Op de dag af 150 jaar geleden, op 30 maart 1867, ‘s morgens vroeg, ondertekenden de minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten van Amerika, William H. Seward en de Russische chargé d’affaires in Washington, Eduard von Stoeckl – zoon van een Oostenrijkse diplomaat, na een nachtelijke onderhandelingsmarathon het contract waarmee Alaska overging in handen van de Verenigde Staten.
Slechts enkele decennia na de ontdekking van Alaska in juli 1741 door Vitus Bering, een Deense ontdekkingsreiziger in dienst van de tsaar, begon de Russisch-Amerikaanse Compagnie (RAC) met de exploitatie van de enige Russische overzeese kolonie ooit. Het half-statelijke monopolie behaalde daarbij schitterende winsten uit de handel in zeeotterpelzen en zeehondenbotten, die destijds even begeerd waren als ivoor. Onder het toezicht van de getalenteerde koopman Alexander Baranov werd al snel meer dan 1000 procent winst behaald.
Toen in 1818 marine-officieren de leiding van de RAC overnamen en zichzelf astronomische lonen toekenden, die deels het tienvoudige van dat van Russische ministers bedroegen, terwijl tegelijk de opbrengsten van de pelzen terugliepen, was het snel bekeken met de goede zaken. Dat leidde er toe dat de compagnie met staatssteun ter grootte van 200.000 roebel per jaar in leven gehouden moest worden. Maar dat kon het Russische Rijk zich op termijn niet veroorloven – vooral niet nadat het in 1856 de Krimoorlog verloren had. Daarbij kwam de vrees voor plannen van de superieure zeemacht Groot-Brittannië om Alaska te annexeren.
Zodoende vatte men in Sint-Petersburg het plan op de kolonie Russisch-Amerika aan de Verenigde Staten te verkopen. Het principebesluit viel in december 1866 tijdens een overleg tussen tsaar Alexander II, zijn broer grootvorst Constantijn, minister van Buitenlandse Zaken en kanselier Alexander Gortsjakov, de minister van Financiën Michael von Reutern en de Russische zaakgelastigde in Washington.
Stoeckl kreeg opdracht hiertoe onderhandelingen te beginnen met minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten Seward. Deze namen een aanvang op 11 maart 1867. Seward liet meteen grote belangstelling blijken voor het voorstel. Net als president Andrew Johnson en de voorzitter van de senaatscommissie voor Buitenlandse Zaken Charles Summer, was hij een overtuigd voorvechter van de Monroedoctrine, die iedere inmenging van Europese machten op het westelijk halfrond uit den boze verklaarde. Met de aankoop van de destijds voor grotendeels waardeloos gehouden Russische bezittingen in Alaska moest een signaal aan de andere wereldmachten afgegeven worden, dat ze op “op dit continent niets te zoeken hebben”, zoals het dagblad New York Herald destijds schreef.
Als prijs had de tsaar vijf miljoen Amerikaanse dollar of 6,5 miljoen roebel in gedachten. Deze som moest dan jaarlijks zo’n 300.000 roebel rente opleveren en daarmee meer dan Alexander II aan inkomsten uit de kolonie verwachtte. De schrandere Stoeckl slaagde er in de nacht van 29 op 30 maart 1867 bij een spontaan bezoek aan Sewards privé-woning in de prijs nog op te drijven tot 7,2 miljoen dollar. Daarbij wist de gezant van de tsaar voor zichzelf nog een provisie van 25.000 roebel in de wacht te slepen en een jaarlijks rente van 6.000 roebel. De Verenigde Staten werd overigens niet het vel over de neus gehaald, want bij een oppervlak van Russisch-Amerika van 1,52 miljoen vierkante kilometer betekende dit dat de Verenigde Staten slechts 4,74 dollar per vierkante kilometer moest betalen.
De senaat van de VS ratificeerde de overeenkomst op 9 april 1867 met slechts twee tegenstemmen. Deze overweldigende meerderheid was geenszins vanzelfsprekend, want de Amerikaanse pers bekritiseerde de overeenkomst fel. Zo meenden veel bladen dat de VS hiermee slechts een “uitgeperste sinaasappel” of een “bevroren wildernis” verworven hadden, waarin slechts onbeschaafde Eskimo’s leefden wiens hoofdvoedsel visolie was. Summer wist onder verwijzing naar de Monroedoctrine en de geopolitieke voordelen van de aankoop uiteindelijk echter het leeuwendeel van de senatoren te overtuigen.
Later lag het Huis van Afgevaardigden echter dwars, toen het om de vrijgave van fondsen voor de koop ging, waardoor de aankoop twaalf maanden uitgesteld werd. Het gerucht gaat dat Stoeckl eerst nog deze en gene parlementsleden wat toe moest schuiven of voor bacchanalen uit moest nodigen voordat ook dit Huis akkoord ging met de koop.
De feestelijke overdracht van Russisch-Amerika met zijn 23 handelsposten en de twee grotere nederzettingen Novo Archangelsk (nu Sitka, in de Alexanderarchipel) en Sint-Pauls Haven (nu Kodiak op het gelijknamige eiland), alsmede naar schatting 58.000 inboorlingen, vond plaats op 18 oktober 1867 door marinekapitein Alexej Pesjtsjoerov. Aansluitend kwam Alaska onmiddellijk onder het bestuur van het Amerikaanse leger. Zodoende hadden tot 1877 militairen als generaal-majoors Lovell Rousseau en Jefferson C. Davis het voor het zeggen. Daarna had eerst het Ministerie van Financiën en later de Marine het voor het zeggen in het nieuwe territorium, totdat het in 1884 als District Alaska een eigen regering kreeg en uiteindelijk op 3 januari 1959 tot 49e en qua oppervlak grootste deelstaat van de Verenigde Staten van Amerika werd.
Niet alleen in de Verenigde Staten, maar ook in Rusland was er weerstand geweest tegen de transactie, men wist bijvoorbeeld al dat er goud was te vinden aan de andere kant van de Beringstraat. De omvang hiervan, die vanaf 1896 tot de goudkoorts van Klondike leidde, verraste echter alle betrokkenen.
Ook overigens bewees Alaska zich als uiterst rijk aan bodemschatten. Zo werden bijvoorbeeld in 1968 zeer productieve aardolievelden ontdekt. Dat zit sommige Russische nationalisten nog altijd niet lekker. Een daarvan is Alexej Bagatov van de Liberaal-Democratische Partij van Rusland (LDPR). In een interview met het Duitse dagblad Die Welt stelde hij in 1997 nog: “Alaska werd helemaal niet aan Amerika verkocht, maar alleen verpacht. De termijn is echter 30 jaar geleden afgelopen. Iedere keer als de Amerikanen iets van ons eisen, moeten we ze aan het eind van de pachtovereenkomst herinneren.”