Udo Ulfkotte: “Ik ben de eerste die zichzelf beschuldigt en die bewijst dat vele anderen medeschuldig zijn.”
De Duitse journalist Udo Ulfkotte onthult in zijn bestseller Gekaufte Journalisten hoe hem geleerd werd ‘te liegen, te verraden en niet de waarheid te vertellen aan het publiek.’ Als journalist van de Frankfurter Allgemeine Zeitung, één van Duitslands grootste dagbladen, liet hij zich souffleren door inlichtingendiensten, om het nieuws te manipuleren in het voordeel van de Verenigde Staten en in het nadeel van de vijanden van Amerika. Volgens Ulfkotte is de Westerse media door en door corrupt. “Sommige media zijn niets meer dan propagandadiensten van politieke partijen, geheime diensten en financiële instellingen.”
Gekochte journalisten, wie zijn dat?
“We hebben het hier over marionetten, journalisten die alles zeggen of schrijven wat ze gevraagd wordt door hun opdrachtgevers. Als je ziet hoe de mainstream media verslag doen over het conflict in de Oekraïne, en als je weet wat zich daar werkelijk afspeelt, dan krijg je een goede indruk van wat ik bedoel. Vanuit de coulissen wordt aangestuurd op een oorlog met Rusland – en Westerse journalisten zetten hun helmpjes op.”
U was zelf een gekochte journalist, en nu bent een klokkenluider.
“Ik schaam me dat ik er zelf deel van uitmaakte. Helaas kan ik het niet ongedaan maken. Het is ook geen excuus dat mijn superieuren bij de Frankfurter Allgemeine wisten wat ik deed en het goedkeurden. Nu ben ik, voor zover ik weet, de eerste die zichzelf beschuldigt en die bewijst dat vele andere journalisten medeschuldig zijn.”
Hoe werd u een gekochte journalist?
“Het begon al snel nadat ik in dienst was gekomen van de Frankfurter Allgemeine Zeitung. Ik leerde dat het heel normaal was om in te gaan op uitnodigingen voor luxe reisjes en om als wederdienst positief te berichten. Ik werd uitgenodigd door het German Marshall Fund Of The United States voor een reis door de Verenigde Staten. Ze betaalden al mijn onkosten en brachten mij in contact met Amerikanen aan wie ze me graag wilden voorstellen. Zo is het begonnen, en ik was lang niet de enige. De meeste journalisten van grote en gerespecteerde media onderhouden nauwe contacten met het German Marshall Fund Of The United States, de Atlantik-Brücke (in Nederland: de Atlantische Commissie, EvdB) of andere zogeheten Atlantische organisaties. Veel van die journalisten zijn zelfs lid of ‘fellow’. Ik ben zelf fellow van het German Marshall Fund.
Als je eenmaal in zo’n netwerk zit, dan raak je bevriend met Amerikanen die zorgvuldig voorgeselecteerd zijn Zo ontstaat er en samenwerking met mensen van wie je denkt dat het je vrienden zijn. Ze strelen je ego, geven je het gevoel dat je belangrijk bent voor ze. En van het een komt het ander. Vroeg of laat vraagt iemand je een gunst te verlenen. “Zou je iets voor me willen doen?” Als je dat hebt gedaan, komt er weer een andere die je vraagt hem ergens mee te helpen. Zo word je geleidelijk gehersenspoeld. Voordat ik er erg in had, zag ik in de krant artikelen verschijnen waar mijn naam boven stond, maar die waren geschreven door agenten van inlichtingendiensten, en dan voornamelijk de Bundesnachrichtendienst.”
Uw leidinggevenden wisten hiervan?
