De coalitie onder leiding van de PDK, ook wel de ‘oorlogsvleugel’ genoemd, heeft zondag de parlementsverkiezingen in Kosovo gewonnen maar moet wel inboeten. De ultra-nationalistische Zelfbeschikkingspartij boekte winst.
De door de PDK aangevoerde coalitie werd met 34 procent van de stemmen het grootste blok in het parlement. De coalitie brengt de nationaal-liberale PDK van president Hashim Thaci, de nationaal-liberale AAK van premierskandidaat Ramush Haradinaj en de nationalistische en sociaaldemocratische NISMA bij elkaar. De coalitie wordt ook wel de oorlogsvleugel genoemd, omdat zowel Thaci als Haradinaj belangrijke aanvoerders waren van het ‘Kosovo Bevrijdingsleger’ (UÇK), dat eind jaren negentig strijd leverde met het Servische leger en uiteindelijk door westerse bombardementen slaagde in eenzijdige afscheiding van Servië.
Oorlogsmisdaden
Tot nu toe regeerde de PDK samen met de centrumrechtse LDK en een partij die de Servische minderheid in Kosovo vertegenwoordigt. Verschillende oud-UÇK-strijders, waaronder Thaci en Haradinaj, hebben elkaar nu gevonden in een poging samen aan de regering te komen. Op die wijze hopen de oud-strijders het beter te zien aankomen wanneer ze door een nieuwe speciale rechtbank in Den Haag aangeklaagd worden voor misdaden die ze na de oorlog van 1998-1999 begaan zouden hebben tegen Serviërs en politieke rivalen. Volgens een rapport van de Duitse inlichtingendienst BND uit 2008 hebben zowel Thaci als Haradinaj veel contacten in de criminele onderwereld.
In 2014 kregen de drie partijen die nu als een blok deelnamen aan de verkiezingen bij elkaar nog zo’n 45 procent van de stemmen. Verlies was er echter ook voor de, ooit door toenmalig president van Kosovo Ibrahim Rugova opgerichte, centrumrechtse en op vreedzame middelen georiënteerde LDK, die samen met de liberale AKR aan de verkiezingen deelnam en een kleine 26 procent van de stemmen behaalde, tegen een kleine 30 procent in 2014.
Ultranationalisten kunnen met niemand
Grote winnaar van de verkiezingen was de ultranationalistische Zelfbeschikkingspartij. Die profileerde zich in de verkiezingscampagne succesvol als enige partij die de corruptie in regeringskringen aan kan pakken. De Zelfbeschikkingspartij verdubbelde zodoende haar steun en werd met 27 procent van de stemmen de op een na grootste.
De Servische Lijst, die goede banden onderhoudt met de regering in Belgrado, wist alle tien voor de Servische bevolkingsgroep ingeruimde zetels te bemachtigen, in plaats van 9 in 2014.
De precieze zetelverdeling is nog niet bekend, maar het vormen van een regering zal lastig worden. De PDK-coalitie heeft waarschijnlijk niet genoeg zetels om alleen te regeren. De vorige regering, onder leiding van Isa Mustafa (LDK), viel nadat er onenigheid was tussen LDK en PDK over een akkoord over de vaststelling van de grens met Montenegro. Gezien de animositeit in de afgelopen periode tussen de regeringspartners is het allerminst vanzelfsprekend dat zij opnieuw met elkaar gaan regeren. En de ultranationalisten van de Zelfbeschikkingspartij mogen dan de grote winnaar van de verkiezingen zijn, zij kunnen echter met niemand zonder meer regeren. De ultranationalisten vinden de PDK namelijk te corrupt, de LDK te soft en de Servische Lijst te Servisch.