Twee maanden en twee dagen voor de verkiezingsdatum besluit Rutte toch tot het aftreden van zijn kabinet. Een symbolisch gebaar van spijt voor de onrechtmatig teruggevorderde fiscale toeslagen: Tienduizenden gezinnen meest modaal tot submodaal, werden aangeslagen voor duizenden, soms tienduizenden euro’s. Een puinhoop van Rutte 2 en 3. Je zou denken dat, terwijl in een parlementaire enquête overtuigend werd vastgesteld dat die invorderingen nooit plaats hadden mogen vinden, intussen de boekhouding van de belastingdienst nagelopen zou zijn op die onterechte invorderingen. Zodat de terugbetalingen als A-prioriteit konden worden uitgevoerd. En inmiddels zouden zijn afgerond! Helpt het als nu het kabinet demissionair is? Of juist niet? Mij dunkt als de oppositie en die de-hand-in-eigen-boezemstekers binnen de coalitie, zo gebrand zijn op rechtsherstel moet de boodschap luiden: Eerst die rotzooi opruimen; daarna mag Rutte naar de koning. Rutte’s manoeuvre doet denken aan die van Kok, die op 16 in april 2002 toen de Lijst Pim Fortuyn in de peilingen de grootste dreigde te worden (de directeur van Intomart verwachtte 36 zetels voor de LPF, uit het niets!) zijn kabinet liet aftreden. Vanwege het Srebrenica rapport. Maar misschien toch ook wel om Fortuyn de publicitaire wind uit de zeilen te nemen? Fortuyn, de politicus aan wie een reputatie werd gehangen als nu aan Trump; zijn haatmail leek op Trump’s ontvangst nu, in bladen als Trouw en De Volkskrant. Of Koks opzet gelukt zou zijn zullen wij nooit weten, Folkert van der G. kwam tussenbeide.