Herhaalt Donald Trump het ware kunststuk van Richard Nixon?

door | 13 oktober 2016

‘Kan Trump het dubieuze kunstje van Nixon nadoen?’ kopte de Volkskrant onlangs. Dat kunstje waar de krant voor vreest is, dat als Donald Trump de 45ste president wordt, hij een speciale aanklager zal benoemen om Hillary Clinton te vervolgen. Waar de journalist echter beter over had kunnen schrijven is de stormachtige en uiteindelijk succesvolle carrière van Richard M. Nixon. Een waar kunststukje.

In 1962 leek de politieke loopbaan van Richard Nixon (1913-1994) voorbij. De gevierde vice-president van Dwight Eisenhower verloor op desastreuze wijze de verkiezing van gouverneur van Californië. Twee jaar daarvoor moest hij het onderspit delven tegen John F. Kennedy, die in 1960 de presidentsverkiezingen won. Nixon was politiek uitgerangeerd, zo leek het.

Nixon groeide op in een arm gezin in Californië. De financiële situatie in het Quakergezin was er de oorzaak van dat de intelligente Richard niet aan een universiteit kon studeren. In 1948 kreeg Nixon – twee jaar eerder gekozen in het Huis van Afgevaardigden – nationale bekendheid door Alger Hiss van spionage te beschuldigen. Hiss werd in 1950 voor hoogverraad veroordeeld, hetzelfde jaar waarin Nixon op overtuigende wijze een senaatszetel wist te veroveren. Het anticommunisme van de Californiër sprak de Republikeinse Partij aan. Hij werd in 1952 vice-president onder oud-generaal Dwight Eisenhower en dwong bij vriend en vijand bewondering af voor zijn standvastigheid en vechtlust. Nixon maakte veel buitenlandse reizen, waaronder het beruchte bezoek aan een aantal Latijns-Amerikaanse landen in 1958. In Venezuela belaagden demonstrerende studenten de vice-president en zijn vrouw. Maar Nixon stapte uit de auto en ging de discussie met de betogers aan.

Mede vanwege zijn politieke ervaring in binnen- en buitenland was het voor Nixon moeilijk te verteren dat de jonge John F. Kennedy hem in 1960 versloeg. Naast de negatieve invloed van het televisiedebat – Nixon was ziekjes en kwam niet overtuigend over – zijn er ook aanwijzingen dat de Kennedy’s door verkiezingsfraude de winst binnen wisten te halen. In 1962 verloor de Quaker de gouverneursverkiezingen in zijn thuisstaat Californië van de rooms-katholieke Democraat Pat Brown. Op een haastig belegde persconferentie sprak Nixon de legendarische woorden “You won’t have Nixon to kick around anymore because, gentlemen, this is my last press conference”. Teleurgesteld en verbitterd geloofde Nixon zijn eigen woorden,  en met hem zo’n beetje alle Amerikanen.

Niets bleek minder waar. In het roerige verkiezingsjaar 1968 – moorden op Martin Luther King en Robert Kennedy, de oorlog in Vietnam op een hoogtepunt, en opstandige studenten – won Richard Nixon nipt van de Democratische kandidaat Hubert Humphrey. Vier jaar later maakte Nixon een ware ‘landslide’. Op binnen- en buitenlands terrein boekte hij vele successen. Watergate maakte een einde aan dit alles en in 1974 werd Nixon gedwongen het Witte Huis te verlaten. Eind jaren zeventig volgde eerherstel. President Ford verleende hem gratie en hij verscheen weer op politieke bijeenkomsten. Onder andere bij het officiële bezoek van de Chinese leider Deng Xiaoping aan de Verenigde Staten in 1979. Deng had erop gestaan dat Nixon aanwezig zou zijn bij de ontvangst in het Witte Huis; anders zou het staatsbezoek niet doorgaan! Hij overleed op 22 april 1994.

Een politieke carrière van vallen en opstaan. Als één politicus in de Amerikaanse politiek meerdere keren is afgeschreven, is het Richard Nixon. Een ware ‘comeback kid’. Hij werd beschuldigd van harde campagnes, afluisterpraktijken en bedrog. Maar Amerikaanse presidenten vanaf Roosevelt luisterden hun politieke tegenstanders af. Campagnes van Roosevelt en Johnson waren ongemeen vuil. De Kennedy’s kochten verkiezingen, hadden nauwe banden met de maffia en fraudeerden verkiezingsuitslagen. John F. Kennedy pleegde overspel tot in het Witte Huis. Bill Clinton liet een spoor van verdachte sterfgevallen en seksueel belaagde vrouwen na, kon niet van stagiaires afblijven, maar bleef in de Oval Office.

the-bush-order

Zijn hele leven heeft Nixon een diep wantrouwen gehad tegenover intellectuelen en gevestigde politici, afkomstig uit rijke families aan de Oostkust. Nixon had door dat mensen liever tegen dan voor iets kiezen. Politiek is verdeeldheid. “Het is wij tegen hen: de elites, de overheid, de bevoorrechten, de liberals, zij die macht erven.”

Dit jaar kent de Verenigde Staten eenzelfde politieke strijd. ‘Wij tegen hen’. Een kandidaat die vecht tegen de gevestigde, geërfde politieke macht. Een macht die zich gesteund weet door intellectuelen, die de arrogantie van vanzelfsprekendheid heeft: “We rule this country”. In binnen- en buitenlandse politiek zou de Verenigde Staten heel goed een Richard Nixon kunnen gebruiken. Wie weet is Donald Trump die man. Men vindt hem vulgair en ordinair, net als Nixon. Hij wordt afgeschreven, net als Nixon. Het was echter diezelfde Nixon die ooit zei: “Defeat doesn’t finish a man, quit does. A man is not finished when he’s defeated. He’s finished when he quits.”