Angela Merkels besluit van afgelopen zondag, kandidaat te zijn om nog vier jaar het ambt van bondskanselier te bekleden, heeft de Duitsers opnieuw in twee kampen verdeeld. Het valt op hoe beide kampen, zij die Merkel steunen en zijn die haar bekritiseren, langs elkaar heen praten.
De reden daarvoor ligt in het optreden van de bondskanselier zelf. Haar bewonderaars beschrijven Merkel als nuchter, zakelijk, feitengericht, iemand die onverbloemd zegt waar het op aankomt. Wie haar hoort spreken, zoals recent op televisie in de talkshow van Anne Will, hoort echter weinig anders dan verbloeming. Zelfs de zo toeschietelijke talkshowpresentatrice slaagde er niet in ook maar een duidelijke uitspraak aan de CDU-leider te ontlokken. De gast week, alles behalve nuchter, steevast naar het persoonlijk-emotionele uit of naar algemene frasen over moeders, kinderen, armlastige bejaarden of mensen die niet aan de bak komen, die allemaal op de een of andere manier geholpen moeten worden.
Voor Merkels aanhangers voelt dit taalgebruik als een warme deken. Vol dankbaarheid erkennen ze het gevoel van geborgenheid in de armen van de bondskanselier, dat Merkel hen over alle gebroken beloften heen weet te geven. Wie aandringt en feiten wil horen, wil weten waar Merkel volgens haar aanhangers eigenlijk staat, krijgt steevast voor de voeten geworpen verdeeldheid te zaaien, een querulant of zelfs een ophitser te zijn.
En toch is er wel iets van aan, van dat beeld van de koud calculerende Merkel – alleen dan op een volstrekt andere manier dan haar burgerlijke bewonderaars denken. Achter de wolken van haar gevoeligheid en haar frasen verbergt de CDU-leider haar eigenlijke politieke standpunten, die ze onverstoord en met volle kracht doorzet.
Ten aanzien van het energie– en immigratiebeleid is Merkels knalgroene agenda al veelvuldig aan de dag getreden. Ook in haar houding tegenover Duitsland ligt de bondskanselier volstrekt op de lijn van Claudia Roth of Katrin Göring-Eckardt. Legendarisch is inmiddels een scène van de verkiezingsavond in 2013. Met een van afschuw vertrokken gezicht moffelde verkiezingswinnaar Merkel een klein Duits vlaggetje weg van het podium waar de partijtop van de CDU de verkiezingszege vierde.
Bij Anne Will verried ze zich door haar taalgebruik. Merkel sprak niet van Duitsers en immigranten, maar van hen “die we erbij krijgen” en hen “die hier al langer wonen”. In plaats van de Duitsers als een soeverein volk met een geërfd recht op hun vaderland spreekt ze van een amorfe groep mensen die hier als bij toeval al wat langer verblijven, wat wil zeggen dat ze geen bijzondere rechten op hun land kunnen laten gelden.
Duitsland zou bij haar in goede handen zijn, zo willen de kiezers die haar steunen desalniettemin geloven. Het lijdt geen twijfel: Als bondskanselier en nog meer als CDU-leider is Angela Merkel de meest succesvolle politieke afleidingsmanoeuvre in de geschiedenis van de Bondsrepubliek.