Goede beoordelingen zijn niet genoeg

door | 30 oktober 2020

De karaktergebreken van onze samenleving gezien vanuit een politiek correcte standpunt

Waarde heren Rasit Elibol en Jaap Tielbeke, 

Hierbij enkele kritische kanttekeningen bij uw artikel “Goede bedoelingen zijn niet genoeg” in de Groene van 7.6.2018: 

Uw filippica tegen onze samenleving die net als iedere andere samenleving functioneert via ‘ons kent ons’, via familie en informele netwerken (en vroeger was daar nog de gezindte) en dus voor een vreemdeling minder toegankelijk is dan voor een inboorling, slaat door in onredelijkheid met het verwijt aan onze samenleving dat ze in dat opzicht niet wezenlijk verschilt van andere samenlevingen (waarom zou ze?) en vervalt in onnozelheid door te insinueren dat een samenleving beter af is, of überhaupt functioneren kan, zonder de genoemde informele structuren. De idee dat zulke structuren, of althans de gevolgen ervan, gebrandmerkt behoren te worden als institutioneel racisme is ronduit belachelijk.

Als er in Nederland werkelijk gediscrimineerd wordt, hoe kon Gloria Wekker met haar huidskleur plus vederlichte politiek correcte bagage ooit hoogleraar worden in Utrecht? En hoe werd haar broer hoogleraar in Groningen? Twee kinderen uit één allochtoon gezin eindigend op de hoogste trede van de universitaire hiërarchie; hoe in deze twee gevallen de informele lijntjes liepen, liepen ze, maar ‘best wel’ institutioneel racistisch? En hoe heeft mijn Turks/Surinaamse nichtje het klaar gespeeld om op haar 31e een dik betaalde baan te hebben als registeraccountant bij EY? En waar passen in uw statistiek de gewoonlijk sociaaleconomisch goed scorende Indische Nederlanders en de uit onze koloniën afkomstige Chinezen, samen goed voor zo’n half miljoen Nederlanders inclusief hun kinderen uit een aanzienlijk aantal gemengde huwelijken met autochtonen? Bijvoorbeeld mijn neef en nichtjes met hun Chinees-Indische vader, alle drie universitair opgeleid en navenant ruimschoots bovenmodaal verdienend. Om de beeldvorming simpel te houden stopt u die groep in de categorie ‘westers’ nietwaar? U maakt het zich zo ongeloofwaardig gemakkelijk: scoort een groep allochtonen goed dan schuift u die groep gewoon in de ‘westerse’ meerderheid om daarna het sermoen over de discriminatie van de allochtoon ongestoord voort te zetten. Als voor mijn deels allochtone familie uw statistiek niet opgaat, waarom zou ze überhaupt kloppen? 

In elke samenleving heeft een immigrant de handicap van ontwortelde inburgeraar jegens de gewortelde ingeburgerde autochtoon, en ook van het moeten opgeven van sociale status voor economisch gewin. Zo’n handicap, over het volle spectrum van onaangepast zijn aan taal en cultuur en het moeten starten zonder de sociale banden van de familie en de kringen van vrienden, kennissen, collega’s etc., is een psychosociale onvermijdelijkheid, is in principe universeel en heeft met ras niets van doen (immigrant is geen ras). Ook de stadscreool in Paramaribo heeft zo zijn ‘privilege’ jegens de inwijkende landgenoot uit het district, bosneger of koeli. Ook is naar men mij vertelde uit onderzoek gebleken dat de eerste en tweede generatie Hollandse immigranten in Canada, Australië en Nieuw Zeeland een duidelijke sociaaleconomische achterstand hadden/hebben ten opzichte van de blanke autochtonen aldaar. Na 2 tot 3 generaties zou van voldoende inburgering sprake moeten zijn. Maar het reservoir van allochtonen wordt continue ververst met nieuwkomers en ook het ontstaan van allochtone netwerken rond de eigen godsdienst en de loyaliteit aan het land van herkomst, werken een effectieve inburgering vaak tegen. Om deze ontwikkelingen te wijten aan ‘de fouten die wij maken’ is niet eerlijk. En dat bij de keuze voor een nieuwe collega of nieuwe huisgenoot, ‘vertrouwd’ altijd hoger zal scoren dan ‘vreemd’ is natuurlijk. Dit wijten aan institutioneel racisme is om twee redenen fout: De voorkeur voor vertrouwd boven vreemd is niet ras gebonden maar geldt voor alle rassen en in alle samenlevingen (1). “Institutioneel” wil zoveel zeggen als ge-institutionaliseerd dat is vastgelegd in wetten en regels, normen en waarden, in de formele vormen van vereniging en of organisatie, etc. (2). Milli Gorus zou je als club voor enkel Turken misschien institutioneel racistisch kunnen noemen maar zij zullen tegenwerpen dat hun doelstelling de emancipatie van de Turkse minderheid betreft en niet de uitsluiting van de NL meerderheid. U zou er dus goed aan doen te stoppen met het gebruik van de inhoudelijk foutieve term “institutioneel racisme”. En natuurlijk, immigrant is geen ras en de blanke Kroaat die de sociale ambitie koestert om inwoner van Nederland te worden heeft het moeilijker dan een Turkse of Marokkaanse derde generatie Nederlander. 

