Volgens de Russische inlichtingdienst FSB zijn er bijna 2.900 burgers van de Russische Federatie die zich op enig moment hebben aangesloten bij de terreurorganisatie ‘Islamitische Staat’ (IS), dat is inclusief reeds gesneuvelden en teruggekeerden. Maar die 2.900 zijn mogelijk niet allemaal authentieke jihadisten. Enkelen van hen zouden spionnen zijn voor de Russen. Zij zouden door de Tsjetsjeense president Ramzan Kadyrov naar Syrië zijn gestuurd om de zaak van binnenuit te ondermijnen.
Kadyrov heeft voor de Russische televisie verklaard dat hij een aantal spionnen vermomd als Tsjetsjeense vrijwilligers naar IS in Syrië gestuurd heeft, om te spioneren bij de terreurorganisatie. Doel van de spionage is het verkrijgen van meer informatie over de interne werking van IS, maar ook van tactische, operationele informatie. Zo zou de informatie van spionnen hebben bijgedragen aan de trefzekerheid van Russische bombardementen.
Of er ook Tsjetsjeense infiltranten bij het Al Nusra-Front zijn, bleef in het midden. Ook bij die islamistische organisatie vechten echter grote aantallen Tsjetsjenen. Infiltratie is bepaald niet zonder risico. Zo melden uit Syrië terug gekeerden dat IS een kopgeld van USD 5000,- betaalt voor infiltranten waarvan aangetoond is dat ze spioneerden. Bekend is ook dat IS reeds een aantal mensen heeft geëxecuteerd op beschuldiging van spionage voor Rusland, zoals op youtube te zien is.
Begin april loopt Kadyrovs ambtstermijn ten einde. Kadyrov heeft aangegeven geen nieuwe termijn als president van de deelrepubliek te ambiëren. Een zet die er vooral op gericht lijkt de waarde van Kadyrovs bewind als stabiliserende factor in de regio te onderstrepen. Als Poetin een dringend beroep op hem doet, is het allerminst uitgesloten dat hij toch nog een termijn het ambt bekleed.