Tot verrassing van velen heeft de Indiase regering begin november een groot deel van de roepie-bankbiljetten tot niet langer wettig betaalmiddel verklaard. De zogenaamde demonetarisering moet de opstap zijn naar radicale veranderingen in het geldverkeer.
Terwijl de Amerikaanse presidentsverkiezingen de aandacht van de internationale pers opeisten, verklaarde premier Narendra Modi in de nacht van 8 op 9 november ineens de bankbiljetten van 500 en 100 roepie voor ongeldig. Daarmee was in één klap 86 procent van de in omloop zijnde bankbiljetten in India niet langer wettig betaalmiddel.
Vanuit de politiek werd de hervorming van het contante geldsysteem als een offensief tegen de schaduweconomie en corruptie voorgesteld. Tot en met 30 december bestond de mogelijkheid tot 4000 roepie (zo’n 54 euro) direct voor nieuwe biljetten van 500 of 2000 roepie om te wisselen, de rest kon men alleen behouden door het op een bankrekening te zetten.
Gezien de eindeloze rijen bij de banken die dit veroorzaakte, was wel duidelijk dat de ingrijpende hervorming van het geldsysteem slecht voorbereid was. Daarbij moet bedacht worden dat in India de voorwaarden voor een dergelijke ingrijpende hervorming zeer ongunstig zijn. Zo voltrekken de Indiërs zo’n 95 procent van hun transacties door middel van contanten. Volgens gegevens van de Wereldbank had in 2014 bijna de helft van de Indiërs geen eigen bankrekening. De hervorming treft dan ook in het bijzonder de armen en de plattelandsbewoners.
De economische effecten zijn ernstig. Ook na weken leidt het land nog altijd onder extreme schaarsheid aan contant geld. Vooral kleine zelfstandigen zoals marktkooplui en middenstanders worden geconfronteerd met liquiditeitsproblemen, maar weinigen beschikken over de middelen om klanten giraal te laten betalen.
Overigens roepen niet alleen de economische bij-effecten vragen op over de motieven achter de geldhervorming. Het is namelijk zeer de vraag of deze ingreep de gehoopte grote slag in de strijd tegen de omvangrijke zwarte markt in India zal zijn. Deze informele sector zou naar schatting maar liefst 25 procent uitmaken van de op twee na grootste economie van Azië. Gegevens van het Ministerie van Financiën uit belastinginvallen doen vermoeden dat het aandeel zwart geld slechts rond de vier à zeven procent van het bestand aan contant geld ligt. In India wordt het meeste zwarte geld in andere vormen weggezet, zoals goud of buitenlands valuta op buitenlandse rekeningen. Zo stelde onlangs ook premier Modi zelf dat Indiërs naar schatting 250 miljard Amerikaanse dollars op Zwitserse bankrekeningen zouden hebben staan.
De verrassende roepie-ingreep heeft vanzelfsprekend weinig uit te staan met het terug naar India halen van dergelijke gelden. De regeringsleider heeft de ingreep in eerste instantie vooral aangeprezen als slag tegen corruptie en belastingontduiking. “Sommigen dachten dat ze er mee weg zouden komen hun zwarte geld naar de bank te brengen. Zij hebben de regering onderschat. Ze zitten al in de val en worden nu gevangen, met behulp van nieuwe technologieën.”
Sommige economen vermoeden echter dat het niet slechts om vervanging van contant geld gaat maar dat zelfs de uiteindelijke afschaffing van contant geld het eigenlijke hoofddoel van de hervorming zou kunnen zijn. “Het is niet langer een oorlog tegen zwart geld, maar een oorlog tegen contant geld”, aldus een commentator van economisch dagblad Mint. Modi ontkent noch bevestigt dat: “Er is een uitgewerkt plan, maar ik houd mijn kaarten nog even tegen de borst.”
In de hoofdstad New Delhi wordt inmiddels druk gespeculeerd over de volgende stappen van de premier. Zo vermoeden sommigen dat hij een belasting op banktransacties aan zal kondigen, die alle andere belastingen moet gaan vervangen. Een idee dat jaren geleden al eens door een denktank gelanceerd is. Reden voor een dergelijke hervormingen zou vooral zijn dat het huidige belastingsysteem een zeer beperkte dekking heeft. Naar schatting betaalt slechts ongeveer één procent van alle Indiërs überhaupt inkomstenbelasting.
Of Modi nog in de gelegenheid zal zijn om het probleem van belastingontduiking fundamenteel aan te pakken, valt te bezien. Reeds op korte termijn lijkt mislukking van zijn hervormingsplannen een zeer reële mogelijkheid. Zo heeft het aanhoudende gebrek aan contact geld een verlammende uitwerking op de Indiase economie. Daarbij zouden op enig moment grotere protesten van de bevolking tegen het geldexperiment kunnen ontstaan, wanneer de gewekte verwachtingen uitblijven. De regering heeft namelijk in het vooruitzicht gesteld dat extra belastingomzet uit de demonetarisering ten goede zou komen aan het volk. Of de beloofde koeien met gouden horens werkelijkheid worden, zal blijken als de minister van Financiën in februari zijn begroting presenteert.