“Zeker. Zoals ik het zie, en in retrospectief, stuurden ze mij er zelfs op uit om te spioneren. Zo werd ik op het vliegtuig gezet naar Irak. In die tijd werd Saddam Hoessein nog gezien als een ‘good guy’, als een trouwe bondgenoot van de Verenigde Staten. De Amerikanen steunden hem in de oorlog tegen Iran. Op zo’n 35 kilometer van de grens, in het Iraanse Zubaidat, was ik getuige van een Iraakse gifgasaanval, waarbij duizenden Iraniërs omkwamen en gewond raakten. Ik deed precies wat mij was opgedragen. Ik maakte foto’s van de gasaanval. Maar terug in Frankfurt bleek dat mijn superieuren weinig interesse toonden in de gruweldaad waarvan ik getuige was geweest. Ik mocht er een artikel over schrijven, maar hiervoor werd mij nauwelijks de ruimte geboden, alsof het nieuws waarmee ik kwam er nauwelijks toe deed. Tegelijk vroegen ze mij de foto’s die ik had gemaakt over te dragen aan Verband der Chemischen Industrie, de branchevereniging van chemiebedrijven in Frankfurt. Ik wist toen al dat het gifgas dat zoveel Iraniërs het leven had gekost afkomstig was uit Duitsland. ”
Waarom ziet u dit als een bewijs dat u er op uitgestuurd werd om te spioneren? Welk commercieel belang zouden die foto’s gehad kunnen hebben voor de Duitse chemische industrie?
“Ik heb geen idee.”
Wat is uw mening over persreizen? Deelnemende journalisten verdedigen zich door te zeggen dat ze zich heel goed een onafhankelijke mening kunnen vormen en dat ze nergens toe verplicht worden.
“Ik heb duizenden persreisjes gemaakt en heb nooit negatief geschreven over degenen die de reisjes bekostigden. Je bijt niet in de hand die je voedt. Zo begint de corruptie. Dat is precies de reden waarom publicaties als Der Spiegel hun redacteuren niet toestaan persreisjes te accepteren die ze niet zelf betalen.”
In uw boek noemt u vele journalisten die op de loonlijst staan van Washington. Hoe zit dat met Moskou en Beijing? Waarom lezen we daar niks over? Spenderen de Amerikanen meer geld aan het beïnvloeden van journalisten?
“Ik beweer niet dat Rusland en China geen journalisten kopen. Maar ik heb daar zelf geen ervaring mee. Ik beschrijf alleen wat ik weet en waarvan ik bewijzen heb.”
Klokkenluiders lopen grote risico’s. Hoe zit dat met u? Is er geprobeerd publicatie van het boek te voorkomen?
“Nadat ik de Frankfurter Allgemeine had verteld over de publicatie van mijn boek, stuurden hun advocaten mij een brief waarin ze dreigen met allerlei juridische maatregelen als ik de goede naam van medewerkers zou aantasten of bedrijfsgeheimen zou prijsgeven. Maar het maakt mij niet uit. Want ik heb geen kinderen voor wie ik moet zorgen. En ik verwacht ook niet nog heel lang te leven. De gifgasaanval die ik meemaakte in Iran heeft ook mijn gezondheid ernstig geschaad. Ik heb sindsdien drie hartaanvallen gehad. Je zou kunnen zeggen dat ik de enige nog levende Duitser ben die kan navertellen hoe het is getroffen te worden door Duits gifgas.”
In uw boek noemt u volop namen van omgekochte journalisten. Hoe gaat het met ze? Worden ze ontslagen? Proberen ze hun naam te zuiveren?
“Het is geen enkele Duitse mainstream journalist toegestaan mijn boek te bespreken. Dit op straffe van ontslag. We hebben nu dus een bestseller waar geen enkele journalist over mag spreken of schrijven. Nog schokkender: er zijn gerespecteerde journalisten die volledig van de radar zijn verdwenen. Het is een interessante situatie. Ik had gedacht en gehoopt dat ze mij zouden aanklagen en voor de rechter slepen. Maar ze weten niet wat ze moeten. De Frankurter Allgemeine heeft zojuist aangekondigd dat er 200 medewerkers worden ontslagen, omdat ze in een hoog tempo grote aantallen abonnee’s verliezen. Maar aangeklaagd word ik niet. Ze weten dat ik alles kan onderbouwen met bewijzen.”
