Indrukken van een Britse diplomaat in Noord-Korea

door | 16 oktober 2019

Wat opvalt is dat veel schrijvers van boeken over Noord-Korea informatie van elkaar hergebruiken en uitgaan van de nodige veronderstellingen en informatie van derden. Eelco van Hoecke recenseert een boek dat hierop een uitzondering vormt.

In 2015 bezocht ik samen met een collega de Democratische Volksrepubliek Korea, oftewel Noord-Korea. Aangezien Nederland zoals de meeste Europese landen geen ambassade heeft in Noord-Korea nam ik contact op met de Britse ambassade, omdat Nederlandse burgers in Noord-Korea zich dienen te wenden tot de Britse ambassade in geval van calamiteiten. Het leek me wijs om de Britten op voorhand op de hoogte te stellen van ons bezoek. Het contact verliep allerhartelijkst, met het verzoek aan ons om hen een seintje te geven wanneer we zonder problemen teruggekeerd zouden zijn in China. Gelukkig is het ook zo gelopen. Deze flashback speelde door mijn gedachten toen ik begon aan deze recensie over het boek van John Everard.

Britse ambassadeur in Noord-Korea

Voor mijn Noord-Koreareis heb ik alles gelezen over het land wat ik te pakken kon krijgen, veelal in het Engels. Wat opvalt is dat veel schrijvers informatie van elkaar hergebruiken en uitgaan van de nodige veronderstellingen en informatie van derden. Dit boek is in mijn ogen een gunstige uitzondering. De auteur heeft alles bij elkaar meer dan 2 jaar als Brits ambassadeur in het land gewoond, van 2006 tot en met 2008, en vertelt over zijn eigen ervaringen in Noord-Korea en met name Pyongyang.

Het boek bestaat uit 4 hoofdstukken:
1. Life in the DPRK
2. Foreigners in the DPRK
3. The Nature of the DPRK Regime
4. Dealing with the DPRK

Contact met Noord-Koreanen

Anders dan de meesten had ambassadeur Everard wel degelijk contact met gewone Noord-Koreanen. Ook is hij kriskras door het land gereisd. Zijn informatie is niet afkomstig van vluchtelingen, maar van de buitenste schil van de elite die mag leven in de hoofdstad Pyongyang (ongeveer 1 miljoen mensen, 5% van de bevolking. In totaal wonen in Pyongyang iets meer dan 3 miljoen trouwe communisten, ongeveer 15% van de bevolking).

Beter beeld van alledaagse leven in Noord-Korea

Het beeld dat ambassadeur Everard schetst wijkt niet wezenlijk af van de verhalen van de meeste vluchtelingen. Wel slaagt hij erin om een beter beeld te geven van het alledaagse leven in Noord-Korea: relaties, trouwen, werk, carrière en de strijd die Noord-Koreanen elke dag moeten voeren om een min of meer gewoon leven te kunnen leiden in de paranoïde, disfunctionele Noord-Koreaanse maatschappij. Geen enkel ander boek slaagt er wat mij betreft in om zo’n realistisch beeld van het leven in Noord-Korea te schetsen. Een aantal zaken die door hem in het boek genoemd worden waren voor mij zeer herkenbaar.

Militaire controleposten rond Pyongyang

Zo heeft hij het bijvoorbeeld over de militaire controleposten rond Pyongyang. Diplomaten blijken binnen een straal van 35 km van Pyongyang vrij te mogen reizen. Everard fietst echter graag en komt meestal zonder al te veel problemen langs de verschillende controleposten. Die worden veelal bemand door (vriendelijke) dienstplichtigen. Hij fietst zonder problemen verschillende keren naar het strand bij Nampo. Die controleposten zijn er vooral om mensen die niet in de hoofdstad thuis horen buiten te houden. Enkel trouwe communisten mogen in de hoofdstad wonen. Sinds de hongersnood van de jaren ’90 is het land echter zeer corrupt. Iedereen is om te kopen en veel boeren reizen illegaal naar Pyongyang om hier hun producten tegen hoge winsten te kunnen verkopen op de markt.

Noord-Korea

Toen we met onze bus over een viaduct reden zagen we dat er mensen illegaal met een trein Pyongyang probeerden binnen te komen. Een Britse toerist uit onze groep die tegen de afspraken in foto’s nam van zo’n controlepost werd op een rustige, beschaafde manier uit de bus gehaald en gevraagd om die foto’s in het bijzijn van de militairen te wissen. Daar bleef het bij.

Hongersnood jaren ’90 veranderde samenleving blijvend

Verder heeft Everard het over het feit dat de hongersnood van de jaren ’90 de maatschappij blijvend veranderd heeft. Mannen waren vanwege het feit dat ze voltijds werken gedwongen om elke dag te blijven verschijnen in staatsbedrijven waar amper geld werd verdiend, terwijl de vrouwen konden gaan handelen op de eerste zogenaamde ‘boerenmarkten’ omdat ze niet werkten of slechts deeltijd.

Dit zie je overal in het land: vrouwen en oude mannen hebben kraampjes langs de kant van de weg en verkopen allerhande producten. Het voedsel op straat dient te worden afgerekend in harde valuta maar is van een veel betere kwaliteit dan het voedsel dat je krijgt in staatsrestaurants waar de kwaliteit zeer wisselend is. Zo was op de voorlaatste dag van de reis de helft van onze groep doodziek omdat ze niet tegen de kimchi konden die was geserveerd in een van de staatsrestaurants.

Leven als diplomaat in Noord-Korea

Het mooiste deel van het boek vond ik de verhalen over zijn eigen leven als diplomaat in Noord-Korea. De Britse ambassade zit samen met de vertegenwoordiging van Zweden, Duitsland en Frankrijk in het enorme voormalige gebouw van de Oost-Duitse ambassade. Zelfs DDR-diplomaten hadden het zwaar in Pyongyang en durfden vanwege het gebrek aan controle vanuit het thuisland regels te overtreden. Zo legden ze op staatskosten een enorm “waterbassin” aan. Dit was in werkelijkheid een zwembad om de warme zomers door te komen. Ook beschikte de ambassade over een meer dan goed gevulde bibliotheek om de verveling te verdrijven. Verder luchtten toch verschillende Noord-Koreaanse contacten hun hart over bijvoorbeeld het gebrek aan brandstof/verwarming in de wintermaanden. En dat in Pyongyang!

Pessimistisch over hervormingen

Op verzoek van de uitgever heeft de schrijver de laatste twee hoofdstukken toegevoegd die voor mijzelf minder verrassingen in petto hadden. Everard is pessimistisch over politieke en economische hervormingen en de mate waarin het buitenland invloed kan uitoefenen op Noord-Korea. Iets dat Trump en de VS in hun achterhoofd dienen te houden bij verdere onderhandelingen met het land.

N.a.v. John Everard, Only Beautiful, Please: A British Diplomat in North Korea (Shorenstein Asia-Pacific Research Center, 2012), paperback, 250 pagina’s.