Racisme stelt u is een ‘hard woord’, maar wel een woord dat meer omvat dan “brandbommen op een moskee of de blinde haat die loskomt bij de discussie over Zwarte Piet”. Die brandbom op een moskee betrof meen ik het gooien van een lullig bierflesje met benzine dat niet afging en waarop de lokale politie zeer actief reageerde. Wat Zwarte Piet aangaat, ik heb mij daar af en aan over geïnformeerd en mee bezig gehouden getuige de publicatie van een bescheiden pamflet (ca. 15.000 woorden) over deze kwestie. Het komt mij voor dat niet de voorstanders maar de tegenstanders van Zwarte Piet zich te buiten gaan aan pesterijen, die als doel hebben de intochtfeesten te verstoren en voor de kinderen te vergallen. Demonstreren is een grondrecht en moet dat natuurlijk blijven. Rotzooi trappen op andermans kinderfeest is beslist geen grondrecht en moet dat ook niet worden.

Een discussie over Zwarte Piet wordt echter niet belemmerd door de blinde haat van zijn aanhangers maar door het feit dat de tegenstanders van Zwarte Piet die discussie consequent uit de weg gaan; wat zij willen is een kanselsermoen zonder tegenspraak.

Het pamflet waarvan ik sprak verscheen ruim een halfjaar geleden als een net verzorgd boekje bij de uitgeverij De Blauwe Tijger te Groningen. Mijn uitgever stuurde als gebruikelijk presentexemplaren ter recensie toe aan ca. 35 Nederlandse bladen en ter distributie aan ca. 300 Nederlandse boekwinkels. ‘Klaas’, mailde hij mij, ‘ik begrijp er niets van: niemand wil jouw boekje bespreken en niemand wil het verkopen’ (nu ja, op vijf boekhandels na).

Mijn persoonlijke bemoeienis met de introductie van mijn pamflet in Vlaanderen, leverde twee recensies (beter dan niets) en een in tweede instantie verkregen toelichting op de weigering van Gent ’s ‘beste boekverkoper’ om dat boekje te verkopen (leest u zelf hieronder) met een heel eigen en subjectief eerlijke motivatie. 

Als dit collectieve doodzwijgen en deze collectieve boycot ten deel gevallen zou zijn aan laat ons zeggen een publicatie van een allochtone auteur uit uw eigen politiek correcte ideologische hoek dan zou u dat opgepakt hebben als een evident voorbeeld, demonstratie en bewijs, van wat u betogen wilt: Nederland is inderdaad ‘best wel’ racistisch. Nu zo’n behandeling vanuit uw kamp ten deel valt aan een blanke publicist met een eigen niet politiek correcte opinie zult u moeten toegeven dat de tactieken van boycot, uitsluiting en discriminatie over en weer worden gebruikt en dus niet opgehangen kunnen worden aan zoiets als ras. 

O ja, als u de publicatie waarover het gaat “ZWARTE PIET IS GEEN RACISME” zou willen inzien, ik stuurde enkele maanden terug een exemplaar aan uw hoofdredacteur, mw. Xandra Schutte, met de suggestie dat boekje in De Groene te laten recenseren – wat niet gebeurd is. Als zij dat boekje niet heeft weggegooid heeft zij het nog. U kunt het boekje ook aanschaffen bij bol.com, bruna of bookspot. 

Ik laat uw reactie aan u. Hoor ik niets dan weet ik dat u met de mond vol tanden staat. 

Met vriendelijke groet, 

Klaas Maas, etc.

—-Origineel Bericht—-
Van : bart.van.aken@skynet.be
Datum : 19/05/2018 06:02
Aan : klaasmaas@hetnet.nl
Onderwerp : Re: ZWARTE PIET IS GEEN RACISME

Dag Klaas,

We houden er een andere mening op na.

Dus we besloten bij de aanbieding al dat we het boekje niet zouden verkopen.

Om de discussie niet mee te voeden. Die keuze is voor ons gelukkig vrij.

Laten we het verder vooral beleefd houden. 

Het pamflet is dus niet relevant voor ons.

Met vriendelijke groeten,

Bart