Excuses voor het slavernijverleden?

door | 3 december 2020

Ik dacht een commentaar te schrijven op Ivo Grote ’s voorstel stemrecht te geven aan minderjarige spijbelende klimaatgekkies (Leidsch Dagblad, dd. 25.6.2019, p. 7) tot ik het stukje las over een initiatief van de Amsterdamse gemeenteraad – meerderjarig, in bezit van actief en passief kiesrecht – om excuses te maken voor het slavernijverleden van Amsterdam (LD 25.6.2019, p. 3). Slavernij: Wereldwijd afgeschaft in de loop van de 19e eeuw; daarvoor wereldwijd geaccepteerd. Slavernij: Een sociaal gebruik van alle tijden en plaatsen misschien met uitzondering van de Noordpool. In de Joods-christelijke wereld was slavernij gemeengoed: De aartsvaders hielden slaven. Christus voert slaven op in zijn gelijkenissen. Paulus stuurt de weggelopen slaaf Onesimus terug naar zijn meester Filemon en spoort christenslaven aan hun meesters onderdanig te zijn in alles. Een negatief oordeel over slavernij zoekt men in de Bijbel of bij de overige traditionele religies, tevergeefs. De politieke partij Denk, een initiatiefnemer voor het slavernij-excuus, staat bekend als pro-Turkse partij. Laat Denk in Ankara aandringen op excuses voor de galeislaven van de mediterrane oorlogsvloten van de Turkse sultan, voor de haremslavernij en voor de handel in Circassische vrouwen die als seksslavinnen een bijzondere reputatie genoten. Excuses voor historische slavernij? Het toerekenen van historisch daderschap en slachtofferschap vindt zijn oorsprong in een mythe: De allereerste vrouw at van de verboden vrucht en verdoemde daarmee haar ganse nageslacht: de erfzonde. Wie niet gelooft in dat dogma (“de misdaden der vaderen bezoeken aan de kinderen”), zou evenmin moeten geloven in het overerven van het historisch daderschap, of mogen profiteren van het historisch slachtofferschap, van de wereldwijde slavernij.