dag. De regeringen van de betreffende landen zijn niet in staat het armoedeprobleem effectief te bestrijden en beschikken sowieso niet over het gezag en de samenbindende kracht waarover de islam beschikt. De staten hebben ook steeds nagelaten samenwerking te zoeken met islamitische leiders en hen veeleer van zich vervreemd. Ook gematigde islamitische organisaties werden door de overheden niet toegelaten, zodat er geen tegenwicht is voor ondergrondse islamistische organisaties. Dat kon op termijn wel eens tegen de regeringen gaan werken.
Een voorbeeld daarvan zien we reeds in de Ferganavallei. In deze regio tussen Oezbekistan, Kirgizië, Tadzjikistan en Kazachstan, die geplaagd wordt door grond- en waterschaarste, corruptie, werkloosheid en armoede, wonen zo’n 11 miljoen mensen. Ondergrondse islamistische organisaties zijn hier zeer actief en winnen snel aan populariteit.
Vooral Rusland heeft er groot belang bij om de opmars van de radicale islam in Centraal-Azië te stuiten. Het is een strategisch belangrijke regio tussen Rusland en verscheidene van haar partners, zoals Iran, China en India, in gelegen. De regio is bovendien rijk aan grondstoffen. Doordat een deel van de landen deel uitmaakte van de voormalige Sovjet-Unie zijn er goede verbindingen met Rusland. De Russische Federatie kent zelf ook grote islamitische bevolkingsgroepen.
Rusland heeft dan ook al in 2002 het initiatief genomen voor de Collectieve Veiligheidsverdragsorganisatie (CVVO). Een militair bondgenootschap met hoofdkwartier in Moskou, dat naast Rusland, Armenië, Wit-Rusland, Kazachstan, Kirgizië en Tadzjikistan tot zijn leden rekent. Afghanistan en Servië hebben de status van waarnemer. Sinds 2015 is het CVVO actief in het beveiligen van de Tadzjiekse grens met Afghanistan.