Als critici je niet kunnen pakken op de inhoud, dan vallen ze je vaak aan op je persoon. Tot dusver is uw boek in Nederland slechts door één landelijk dagblad besproken. Volgens Het Parool heeft u theorieën over van alles en nog wat, van de mysterieuze verdwijning van bigbandleider Glenn Miller in 1944, tot de oorzaak van de bacteriële Ehec-epidemie uit 2011. Ook spreekt Het Parool snerend over uw ‘strijd tegen de euro en de islam’, en over uw betrokkenheid bij een extreem-rechtse organisatie, Pax Europa. Verder neemt de krant u kwalijk dat u dezelfde vrienden heeft als islam-criticus Ayaan Hirsi Ali.
“Laat me niet lachen. Ik heb nooit een eigen theorie geopperd over de verdwijning van Glenn Miller. Ik heb slechts de Bundesnachrichtendienst geciteerd over deze zaak. Zie mijn boek Verschlussache BND. Die Parool-journalist slaat ook de plank volledig mis over Pax Europa. Daar ben ik al jarenlang geen lid meer van, juist omdat ze mij te rechts zijn geworden. Ook weet ik niks van de vriendenkring van Ayaan Hirsi Ali. Ik ken deze mevrouw ook helemaal niet. Ik heb haar simpelweg nooit ontmoet. Het enige wat klopt aan het artikel is mijn afkeer van de islam. Maar ik vraag mij af hoe die journalist zou denken over de islam als hij in mijn plaats was geweest. In Herat, Afghanistan werd ik door de Taliban gedwongen mijn christelijk geloof te verlaten en mijzelf te bekeren tot de islam. Ze dreigden mijn keel door te snijden en mij te onthoofden met een zwaard.”
In Duitsland is er heel wat te doen over de manier waarop de media berichten over Rusland en Oekraïne. De programmaraad van de publieke zender ARD betichtte de ARD van eenzijdige berichtgeving, de Duitse raad voor de journalistiek veroordeelde Der Spiegel vanwege de inmiddels beruchte cover Stoppt Putin jetzt!, er worden protestdemonstraties gehouden bij kantoren van nieuwsorganisaties – en er zijn berichten over redacties die omkomen in de boze brieven van kijkers, lezers en luisteraars. Hoe verklaart u dit?
“Veel van mijn landgenoten hebben het gehad met nieuwsmedia die, in plaats van objectief te berichten, stemming maken en de geesten rijp maken voor een oorlog met Rusland. Dat is de waarheid. Je kunt het zien aan de snelheid waarmee deze media de laatste maanden grote aantallen abonnees verliezen.”
U heeft samen met een aantal vooraanstaande vakgenoten 3 oktober uitgeroepen tot Tag der Wahrheit. Jullie riepen journalisten op in ‘leugenstaking’ te gaan en alleen nog maar de waarheid te vertellen. Hoe is dit verlopen?
“We hebben geen verschil in de verslaggeving waargenomen die dag. Maar ik ontvang wel steeds meer vertrouwelijke emails van collega’s die mij om advies vragen. Ze willen weer naar zichzelf in de spiegel kunnen kijken en zijn daarom op zoek naar een bijpassende baan.”
Denkt u dat de alternatieve media een volwaardig alternatief kunnen bieden voor de mainstream media? Zijn mensen beter geïnformeerd als ze uw advies opvolgen en de krant de deur uitdoen en de journaals wegzappen? Zijn er websites of blogs die u uw lezers zou willen aanbevelen?
“Ik denk echt dat het is afgelopen met de betaalde journalistiek. En nee, ik onthoud me van aanbevelingen voor websites of blogs. Maar in het algemeen wil ik wel zeggen dat ik het internet fantastisch vind.”
N.a.v: Udo Ulfkotte, Gekaufte Journalisten. Wie Politiker, Geheimdienste und Hochfinanz Deutschlands Massenmedien lenken (Rottenburg: Kopp Verlag, 2014), gebonden, 336 p.