Fanon

door | 14 oktober 2020

Stephan Sanders canoniseert Frantz Fanon

Frantz Fanon? Maar natuurlijk! Heraut en wegbereider van onze solidariteit met de derde wereld. Staat nog steeds in mijn boekenkast ja: “The wretched of the Earth” (Penguin pocket, 1967). “Arise ye wretched of the earth”: ons idealisme van destijds, ondersteund door alle frustraties over een wereld die niet deugde; ons moreel engagement met de dekolonisatie door gewapende strijd, in Algerije, in Vietnam, in Angola en overal waar de fakkel van de revolutie branden wilde. Maar Sanders (De Groene van 31 augustus) slaat iets over: Fanon was niet zwart, hij was mulat, had ook blank bloed en had daar problemen mee: “Zwarte huid, blanke maskers”, de projectie van een individueel probleem op de samenleving. Zo ook de waan dat de koloniale ‘native’ een gewelddadige dekolonisatie behoeft als therapeutische catharsis om hem te verlossen van zijn door het koloniale systeem opgelegde, verinnerlijkte minderwaardigheid. Leg Fanon ’s wanen naast Soetan Sjahrir ’s ‘Overpeinzingen’: Sjahrir weet zich intellectueel de gelijke van de Hollander, hij heeft geen problemen met status- of rasverschil.
Fanon heeft Sartre als exegeet: Sartre ’s overname van Fanon ’s bevrijdingsoorlogsideologie lag in lijn met zijn aversie (of onmacht) om zijn eigen identiteit (blank, Europeaan, koloniaal) te accepteren voor wat die was en daarmee voort te gaan. De dekolonisatie-oorlog – in de meeste gevallen verliepen dekolonisaties vreedzaam – was bepaald geen noodzakelijk begin voor de postkoloniale maatschappij: Nationale bevrijdingsoorlogen waren als investering in de toekomst weggegooid geld en een nodeloze ontwrichting van de samenleving. Maleisië ligt niet voor niets nog steeds straatlengtes voor op Indonesië. Met het voordeel van de terugblik en de ervaring van een mensenleven: Fanon was een dwaallicht.