Nadat de regerende Onafhankelijkheidspartij er in eerste instantie niet in slaagde een regeringscoalitie te formeren en ook de de Links-Groene Beweging geen succes had, komt er nu uiteindelijk toch een centrumrechtse regering.
Op 29 oktober van vorig jaar werden vervroegde parlementsverkiezingen gehouden, nadat premier Sigmundur Gunnlaugsson van de Progressieve Partij in opspraak was geraakt door onthullingen uit de Panama Papers. De agrarische Progressieve Partij en de liberaal-conservatieve Onafhankelijkheidspartij, beide eurosceptisch, hadden tot dan toe de regering gevormd en onder andere de toetredingsprocedure tot de Europese Unie afgebroken.
Door de onthullingen uit de Panama Papers boette de Progressieve Partij, die in 2013 nog flinke verkiezingswinst had geboekt en bijna even groot als de Onafhankelijkheidspartij was geworden, fors aan populariteit in.
Voor de verkiezingen was in de internationale media veel aandacht besteed aan de opkomst van de Piratenpartij, waarvan sommigen verwachtten dat deze de verkiezingen zou winnen. Internationale media negeerden daarbij de laatste peilingen voor de verkiezingen, die reeds een neerwaartse trend voor de Piraten aanduidden. Het uiteindelijke verkiezingsresultaat van de partij bleef ver achter bij de hooggespannen verwachtingen.
Nadat de leider van de Onafhankelijkheidspartij, Bjarni Benediktsson er in eerste instantie niet in slaagde een akkoord te bereiken met andere partijen, mocht Katrin Jakobsdottir van de Links-Groene Beweging het proberen. Zij had echter maar liefst vijf partijen nodig om een meerderheidscoalitie zonder de zittende regeringspartijen te vormen.
De ideologische verschillen tussen de vijf partijen bleken echter te groot om te overbruggen, zodat het initiatief weer bij Benediktsson kwam te liggen. Uiteindelijk bereikte hij gisteren alsnog een akkoord met een liberale en eurofiele afsplitsing van de Onafhankelijkheidspartij genaamd Vidreisn en de links-liberale partij Heldere Toekomst.
De precieze inhoud van het regeerakkoord is nog niet bekend, maar het ministerie van Buitenlandse Zaken zal in ieder geval bemand worden door een politicus van de Onafhankelijkheidspartij. Van een hernieuwde aanvraag van lidmaatschap van de Europese Unie zal geen sprake zijn. De eurofiele partijen willen graag dat de kwestie van een eventueel EU-lidmaatschap in een referendum aan de bevolking wordt voorgelegd. Peilingen wijzen er echter consequent op dat een ruime meerderheid van de IJslanders tegen toetreding tot de EU is.